Log in
Seblog.nl

Seblog.nl

Ik heb vanavond met stokjes gegeten. Op een matje op de grond, uit een kom. Ik moet zeggen: het is veel puurder eten. Ik voel me herboren.

Rituelen

_De mens is een triest zoogdier dat zich kamt_ – César Vallejo

1.

Het is zonnig dus ik besluit met mijn centrumfiets naar het centrum terug te fietsen. Hij staat in de Bijlmer omdat ik uit ben geweest en er 's nachts geen metro's rijden. Het is acht kilometer naar het centrum, te doen voor midden in de nacht en lekker voor een fietstochtje met mooi weer.

We waren uit op het Leidseplein. Dat was niet mijn keuze, maar de internationale studenten van de master New Media gingen erheen. De hele week waren we in de weer geweest met een project voor het vak The Digital Book. Het was wonderlijk: waar we zeven weken als twee fronten tegenover elkaar zaten – New Media en Redacteur/editor – leerden we elkaar in de achtste week echt kennen. Het gevolg was een 'borrel' (dat woord hadden ze in hun Engels opgenomen) die eindigde op het Leidseplein.

Het feest begon nogal hipster, werd daarna iets mainstreamer maar bleef over het algemeen best hip. Ik weet ook niet of dat allemaal de goede termen zijn, het punt is dat ik me niet tot de doelgroep van de avond telde. Maar de muziek was fijn, dus het werd alsnog laat. Laat genoeg om vandaag terug te fietsen naar het centrum.

2.

De fietstocht uit de Bijlmer begint droevig: je moet eerst door Duivendrecht. Ik heb niets tegen Duivendrecht, maar ik ben altijd blij als ik er doorheen ben. Daarna is het een mooie tocht, langs de Weespertrekvaart naar station Amstel en vanaf daar verder over de Weesperzijde. Langzaam zie je de stad groeien en dichter worden.

Als je dichter bij het centrum komt, kom je langs Carré en de Hermitage. Maar niet vandaag: de Hermitage is hermetisch afgesloten. Er zijn hekken en er varen politieboten over de Amstel. Om de politiehaag heen zijn bruggen afgezet met geel lint. 'Do not frighten President Putin,' staat erop, 'keep this area human rights free,' met verder teksten als 'critical journalists not allowed' en 'no gay propaganda beyond this point'. Ik kijk ernaar en maak foto's.

Honderd meter verder fiets ik langs het stadhuis van Amsterdam. Op een rijtje hangen daar de vlag van Europa, de vlag van Nederland, de vlag van Amsterdam en de regenboogvlag.

3.

De centrumfiets staat altijd op Nieuwmarkt. Dat is een prettig metrostation als basis, om van daaruit het centrum te befietsen. Ik voel een bepaalde verbondenheid met de Nieuwmarkt die ik niet goed kan verklaren. Misschien is het omdat ik er bijna een kamer had, misschien is het omdat Nijmegen via het Latijnse Novio Magus ook Nieuwmarkt heet.

Nieuwmarkt en de Zeedijk staan bekend als het middelpunt van de Chinatown van Amsterdam. Ik kom hier voor eetstokjes. Vorig weekend was ik in Eindhoven bij N. en T. We gingen uit eten in het echte Chinese restaurant tegenover het station. Vergeet de bami en de foe yong hai, om ons heen zaten alleen echte Chinezen aan tafel. Voor ons lagen eetstokjes van plastic op een porseleinen balkje. Dat balkje, dacht ik terwijl ik at, dat is beschaving.

De week ervoor las ik Rituelen van Cees Nooteboom. In het tweede deel van dat boek – het intermezzo niet meegerekend – voert een jongen een Japanse theeceremonie uit. Het staat tegenover de Katholieke rituelen uit het eerste deel, waar de hoofdpersoon Inni in thuis is (zij het niet van harte, uiteraard). Maar niet alleen Inni, ook de jongen is, ondanks zijn kundige studie, niet écht thuis in de ceremonie. Zijn Indisch-Westerse roots stroken niet met de Japanse roots die hij zichzelf aanmeet. Het is zijn traditie niet.

4.

Met plastic eetstokjes en vier porseleinen balkjes in mijn tas sta ik in een roepende en joelende menigte. Overal zijn regenboogvlaggen en op het podium staat een travestiet in een zwaar overdreven traditioneel Russische jurk. Ik hoor 'Poetin go home-o' door flarden Lady Gaga.

Aan de overkant van het water dineert Poetin in het Scheepvaartmuseum. 'Jullie kijken allemaal naar mij,' roept een zangeres op het podium, 'maar jullie moeten daarheen roepen.' Ze wijst naar het voormalige Zeemagazijn, de onneembare vesting. 'Zodat het bestek daar aan de overkant trilt op tafel,' heeft de voorzitter van COC Nederland zegt. Mensen juichen en roepen.

