Log in
Seblog.nl

Seblog.nl

Ik moet toch ook een beetje terugkomen op wat ik net dacht over de koning. Hij deed het heel goed en het was een indrukwekkende rede, maar ik weet ook niet zo goed wat ik er nou mee moet.

Het meest geciteerde stukje:

Het minste wat we kunnen doen is: niet wegkijken. Niet goedpraten. Niet uitwissen. Niet apart zetten. Niet ‘normaal’ maken wat niet normaal is. En: onze vrije, democratische rechtsstaat koesteren en verdedigen. Want alleen die biedt bescherming tegen willekeur en waanzin.

Het is zo gek dat dat enerzijds kan worden gelezen als een heel verbindende boodschap: zet niet, zoals we dat 80 jaar geleden deden met de Joden, een groep apart. Zie de mensen als mensen. Zoiets.

Maar tegelijkertijd zijn daar dat woord ‘wegkijken’, wat dus echt zo’n term is die gebruikt wordt om moslims in een hoek te duwen, momenteel. En dat ‘normaal’ tussen aanhalingstekens. Ik kan dat ook ontzettend homofoob lezen, want zo wordt dat ook wel gebruikt.

Ik weet gewoon eigenlijk niet goed wat ik ermee moet.

De volgende dag pas zag ik ook de toespraak van Grünberg. Zijn boodschap staat natuurlijk los van die van de koning, maar de boodschap is wel duidelijk. Ik laat deze post hier wel staan, want ik blijf het een gekke bewoording vinden.

Te zijn is zich verplaatsen

Gister vond ik bij het opruimen een bioscoopkaartje. Het is gedateerd zondag 23 februari 2020, en 1917, maar dat laatste verwijst naar de film die ik zag. Het was de laatste keer dat ik mijn Cinevillepas gebruikte voor De Situatie aanving, en het voelt nu als zo’n gek concept: met zo veel mensen dicht op elkaar twee uur lang in een kleine ruimte zitten.

Volgens mij is dit de laatste keer dat ik zoiets gewoon deed. Het weekend erna waste ik mijn handen toen ik bij vrienden aankwam, gingen we wel nog uit. Het weekend dáárna vroeg ik me af of ik bij een verhuizing handen had moeten schudden – onopvallend wassen na afloop om niet gek te lijken, maar wel voorzichtig te zijn – en ging ik niet naar het Nijmeegs Boekenfeest, want eng.

Maar dit bewuste weekend ging ik dus naar de film, in Utrecht, alleen, wat ik wel vaker doe sinds ik een Cinevillekaart heb. Het was niet het doel van de trip naar Utrecht, meer ‘o, dat kan ik ook nog doen’, meer ‘nu ik er toch ben’. Het was fijn om na een lang weekend even tussen de mensen te zitten, ook al kende ik ze niet en ook al werd ik vooral de film in gezogen.

Die vrijdagochtend begon mijn weekend namelijk met de vraag hoe dat ene 3D-programma heette, en een donut en een glas koffie later had ik zondagmiddag behoorlijk vierkante ogen. Maar wel ogen die dat weekend intensief bezig waren geweest met lichtval en hoe een drie-dimensionale wereld kan worden uitgedrukt op een vlak. Met andere woorden: ik wilde kunst zien.

Dus, ik de trein in, wist ook niet precies waarheen, maar kwam uiteindelijk in het Centraal Museum in Utrecht terecht. Iets minder dan anderhalf uur nadat ik besloot dat ik een schilderij uit zestienhonderd-zoveel wilde zien, stond ik oog in oog met De Fluitspeler, en vond ik ook mooie stadsgezichten met fraaie lichtvallen. Ik voelde me zo rijk, dat dit kon, dat ik dit kon besluiten te gaan, dat ik toegang had tot deze rijke kunstschatten.

Flashback naar Disneyland Parijs, ik moet acht geweest zijn of zo. Ik weet niet of alle beelden die ik me herinner niet stiekem uit latere reclames komen. Sommige zullen kloppen. Er was een blaar in een waterschoentje, dat is echt, dat laten ze je niet zien op TV. Maar, de hoofdherinnering is deze:

We lopen op het grote plein, we zien het kasteel, en ik weet het: we zijn nu in Disneyland Parijs, het echte Disneyland Parijs, alles is hier. En het is dan dat ik besluit dat ik dit niet moet vergeten, dat ik nu in het moment moet zijn, als een checkpoint. Dat als ik later twijfel, ik weer terug kan gaan naar dat moment, waarop ik beloofde: ik heb goed opgelet, op dat ene moment, en dit was echt.

Later in mijn leven heb ik meer van dat soort checkpoints gemaakt, minder makkelijk terug te vinden in mijn geheugen dan die in Disneyland Parijs, maar met hetzelfde doel: ik weet dat ik op bepaalde plekken echt was, omdat ik er even bij stilgestaan heb dát ik er was, toen ik er was.

En terugkijkend op die gewoonte vanuit een stilstaand moment in het leven: het gaat hierbij bijna minder om de herinnering. Om de herinnering terug te halen kan je een paar foto’s bekijken, die niet eens door jezelf genomen hoeven te zijn. Het gaat om het moment dat je die mentale foto maakt, dat je even echt ergens bent door er ook met je volledige bewustzijn te zijn.

