Log in
Seblog.nl

Seblog.nl

Een week zonder Facebook

Afgelopen week heb ik niet op Facebook gezeten. Wie dat analyseert, kan denken dat ik dat doe omdat ik vorige week dinsdag naar LUX Live ging. Het onderwerp van de avond was namelijk 'Wat Facebook allemaal van je weet': een avondje over privacy en vooral het schenden daarvan. Het is waarschijnlijk wel de aanleiding geweest voor mijn tijdelijke afwezigheid, maar toch voelt het voor mij niet als de reden ervan. De reden is de 'vind ik leuk'-knop. Misschien ken je dat, dat je iets neerzet en dat binnen een paar minuten een paar mensen op 'vind ik leuk' hebben geklikt. Dat voelt fijn. Je gaat dan je statusberichten zó schrijven dat er zo veel mogelijk mensen op 'vind ik leuk' knikken. Wat ik merkte: voor 3 mensen doe ik het niet, dan ben ik gewoon teleurgesteld. Vanaf 10 mensen ben ik een beetje tevreden. Vaak kijk ik niet eens wie het dan leuk vinden, het gaat gewoon om dat getalletje. En zodra ik merk dat ik blij word van hoge getalletjes, word ik daar vanzelf weer depri van. Een goed plan dus om dat te verbreken: een week zonder Facebook. Wat mij op viel is dat ik het eigenlijk helemaal niet gemist heb. Wat kan je missen aan Facebook? Volgens mij vier dingen: 1) ## facebookhangen Ken je dat verschijnsel, dat je ergens mee bezig bent, maar dat je elke minuut wel een keer kijkt of er al iets op Facebook is verschenen? Je bent op zoek naar leuke verhalen van vrienden, maar meestal komen die niet, alleen maar somme dingen. En als er eens iets leuks is klik je op 'vind ik leuk' en val je weer in hetzelfde gat. Dit eerste punt heb ik niet gemist. 2) ## leuke verhalen van anderen lezen De leuke verhalen mis je wel, want: de leuke verhalen zijn fijn. Maar het is ook weer gelijk zo: als je ze niet leest, weet je ook niet dat je ze mist. Ik zou niet weten wat mensen de afgelopen tijd op Facebook hebben gezet, maar daardoor kan ik er ook moeilijk bedroeft over zijn. 'Ik heb ook gewoon mijn eigen leven,' kan ik dan nu zeggen. 3) ## vertellen wat je meemaakt Natuurlijk wil ik altijd vertellen wat me overkomt, maar ik had twitter nog, dus kon ik daar van alles opzetten. Volgens mij heb ik er niet eens veel méér door getweet, want van mezelf mag ik ook maar één keer per dag iets op Facebook zetten. Dat om te voorkomen dat ik teveel vertel. Ik merk dat het beter is voor de creativiteit als je af en toe dingen voor je houdt. Dan kan je er nog net iets verder over nadenken. (Overigens ook leuk: vorig jaar op 1 februari stopte ik met twitter omdat mijn hoofd er zo vol door raakte. Dat heb ik 9 maanden volgehouden, daarna heb ik heel veel mensen ontvolgd en ben ik weer begonnen.) 4) ## mensen die je leuk vinden En dan het punt waar het eigenlijk om ging. Zoals gezegd is het heel fijn om digitale schouderklopjes te krijgen, maar gelukkig: zodra je Facebook een week gedag zegt ga je ze niet direct missen. Je weet dan namelijk dat er niets leuk te vinden valt, omdat je niets neergezet hebt. En als ik in de supermarkt loop, vraag ik me ook niet de hele tijd af of ik al leuk gevonden ben. Een week zonder Facebook is daarmee eigenlijk gewoon een week lang in de supermarkt lopen. De conclusie van de week zonder Facebook is dat ik niets mis. (Het lijkt nu een beetje op een rookverslaving: je roept altijd dat je zó kan stoppen, maar dat je gewoon geen behoefte hebt om te stoppen. Zo is het met mij dus ook met Facebook, maar ik heb net bewezen dat ik in ieder geval een week zonder kan.) Zo, dan ga ik nu op Facebook kijken.

Zolang men niet erkent dat je een band kan hebben met je MacBook, ga ik ook geen medelijden hebben met mensen met overleden honden. Sorry.

O, en als ik toch aan het klagen ben: er zit hier iemand met loeiharde muziek in zijn oortjes: Titanium van Guetta en die griet op repeat.

Het is prima dat de trein naar Nijmegen van 11:08 niet rijdt, maar zet hem dan niet op de borden. Dit is mensen blij maken met een dode mus.

De ondergang van de posterijen

Volgens de Maya’s gaat dit jaar alles ophouden. Seb blikt vooruit hoe de dingen eindigen.