Stipt om acht uur eindigt de demonstratie op het podium. Zo lang duurde de vergunning. Er schuift een dj-tafel naar voren en er begint een feest – voor zover het niet al een feest was. Ik maak oogcontact met jongens en voel me vies, gebruik te maken van de situatie. Na een tijdje sta ik traditiegetrouw tegen een muur. Ik besluit te gaan.

5.

Bij de Albert Heijn op Waterlooplein zie ik nog veel homo's, zelfs zo ver van de demonstratie nog. Dat, of mijn gaydar is op hol geslagen door de drukte van daarvoor. Maar de demonstratie helpt me wel een beetje: er lopen jongens rond met regenboogvlaggetjes op hun wang. Hadden ze dat altijd maar.

Op mijn telefoon zoek ik een recept voor mapo tofu, het bekendste tofugerecht uit de Sichuan keuken. Er moet een soort peper in die ze waarschijnlijk wel hadden in de Chinese supermarkt van eerder, maar niet in de Albert Heijn. Ik neem een Indische boemboe met dezelfde kleur en zoek er tofu bij.

Buiten hangt een slinger geel afzetlint voor Poetin. Het is aan één kant losgerukt en wappert in de wind. Ik blijf even staan en twijfel. Ja, denk ik, en ik pak het wapperende uiteinde en scheur een stuk af, 'indepentent lawyers keep out'. Naast me staat opeens een vrouw. 'Waarom neemt u meneer?' 'Dit was al zo,' verweer ik mezelf. 'Maar waarom néémt u meneer?' Ik steek een hand op en loop weg.

6.

Ik denk na in de metro. Waarom neem ik? Om te bewaren voor later. De opruimingsdienst gaat het toch weggooien en ik wil graag een stukje hebben. Maar waarom neem ik? Ik kan de herinnering ook in mijn hoofd bewaren, of opschrijven. Waarom neem ik? Moet ik per se eetstokjes met een porseleinen balkje hebben? Het is niet mijn traditie.

Er komen twee jongens van mijn leeftijd tegenover me zitten. Ze dragen zwarte kleren. Mijn oog valt op hun naambordje. De kerk van Jezus Christus, staat erop, van de heiligen der laatste dagen. Ik kijk snel uit het raam. We rijden langs station Amstel. 'Zie je die toren?' vraagt Elder Sumter aan de ander, 'die kan je vanuit heel Amsterdam zien. Als je ergens bent en je ziet die toren, dan weet je waar Amstel is. Een soort kompas.' Elder Cockbain knikt.

Elder Sumters telefoon gaat. Zoals net tegen Elder Cockbain praat hij half Nederlands, half Engels. Als hij ophangt komt een derde jongen kijken. 'Ze zitten in Zaandam,' zegt Elder Sumter. Ze hebben de bus gepakt, maar hadden beter de trein kunnen nemen. 'Het maakt niet uit,' zegt Elder Sumter, 'ze komen wel thuis.' Als ik uitstap gaat Elder Farmer op mijn plek zitten. Ze komen wel thuis.

WriteNow!-column: Winnen of verliezen?

Dat was 'm dan alweer, mijn columnreeks voor WriteNow!.


De deadline voor Write Now! is verstreken en dat betekent dat dit alweer mijn laatste column is. Er breekt een spannende periode aan voor iedereen die heeft ingezonden: het wachten op de prijsuitreiking. Zou je wat gewonnen hebben?

Er zijn een paar mogelijkheden. Een van die mogelijkheden is dat je de eerste prijs hebt gewonnen. Hoera, 250 euro aan boekenbonnen en heel veel likes op Facebook (er wel even zelf opzetten dat je gewonnen hebt). Ook met plek twee en drie mag je blij zijn, want ook daarbij zijn er boekenbonnen en likes. En wie weet sta je dan alsnog in de finale, als je een wildcard wint.

De kans is veel groter dat je niet wint, helaas. Bij elke wedstrijd zijn er nou eenmaal meer verliezers dan winnaars, daarom is het winnen nou juist zo leuk. Maar: als je nu verliest betekent dat niet dat je niet kan schrijven. Het kan nog helemaal goed met je komen. Een anekdote uit eigen doos.

In 2007 schreef ik een verhaal over een man die al jaren een locker in het Gemeentemuseum in Den Haag had. Gewoon, euro erin en de sleutel meenemen. Wat hij daar precies bewaarde is me even ontgaan, maar op de bewuste dag van het verhaal was de locker leeg. Volledig van de kaart wandelt hij de deur uit. In de laatste alinea loopt hij opeens onder een tram, maar wordt tóch niet geraakt. Einde verhaal.

