In de traditie van bloggen over beesten in mijn kamer, door de jaren heen, hier een nieuwe aflevering: ik had een muis.
Ik hoorde mijn buren al eens smoezen dat er muizen waren. O jee, dacht ik, daar heb ik dus hélemaal geen zin in. Ik negeerde het een beetje omdat ik zelf nergens last van had. Mijn bovenbuurman ging flink aan het schrobben, kon ik horen.
Op een dag kwam ik thuis en zag ik het snoer van mijn staafmixer half uit het keukenkastje hangen. Dat is gek, dacht ik nog, dat zou ik toch nooit zo laten hangen, ik werk vast veel te hard. (Ja.)
Een avond later die week was ik dus weer veel te hard aan het werk tot veel te laat, toen ik opeens iets bij de deur van mijn kantoor zag bewegen. Ik schrok daar een beetje van, maar het schrok ook van mij, en ging er in een dolle vaart vandoor.
Dit was het moment dat ik de connectie naar het keukenkastje maakte: in dat kastje zit achterin een gat naar een stopcontact, voor mijn elektrische fornuis. Toen ik het beter inspecteerde zag ik er inderdaad wat zaagsel liggen, alsof er iemand door dat gat naar binnen was gekomen.
Het punt van het keukenkastje is echter: zodra die dicht is gevallen, kan je als muis in elk geval niet zo makkelijk meer naar buiten via diezelfde weg. En verder zijn hier niet zo veel gaten in de muur, wat waarschijnlijk bijdroeg aan het feit dat ik het muizenprobleem tot nu toe kon negeren.
In die week verdween er inderdaad een hagelslagje dat ik zorgvuldig op een vlek in de vloer had gelegd: de muis was er nog steeds. Toch negeerde ik het nog wat verder, tot ik op een zekere nacht wakker werd van gekraak en geknaag.
Na wat gordijnen op zij te hebben getrokken zag ik hem: de muis zat ín mijn slaapkamer. Dit was vorige week zondag. Wat volgde was een halve nacht op de bank (ben ik veel te lang voor), diverse opruimacties om de muis te vinden, slapen op een luchtbed in een andere kamer, en vooral: de deur dicht houden.
Woensdag kwam de DAR langs, en die hebben ons alles uitgelegd over muizen. 'Als er een potlood in kan kan er een muis door.' Ik met grote ogen. 'Als een potlood past, past een muis,' bleef de muizenman stellig. Zo liepen we een rondje rond het huis en vonden we inderdaad veel gaten.
Ik had dingen te doen in de randstad, dus ik heb mijn spullen gepakt en ben een paar dagen bij mijn ouders gaan logeren. Op de kamer stond een val. Nu ik net thuis ben vond ik daar de muis in. Ik moet toegeven dat ik daar dan weer even bijna van moest huilen: het arme beest, moest hij nou echt dood voor mij?
De muis is opgeruimd, de gaten zijn dicht, er ligt gif in de kruipruimte, het lijkt de goede kant op te gaan. Maar zielig is het wel.