The long run

Tweeënhalve week geleden, toen we al drie weken thuis zaten, schreef ik dit naar een vriend van me:

Nee, er is voorlopig niet echt een zichtbaar einde. Ik moet daarvoor dus steeds denken aan het gevoel dat je bij een hardloopwedstrijd zoals de Zevenheuvelenloop hebt, ter hoogte van dat tankstation...

Je bent net gestart en daar staan allemaal mensen langs de kant te schreeuwen, maar als je dus bij dat tankstation komt begint de stad een beetje op te raken, dus worden de mensen minder. Je merkt opeens dat je niet meer in een soort high zit van de start, maar dat je gewoon aan het hardlopen bent, en dat dat eigenlijk net als normaal een beetje ongemakkelijk is, ook omdat je eigenlijk veel te snel bent gegaan in de afgelopen kilometer.

Het voelt heel erg alsof we dus nu op dat moment zitten waarop je je dan herpakt, en niet meer gaat vertrouwen op die high, maar juist op het feit dat je getraind hebt.

Dus je gaat wat minder snel lopen, let wat meer op je ademhaling en stelt je mentaal in: je moet nog even rustig aan doen, want we hebben nog 14km te gaan.

Zo voel ik me nu :/

Het kwam vooral omdat Mark Rutte in zijn persconferentie net had gezegd dat we niet eens voorbij het begin van het begin waren. Ik denk dat de metafoor nog steeds redelijk staat voor mij, want nog steeds is dit voor iemand die gezond is en vanuit huis kan werken (waar ik me erg gelukkig mee prijs) eigenlijk voornamelijk een kwestie van volhouden.

En helaas zitten we nu — als ik de metafoor van de Zevenheuvelenloop mag aanhouden — op die lange Nijmeegse baan. We zijn de stad nu echt uit en niemand klapt meer langs de kant. De mensen om je heen keren meer in zichzelf, in hun eigen ritme en hoofd, en zo werkt de stroom zich eenzamer maar met z’n allen de eerste heuvel op.

Dit is ook het punt waarop je de eerste lopers langs de kant ziet terugwandelen richting Nijmegen. Je zou willen roepen dat ze vol moeten houden, maar het is lastig om iemand te overtuigen die al heeft opgegeven. Bovendien moet je aan je eigen adem denken. Gelukkig blijft de grote stroom renners wel de heuvel op gaan. We zitten nog steeds in de race, we moeten gewoon nog een eind volhouden. Maar eerst de komende kilometer, de rest komt later wel.