Log in
Seblog.nl

#go

Nederlandse go-termen

Vandaag was ik in Tilburg voor het go-toernooi aldaar. Een goed excuus om hier wat op te schrijven over go.

Go is een eeuwenoud spel, maar hier in het westen is het minder bekend. Schaken zit veel dieper in de cultuur, wat je ook ziet aan de naam (de sch-) en aan de namen van de stukken op het bord: wij hebben 'paard' waar Engelsen het over een 'knight' hebben en Duitsers over een 'Springer'. In go gebruikt men vooral Japanse leenwoorden, maar door de invloed van het internet – waar iedereen Engels spreekt – zijn er veel Engelse termen ons go-jargon binnengeslopen. Ik denk dat 'pincer' het hardnekkigste voorbeeld is. Toch hebben we voor veel zaken ook echt onze eigen termen, die ik hier graag beschrijf.

Allereerst de naam van het spel: vrijwel iedereen spreekt het uit met de Engelse g, van 'goal' en het werkwoord 'go'. Dit komt ook overeen met waar we de naam vandaan hebben: het Japanse woord 'igo'. Maar diverse oudere spelers heb ik een Nederlandse g horen gebruiken voor go, wat ik ook best charmant vind. (Wie wil googelen op 'go' kan misschien beter het Koreaanse 'baduk' of het Chinese 'weiqi' gebruiken, maar dat is een ander onderwerp.)

De voorgenoemde 'pincer' kan ook een 'klem' zijn, al zou ik zelf 'tang' leuker vinden. Ik hoor ook vaak: 'dan neem je een enclosure', terwijl we dan ook kunnen zeggen: 'dan sluit je de hoek af'. Sommige spelers gebruiken voor deze twee dingen trouwens de Japanse termen 'hasami' en 'shimari', wat ik persoonlijk dan leuker vind dan de Engelse variant, maar misschien dat dit type speler wel langzaamaan uitsterft.

Ik denk dat 'ko' en 'atari' de meest gebruikte en diepst ingeburgerde Japanse termen in het Nederlandse go-jargon zijn. Het Engels gebruikt ze ook, maar vooral ook omdat het zeer specifieke concepten zijn waar je echt een compleet nieuw woord voor zou moeten verzinnen.

Een tegenvoorbeeld daarop is het concept 'vrijheid', als in: 'deze groep heeft twee vrijheden'. In het Engels heet dat 'liberties' (die hoor ik ook gebruiken op de club). Aan de ene kant is het een logische term: het is het aantal 'vrije zetten' dat een speler nog heeft voor de betreffende groep gevangen is. Aan de andere kant voelt het soms zo erg als eigenschap van een groep dat ik het zelf bijna als concept op zichzelf zie.

Qua onvertaalbare leenwoorden uit het Japans doen Engels en Nederlands het soms ook anders. De termen 'sente' en 'gote' zijn elkaars tegenhangers en verwijzen naar een zet waarop de tegenstander wel (sente) of niet (gote) hoeft te reageren. In het Engels hebben ze de termen gewoon overgenomen (met enigszins verbasterde uitspraak), maar in Nederland kennen we ook de prachtige letterlijke vertalingen: 'voorhand' en 'nahand'. Ik hoop echt dat die nooit verloren gaan.

Ik speel sinds 2013 Go, 'het oudste bordspel ter wereld', en was er altijd trots op dat ik al speelde vóór de computer zo sterk werd dat geen mens er meer van kan winnen. Niet dat ik ooit van 'de computer' heb kunnen winnen: in 2013 was dat al alleen voorbehouden aan de sterkste spelers.

Een ander feitje over Go dat ik graag herhaal, is dat het meer bordposities heeft dan schaken. Bla bla, de computer won al van de mens met schaken in 1977, en dan noem ik het aantal atomen in het zichtbare universum, alsof ik weet waar ik het over heb.

Maar met grote verbazing las ik dus net in NRC dat er een ander spel is dat nóg meer bordposities heeft en waar de computer het nóg moeilijker mee had. Door de bordposities, door het aantal mogelijke begin-opstellingen, én door het feit dat de tegenstander niet weet waar de stukken staan. We hebben het over Stratego, wie had dat gedacht.

als antwoord op diggingthedigital.com

Oh wat leuk, ik wist dus ook niet dat jij speelde! Ik speel het zelf al een jaar of negen, maar wel met grote gaten. Een paar weken geleden was er de Dutch Open in Nijmegen, dus dat heeft me weer een beetje geactiveerd om toernooien te spelen. Was leuk geweest om je daar te zien, maar misschien een volgende dan!