Ik dacht dat jaar écht dat ik zou winnen met dat verhaal. Ik weet niet precies hoe ik me dat in mijn hoofd haalde. Het zullen de aanmoedigingen van mijn docent Nederlands wel zijn geweest (die dit verhaal overigens niet gelezen had).

Vol goede moed ging ik naar de uitreiking in Leiden. Ik kwam de zaal binnen en zag daar allemaal andere mensen zitten. Ik dacht: als ik win, hebben zij niet gewonnen. Hm, niet winnen. Toen eenmaal het juryrapport werd voorgelezen, begonnen ze met een eervolle vermelding. En dat was het moment dat ik dacht: wacht, het kan ook best zijn dat ik helemaal niets win. En inderdaad: nummer drie was ik niet, nummer twee was ik niet en – alsjeblieft, alsjeblieft – nee, ook nummer één was ik niet.

Teleurgesteld ging ik weer naar huis, helemaal klaar met alles. Ik heb er een paar jaar niet door geschreven, wat niet echt de goede reactie was. Gelukkig ben ik uiteindelijk weer begonnen met schrijven toen ik Nederlands ging studeren. Ik zag Write Now! weer langskomen en dacht: misschien moet ik het nog eens proberen. Tot mijn verbazing won ik in 2010 de derde prijs in Gouda. Winnen doe je kennelijk als je het niet verwacht.

Maar ja, verwachten. Het jaar erop stuurde ik in naar Den Haag. Ik zou bijna zeggen: omdat ik iets verwachtte te winnen won ik niets. Achteraf gezien was mijn tekst ook niet heel goed. Maar het was goed: als je denkt dat je er al bent, is het goed om op je bek te gaan, dan merk je dat je nog helemaal nergens bent en dat je er gewoon hard voor moet werken.

En met hard doorwerken won ik uiteindelijk vorig jaar in Nijmegen de eerste prijs. De moraal van het verhaal? Dat je gewoon door moet blijven schrijven en hard moet werken. Niets is moeilijk voor hen die willen, maar je moet wel doorzetten.

Bij de verdwijning van het boek als object

In het begin van de geschiedenis van het boek, was het boek en de tekst één ding. Wie een kopie van een bepaalde tekst wilde ging met het origineel naar een kopiist, die hem voor je overschreef. De eigenaar van het boek was de eigenaar van de tekst. De drager en de inhoud liepen naadloos in elkaar over.

Met de uitvinding van de drukpers veranderde die verhouding. Omdat er veel exemplaren van één boek werden gedrukt, werd een boek minder een uniek object. Dat veroorzaakte een splitsing van inhoud en drager: meerdere mensen konden hetzelfde boek gelezen hebben, maar toch fysiek andere boeken in de kast hebben staan.

Door de scheiding van inhoud en drager kwam er ook een scheiding in het eigendom: de drager is eigendom van de lezer die het boek gekocht heeft, de inhoud ervan is eigendom van de auteur en later de uitgever. (In het begin waren er alleen drukkers en auteurs, de uitgever kwam wat later.)

Toen kwam de digitale wereld. In de digitale wereld is het boek als object afgeschaft: alleen de inhoud is nog over, de drager is vervangen door een apparaat om op te lezen. Voor de handel in boeken is dat lastig: niet langer verkoop je het fysieke ding, maar puur de inhoud ervan. En die pure inhoud is door anderen makkelijk te verspreiden zonder tussenkomst van de uitgever.

Het gevolg is dat uitgevers en soortgelijke bedrijven op zoek gaan naar een eigen baai in de grote zee van het internet. Amazon is zo'n baai, waarin men boeken kan kopen en lezen, en Kindle is hun schip. Op de Kindle kan je alleen boeken van Amazon lezen en digitale boeken van Amazon zijn alleen te lezen op een Kindle. Door de duidelijk afgebakende baai kan Amazon beter in de gaten houden waar de boeken heen drijven en ze zo nodig terughalen.

Want dat kan Amazon: toen een uitgeverij bezwaar maakte tegen het verspreiden van een bepaald boek via de Kindle, verwijderde Amazon niet alleen het boek uit de winkel, maar ook van alle apparaten waar het boek al op stond.

Waar in de Middeleeuwen het bezit van het boek al vrijwel gelijk stond aan het bezit van de tekst, is in het digitale tijdperk het bezit van het boek volledig weg. Het boek is een dienst voor het apparaat dat we kopen, we bezitten er helemaal niets meer van.

We hebben het papier nog.

Meer laden