Log in
Seblog.nl

Seblog.nl

Is HTML the solution for digital reading?

_Zoals gezegd komen er drie Engelse blogposts op Seblog. Ze horen bij het vak The Digital Book en zijn ook op dit weblog te lezen._

As you may have noticed, we live in quite an interesting time regarding publishing. As the digital revolution evolves, new publishing forms are coming up. At this point we can not yet say which format we will be using for publishing over ten or twenty years. New publishing formats are rising as well: in search for new standards, every format has a chance of becoming it.

At this moment, ePub is doing a great job in becoming the standard for e-books. Other types of publishing, such as journalism, are more likely to use HTML websites and mobile apps. A Dutch example of a news medium that uses a native app is the television broadcaster NOS. NOS uses an app for both Android and iOS, which provides a list of recent articles, as well as video's, that are also published on their website. Another example is the Dutch newspaper NRC, who launched the iPad-only app NRC Reader. In this app subscribed users get eight articles a day from the original newspaper, that aren't published on the NRC website.

But apps are also used for more bookish publications. A few Dutch publishers have experimented with publishing novels as e-books in app-format. Examples of these are Alles ruikt naar chocola by Sidney Volmer and Gelukkig zijn we machteloos by Ivo Victoria, both published for iPad by Anthos. Those apps contain the text of the paper novel, as well as movies of the authors reading the text and other extra's like music files that where mentioned in the novel and short stories that aren't in the paper version.

But is it really necessary to create a native app to publish these novels? Not for the novel itself. The given examples are enriched with extra's to make use of the unique capabilities of the tablet, but those remain extra's: they don't belong to the text itself. Publisher Jason Pontin says that native apps are not necessary for publishing text. By running a game or a service like Facebook, one wants to take advantage of the device's CPU in order to render the service. But in case of text and photo's, sometimes with a movie, the web browser does a great job. Thus, HTML is the future of publishing, Pontin says among others.

The advantage of HTML is that it's not tethered to any service, like Amazon's Kindle-formats. Also, HTML is already a standard: almost all devices can read it. By leaving the pages on a web server, it's also easy to have your content up to date. An ePub, once downloaded, can not be automatically updated. In some environments, such as Apple's iBook Store, the reading application takes care of the updates in ePub: when there is a new file, the application will download it right away. Many e-readers, however, have not such an option.

But that last point isn't really the problem of ePub, it's the problem of connectivity. A HTML file can also be loaded onto a device that is not connected to the internet. For keeping your HTML files up to date you still need that connection to the server. The only difference is that we're used to HTML as a format that is downloaded for just one reading session. In a world with always connected devices and everlasting bandwidth, HTML reading could be an option, but unfortunately that's not the case right now.

Another problem of a server connected reading model, is that the publisher should keep the files of the publication up to date, at all time. An advantage of HTML is that you can style your publications yourself, but the styling has to be kept up to date, so that it matches todays aesthetic and technical standards. A reader reading an old book, will forgive the publisher on style, since he has no options to update it. A HTML page, however, can be updated and so it has to.

The paper book is a very fixed form, as Florian Cramer points out. You can always pick up and read it: the technology to access a paper book will never be outdated, it is just there. In that way, it stands opposite to the web, where every page is created when asked for and therefore changes a lot. Thus HTML, as part of the web, is not really a useful format for preserving texts, as the electronic equivalent of a book. For texts that we want to preserve we should take another format with less maintenance work.

An offline HTML file could also be used for preserving data, but for that purpose, ePub is a more efficient format. The ePub-format contains very clean HTML, in a very basic way that does not require much maintenance. Also, the compression of ePub makes it a better choice for offline storage and reading.

So, let's use online HTML for reading the e-news and ePub for reading the e-books.

De maand van het digitale boek

Oké, misschien is dit niet hét moment om hiermee te binnen (op het moment van schrijven is het elf uur 's avonds op een vrijdag), maar ik heb een plan. De maand maart is hier op Seblog de maand van het digitale boek. Pam pam. Jawel, het digitale boek.

Het idee is als volgt: de komende maand schroef ik mijn blogproductie op. Ik ga een beetje openbaar nadenken over de voors en tegens van de digitalisering van het boek en af en toe gooi ik er zelfs wat keiharde theorie doorheen die ik verzamel bij het beeldschone vak The Digital Book, dat ik nu volg voor mijn master Redacteur/editor. Voor dat vak moet ik drie Engelse stukken schrijven voor een blog met de veelzeggende naam 'Masters of Media'. Dan zijn de eerste drie posts voor de maand van het digitale boek al binnen, want ik plaats ze natuurlijk ook gewoon op Seblog.

Nu deze aankondiging is gemaakt ga ik nog even een geinig bolletje knutselen om het allemaal wat kracht bij te zetten. Een lijst van mogelijke onderwerpen ligt al klaar. Het is nog nét 1 maart, dus ik zeg: laat het beginnen.

Naast 'n gaydar heb ik ook 'n Leidsestudentendar. Je herkent ze gewoon aan de details in hun voorkomen. Ze zijn anders dan andere studenten.

Zoals op Italiaanse modebladen

Voor het schrijversgenootschap 'De Voorheen Lege Bladzijde' schreef ik als gastschrijver een verhaal bij het thema 'onderweg'.

We zijn weg. Achter me toetert een BMW als ik van rijstrook wissel. Naomi zit naast me en probeert een boek te lezen, voeten op de blazers, op het dashboard.

De muziek is uit. In de autoradio zit een cd van mij, maar die wil Naomi niet, net zo min als de Franse radio. Ze slaat een pagina om.