Het is makkelijk te denken: dat kasteel, daar moeten we naartoe, en dan Space Mountain, en voor je het weet lig je weer in een tent op een camping aan de rand van Parijs en vraag je je af waarom het toch zo snel ging, die dag. Ik ben blij dat ik dat al vroeg door had – al moet ik mezelf er nog steeds aan herinneren.

Wat dat betreft is het nu een beetje in dat tentje liggen. Ik geloof niet dat er een periode in mijn leven is waarin ik zo lang binnen een cirkel van 15km ben gebleven. (Mijn broertje ging met 4 weken al onder de arm mee het vliegtuig in naar de Canarische eilanden: ook toen al kwamen we ergens.) Het voelt gek, want normaal verplaats ik me altijd graag door heel Nederland en soms verder. Te zijn is zich verplaatsen.

Maar vergeet ook niet dat we nu zijn. Dat tentje aan de rand van Parijs is óók een plek. En zo ook thuis.

Gister heb ik dus foto’s gemaakt van de zooi die mijn huis nu is. Of was, want daarna dus opgeruimd. Deze periode niet leuk is, maar de kans is groot dat je hem vergeet. Er gebeurt te weinig om te onthouden. Maak herinneringen, foto’s en objecten. Want ook dit is fijn om op terug te kijken.

Maar dus bovenal: haal adem en kijk naar die kamer om je heen. Maak een momentopname.

Ik roep al een tijdje dat dingen maken helpt, vooral tegen mezelf geloof ik, maar vergat daarbij het huis te stofzuigen. Het huis stofzuigen helpt óók.

Het is natuurlijk geen geheim dat alles wat je bedenkt al bestaat. Er waren tijden dat ik daar heel bedroefd van werd, want wat maak je zelf dan nog? (Tip: het zit in de uitvoering.)

Een paar weken geleden bedacht ik me dat het tof zou zijn als er een videobel-app was waarbij je alle deelnemers op een kaartje plot. Je kan dan op dat kaartje aangeven waar je bent, en hoe dichter je bij iemand staat, hoe beter je diegene hoort. Zo kan je toch nog een beetje samenkomen met een groep mensen, zonder dat je gelijk een voorzitter nodig hebt.

In zijn nieuwsbrief OPEN wijst Frank ons erop dat iemand exact dat gemaakt heeft. Scheelt mij weer uren in WebRTC frotten. Aanschouw Online Town. Binnenkort eens uitproberen.

The long run

Tweeënhalve week geleden, toen we al drie weken thuis zaten, schreef ik dit naar een vriend van me:

Nee, er is voorlopig niet echt een zichtbaar einde. Ik moet daarvoor dus steeds denken aan het gevoel dat je bij een hardloopwedstrijd zoals de Zevenheuvelenloop hebt, ter hoogte van dat tankstation...

Je bent net gestart en daar staan allemaal mensen langs de kant te schreeuwen, maar als je dus bij dat tankstation komt begint de stad een beetje op te raken, dus worden de mensen minder. Je merkt opeens dat je niet meer in een soort high zit van de start, maar dat je gewoon aan het hardlopen bent, en dat dat eigenlijk net als normaal een beetje ongemakkelijk is, ook omdat je eigenlijk veel te snel bent gegaan in de afgelopen kilometer.

Het voelt heel erg alsof we dus nu op dat moment zitten waarop je je dan herpakt, en niet meer gaat vertrouwen op die high, maar juist op het feit dat je getraind hebt.

Dus je gaat wat minder snel lopen, let wat meer op je ademhaling en stelt je mentaal in: je moet nog even rustig aan doen, want we hebben nog 14km te gaan.

Zo voel ik me nu :/

Het kwam vooral omdat Mark Rutte in zijn persconferentie net had gezegd dat we niet eens voorbij het begin van het begin waren. Ik denk dat de metafoor nog steeds redelijk staat voor mij, want nog steeds is dit voor iemand die gezond is en vanuit huis kan werken (waar ik me erg gelukkig mee prijs) eigenlijk voornamelijk een kwestie van volhouden.

En helaas zitten we nu — als ik de metafoor van de Zevenheuvelenloop mag aanhouden — op die lange Nijmeegse baan. We zijn de stad nu echt uit en niemand klapt meer langs de kant. De mensen om je heen keren meer in zichzelf, in hun eigen ritme en hoofd, en zo werkt de stroom zich eenzamer maar met z’n allen de eerste heuvel op.

Dit is ook het punt waarop je de eerste lopers langs de kant ziet terugwandelen richting Nijmegen. Je zou willen roepen dat ze vol moeten houden, maar het is lastig om iemand te overtuigen die al heeft opgegeven. Bovendien moet je aan je eigen adem denken. Gelukkig blijft de grote stroom renners wel de heuvel op gaan. We zitten nog steeds in de race, we moeten gewoon nog een eind volhouden. Maar eerst de komende kilometer, de rest komt later wel.

Meer laden