Log in
Seblog.nl

Seblog.nl

Mag de Nijhoffprijs volgend jaar naar de vertalers van Animal Crossing? Het is echt een goed spel, juist ook in het Nederlands. Ik kwel Blathers met elk insect dat ik vind om te horen wat hij nu weer tegen het beest heeft.

Mag ik jullie even lastig vallen met #animalcrossing? Dit is mijn uit de hand gelopen hobby... Nook wilde er maar 5 hebben, maar ik vond veel meer beesten.

Inmiddels is zijn vriend Blathers op mijn eiland neergestreken, omdat die wel potentie zag in mijn verzameldrift. Probleem is alleen: hij wilde er maar 15 hebben en is nu druk bezig met de papieren voor een museum.

Dus voor de time being heb ik de boel maar even bij hem voor de tent neergezet. Wat ik zeg: uit de hand gelopen hobby.

De fossielen die ik vond laat ik wel even lekker thuis. Zou niet willen dat ze nat worden!

Ik heb Animal Crossing en een week vakantie genomen en hou nu tegen collega’s vol dat dat zo gepland was, maar ik vrees nu al dat de grap me gaat inhalen en ik inderdaad de rest van de week op mijn eiland zit.

Ja ik speel dus sinds een tijdje piano. Ben nu bezig met ‘The Entertainer’ van Scott Joplin.

– Hm, dat ken ik niet...

Tuurlijk wel, dikke tieten kartoffelsalat.

– O die!

O jee, ik heb bij de AH twee Ben&Jerry’s gekocht omdat ze in de bonus waren, maar er past er nog maar één in de vriezer. Wat nu?~~

Het hele punt van zo’n mondkapje ook over je neus dragen is natuurlijk dat je dan te weinig lucht krijgt als je verkouden bent. In dat geval moet je namelijk gewoon lekker thuisblijven.

Een déjà-vu hebben tijdens het lezen van berichten over corona is echt heel creepy. Ik hou maar even vast aan het idee dat ze veroorzaakt worden door te weinig slaap.

Ik moet toch ook een beetje terugkomen op wat ik net dacht over de koning. Hij deed het heel goed en het was een indrukwekkende rede, maar ik weet ook niet zo goed wat ik er nou mee moet.

Het meest geciteerde stukje:

Het minste wat we kunnen doen is: niet wegkijken. Niet goedpraten. Niet uitwissen. Niet apart zetten. Niet ‘normaal’ maken wat niet normaal is. En: onze vrije, democratische rechtsstaat koesteren en verdedigen. Want alleen die biedt bescherming tegen willekeur en waanzin.

Het is zo gek dat dat enerzijds kan worden gelezen als een heel verbindende boodschap: zet niet, zoals we dat 80 jaar geleden deden met de Joden, een groep apart. Zie de mensen als mensen. Zoiets.

Maar tegelijkertijd zijn daar dat woord ‘wegkijken’, wat dus echt zo’n term is die gebruikt wordt om moslims in een hoek te duwen, momenteel. En dat ‘normaal’ tussen aanhalingstekens. Ik kan dat ook ontzettend homofoob lezen, want zo wordt dat ook wel gebruikt.

Ik weet gewoon eigenlijk niet goed wat ik ermee moet.

De volgende dag pas zag ik ook de toespraak van Grünberg. Zijn boodschap staat natuurlijk los van die van de koning, maar de boodschap is wel duidelijk. Ik laat deze post hier wel staan, want ik blijf het een gekke bewoording vinden.

Te zijn is zich verplaatsen

Gister vond ik bij het opruimen een bioscoopkaartje. Het is gedateerd zondag 23 februari 2020, en 1917, maar dat laatste verwijst naar de film die ik zag. Het was de laatste keer dat ik mijn Cinevillepas gebruikte voor De Situatie aanving, en het voelt nu als zo’n gek concept: met zo veel mensen dicht op elkaar twee uur lang in een kleine ruimte zitten.

Volgens mij is dit de laatste keer dat ik zoiets gewoon deed. Het weekend erna waste ik mijn handen toen ik bij vrienden aankwam, gingen we wel nog uit. Het weekend dáárna vroeg ik me af of ik bij een verhuizing handen had moeten schudden – onopvallend wassen na afloop om niet gek te lijken, maar wel voorzichtig te zijn – en ging ik niet naar het Nijmeegs Boekenfeest, want eng.