Ik denk aan hoe de ochtend begon. De auto was al vroeg heet en Naomi had haar zomerjurk aan. Verder hadden we vrijwel niets bij ons. Als je weg wil moet je niet te veel meenemen, had ze gezegd toen ik de kamer rondkeek, toen ze voorstelde om weg te gaan.

Ik knipper braaf en ga terug naar de rechter rijstrook. De camper die we hebben ingehaald snort stevig door, toch blijft de afstand tussen ons langzaam groter worden. Het verschil tussen vakantie en vluchten is misschien niet groter dan dat verschil in snelheid.

Er brandt een lampje op het dashboard. Brandstof, zeg ik. Naomi kijkt op, tuurt naar de bosjes met daarachter het graan. In haar boek zouden hier geen windmolens staan, hooguit vogelverschrikkers. Het duurt even, eerst twee lege paaltjes, dan komt er een bord. Nog een kilometer, zegt ze en slaat een bladzijde om.

Ze leest On The Road, van alle boeken die ze mee had kunnen pakken. Waarschijnlijk had ze hem al klaar liggen voor vandaag. Ze zal zeggen dat dit dan de reis is waar ze al haar hele leven naar toe leeft. Het is te makkelijk.

Als we de afslag op rijden slaat Naomi het boek dicht. Ze kijkt recht voor zich, alsof we anders van de weg zouden raken. Ik zie dat ze zich onder haar jurk vasthoudt. Ondanks dat parkeer ik kaarsrecht bij de tank. Ik klik mijn riem los.

Naomi stapt ook uit en kijkt om zich heen, naar het landschap achter de weg. Ik open de brandstoftank en kies een slang. Naomi loopt naar de tankshop en ik kijk haar na. Ik kijk langs de winkel naar de weg, naar de dingen die nog komen gaan. Dan slaat de pomp af.

Binnen koelt de airco elke sfeer. Ik kijk nog even rond bij de tijdschriften terwijl Naomi snoepgoed vergelijkt. Ze lacht naar me. Ze moet plassen, zegt ze. Ik knik, ik betaal alvast. Terwijl ik in de auto op haar wacht tel ik drie rode auto’s.

Als we weer rijden rommelt Naomi in haar jurk. Ze haalt een koud blikje bier tevoorschijn en zet de radio aan. We zijn Franse criminelen, zegt ze als het blikje opensist.

In de trein. Na de enorme, stinkende hond in het gangpad nu dames met enorme tassen van de huishoudbeurs. Ze hebben helemaal niets gekregen.

WriteNow!-column: Gefeliciteerd, u gaat door voor de roman

Hij is er weer, de WriteNow!-column! Je vindt hem op de site van WriteNow!.


Het valt me op dat jonge schrijvers vaak van roman-schrijven dromen, maar ondertussen korte verhalen schrijven. Het korte verhaal is dan het opstapje naar het grote verhaal. Gek eigenlijk, want een roman is een heel andere tak van sport.

Ik heb gehoord dat Maartje Wortel, winnaar van Write Now! 2007, ook met dat verschil worstelde. Met haar verhalenbundel Dit is jouw huis kreeg ze veel aandacht, mede omdat ze er de Anton Wachterprijs voor het beste literaire debuut mee won. Voor haar tweede boek, Half mens, was iedereen veel strenger: het was immers haar tweede boek. Onterecht, vond Maartje, want het was pas haar eerste roman.

Toch worden korte verhalen en romans in elkaars verlengde gezet. Hoeveel verhalenwedstrijden zijn er wel niet, waarbij de winnaar een roman mag uitgeven? Bij Write Now! win je gelukkig gewoon een MacBook, dat is onpartijdig. En boekenbonnen, daar mag je helemaal zelf van weten wat je ervoor koopt.

Goed, punt gemaakt, een kort verhaal is geen korte roman. Maar wat is een kort verhaal dan wel? Er zijn schrijvers die het aan elkaar schrijven, kortverhaal, om zo nog duidelijker aan te geven dat het hier niet om een korte roman gaat. Er zijn ook schrijvers die het een zkv noemen (zeer kort verhaal, tot ongeveer 220 woorden) of espressofictie (25 tot 60 woorden, probeer dat maar eens). Je moet er van houden.

De fijnste manier om naar een kort verhaal te kijken is de metafoor die Ton Rozeman gebruikt in zijn boek Korte verhalen schrijven. Dat boek heb ik puur voor die metafoor gekocht (die ik eigenlijk al in de boekhandel ontdekte). In de rest van het boek werkt hij de metafoor nog verder uit, maar dat heb ik nog niet gelezen. De metafoor die hij gebruikt is de metafoor van de foto, met het fotografiecliché 'een foto zegt meer dan duizend woorden.'

Zoals een foto meer zegt dan duizend woorden, zo zegt een verhaal van 1000 woorden ook meer dan duizend woorden. Een goed kort verhaal suggereert meer dan het vertelt. Je krijgt bij een kort verhaal het gevoel dat je even een inkijkje krijgt in een veel grotere wereld, die je net als het interessant begint te worden weer verlaat. (Spannend!)

Een roman is totaal anders. Een roman is meer een web van verhaallijnen die door elkaar draaien, losser en vaster, maar aan het eind (meestal) weer bij elkaar komen. In een roman heb je de tijd om een personage volledig uit te werken, of in ieder geval meer dan in een verhaal. Een kort verhaal heeft geen epische voorgeschiedenis nodig.

Natuurlijk zijn dit regeltjes die je vooral weer moet vergeten als je gaat schrijven. Maar gooi ze niet volledig weg, hou ze in je achterhoofd. Want iets maakt jouw tekst een tekst, en dat is dat je tekst op andere teksten lijkt. Dan is het goed om te weten hoe die andere teksten er uit zien. Succes.

Meer laden