Maar dit bewuste weekend ging ik dus naar de film, in Utrecht, alleen, wat ik wel vaker doe sinds ik een Cinevillekaart heb. Het was niet het doel van de trip naar Utrecht, meer ‘o, dat kan ik ook nog doen’, meer ‘nu ik er toch ben’. Het was fijn om na een lang weekend even tussen de mensen te zitten, ook al kende ik ze niet en ook al werd ik vooral de film in gezogen.

Die vrijdagochtend begon mijn weekend namelijk met de vraag hoe dat ene 3D-programma heette, en een donut en een glas koffie later had ik zondagmiddag behoorlijk vierkante ogen. Maar wel ogen die dat weekend intensief bezig waren geweest met lichtval en hoe een drie-dimensionale wereld kan worden uitgedrukt op een vlak. Met andere woorden: ik wilde kunst zien.

Dus, ik de trein in, wist ook niet precies waarheen, maar kwam uiteindelijk in het Centraal Museum in Utrecht terecht. Iets minder dan anderhalf uur nadat ik besloot dat ik een schilderij uit zestienhonderd-zoveel wilde zien, stond ik oog in oog met De Fluitspeler, en vond ik ook mooie stadsgezichten met fraaie lichtvallen. Ik voelde me zo rijk, dat dit kon, dat ik dit kon besluiten te gaan, dat ik toegang had tot deze rijke kunstschatten.

Flashback naar Disneyland Parijs, ik moet acht geweest zijn of zo. Ik weet niet of alle beelden die ik me herinner niet stiekem uit latere reclames komen. Sommige zullen kloppen. Er was een blaar in een waterschoentje, dat is echt, dat laten ze je niet zien op TV. Maar, de hoofdherinnering is deze:

We lopen op het grote plein, we zien het kasteel, en ik weet het: we zijn nu in Disneyland Parijs, het echte Disneyland Parijs, alles is hier. En het is dan dat ik besluit dat ik dit niet moet vergeten, dat ik nu in het moment moet zijn, als een checkpoint. Dat als ik later twijfel, ik weer terug kan gaan naar dat moment, waarop ik beloofde: ik heb goed opgelet, op dat ene moment, en dit was echt.

Later in mijn leven heb ik meer van dat soort checkpoints gemaakt, minder makkelijk terug te vinden in mijn geheugen dan die in Disneyland Parijs, maar met hetzelfde doel: ik weet dat ik op bepaalde plekken echt was, omdat ik er even bij stilgestaan heb dát ik er was, toen ik er was.

En terugkijkend op die gewoonte vanuit een stilstaand moment in het leven: het gaat hierbij bijna minder om de herinnering. Om de herinnering terug te halen kan je een paar foto’s bekijken, die niet eens door jezelf genomen hoeven te zijn. Het gaat om het moment dat je die mentale foto maakt, dat je even echt ergens bent door er ook met je volledige bewustzijn te zijn.

Het is makkelijk te denken: dat kasteel, daar moeten we naartoe, en dan Space Mountain, en voor je het weet lig je weer in een tent op een camping aan de rand van Parijs en vraag je je af waarom het toch zo snel ging, die dag. Ik ben blij dat ik dat al vroeg door had – al moet ik mezelf er nog steeds aan herinneren.

Wat dat betreft is het nu een beetje in dat tentje liggen. Ik geloof niet dat er een periode in mijn leven is waarin ik zo lang binnen een cirkel van 15km ben gebleven. (Mijn broertje ging met 4 weken al onder de arm mee het vliegtuig in naar de Canarische eilanden: ook toen al kwamen we ergens.) Het voelt gek, want normaal verplaats ik me altijd graag door heel Nederland en soms verder. Te zijn is zich verplaatsen.

Maar vergeet ook niet dat we nu zijn. Dat tentje aan de rand van Parijs is óók een plek. En zo ook thuis.

Gister heb ik dus foto’s gemaakt van de zooi die mijn huis nu is. Of was, want daarna dus opgeruimd. Deze periode niet leuk is, maar de kans is groot dat je hem vergeet. Er gebeurt te weinig om te onthouden. Maak herinneringen, foto’s en objecten. Want ook dit is fijn om op terug te kijken.

Maar dus bovenal: haal adem en kijk naar die kamer om je heen. Maak een momentopname.

Meer laden