Zo tegen het eind van het jaar kopen alle kwajongens vuurwerk. Dan willen ze iets te doen hebben. Dan willen ze iets opblazen. 2012 wordt voor hen de laatste keer dat ze zoiets kunnen doen, dus ze zullen zich vol overgave op de brievenbussen storten.

Maar bij de post zijn ze natuurlijk niet gek. Ze zien dat al ruim in november aankomen, dus dan halen ze preventief alle postbussen weg. Post kan vanaf dan alleen nog maar via het postkantoor worden verzonden, wat de populariteit van de post niet ten goede komt.

De kwajongens laten zich echter ook niet kisten. Bij gebrek aan oranje postbussen beginnen ze persoonlijke postbussen van mensen op te blazen. Dankzij het journaal krijgt dit landelijke bekendheid en er wordt gesproken van een ware hype. Massaal halen mensen de postbussen uit de tuin.

Het ondenkbare gebeurt echter: de kwajongens willen zich deze laatste kans tot kwajongensstreken uithalen niet laten ontzeggen. Ze gaan gewoon vuurwerk bij mensen naar binnen gooien via de gleuf in de deur. Hier en daar brandt een gang uit, soms een heel huis. Als ook dit via de landelijke media bekendheid krijgt sluit iedereen de brievengleuf af. De minister stelt doe-het-zelf-kits ter beschikking.

De posterijen zijn hiervan uiteindelijk de dupe. Ze kunnen geen brieven meer bezorgen en dat betekent faillissement voor velen.

NS probeert ons te overtuigen dat -10 écht koud is en 10 cm sneeuw écht veel is. Dat valt wel mee. Morgen proberen naar de Randstad te gaan.

Uitvretercolumn #2

Vandaag merkte ik dat de nieuwe Uitvreter weer in mijn brievenbus lag. Ook dit keer bevat het blaadje van de Nijmeegse neerlandici een column van mijn hand. Het is iets minder een mening en iets meer een anekdote, maar dat mag ook in columns, geloof ik. En omdat ik het de vorige keer ook gedaan heb, zet ik hem nu hier online.


Weet je wat jij later moet doen?

Ook 9292ov.nl maakt fouten en dus loop ik door de ijskoude wind terug naar de vorige halte. Ik heb de gewoonte om ter plekke op mijn telefoon op te zoeken waar ik moet zijn. Het bleek dat ik had moeten uitstappen bij de halte waarvan ik dacht: 'je zal hier maar moeten uitstappen.'

Het is voor het eerst dat ik in Amsterdam IJburg ben. Dat mag slecht heten, want mijn broertje woont hier alweer een jaar. En ook vandaag ga ik niet op bezoek. Vandaag ga ik naar opnames voor een programma met Frank Evenblij. 'Met spoed gezocht,' stond er in het mailtje, en dat ik een maaltijd zou krijgen. Eten, daar doe ik het voor.


Het programma wordt opgenomen in Blijburg. Het blijkt een soort gecommercialiseerde krakersenclave te zijn, een strandhut met tapbier. Ik loop er eerst een rondje om. Aan de achterkant vraagt een vrouw of ik iets zoek. Ik noem de naam van het castingbureau. 'Ja, kom maar mee,' zegt ze en ze gaat een deur binnen. Ik schud wat handen en neem plaats in een hoek met banken en een haardvuur onder een omgekeerde trechter. Ik pak een boek. Figurantenwerk is wachtwerk.


Na een tijdje spreekt de jongen naast me me aan. Hij doet dit vaker. We hebben het over zijn filmcarrière. Daarbij noemt hij namen waar ik nooit van gehoord heb. 'Die ken ik persoonlijk,' zegt hij dan.

Als hij vraagt wat ik doe, zeg ik dat ik Nederlands studeer. Ik verwacht dat hij begint over lesgeven, zoals altijd, maar dat blijft uit. 'Wat kan je daarmee dan?'

'Nou, veel mensen denken dat je dan leraar Nederlands wordt,' begin ik, 'maar dat hoeft dus helemaal niet.' Ik zie aan zijn gezicht dat hij geen flauw idee heeft. 'Ik schrijf veel,' zeg ik dan maar.

'Dat is superlastig!' weet hij. Hij begint een verhaal over zijn oom, die ook schrijver is. Iedereen weet wat er in de Tweede Wereldoorlog gebeurd is, maar niemand weet wat er toen gebeurd is in Suriname. Ik beaam dat. Hij vertelt over een gezonken schip een Surinaamse baai.

'Maar schrijven is superlastig,' zegt hij weer. 'Als schrijver moet je precies uitzoeken hoe iets is gebeurd, voordat je het op kan schrijven.' Als ik dat nuanceer walst hij vrolijk door op andere dingen.

Op een gegeven moment gaat het over taal. 'Eén wereldtaal, dat zou handig zijn,' stelt hij. Ik bega de fout om daarop in te gaan en uit te leggen waarom dat eigenlijk nooit gaat gebeuren. Het is onbegonnen werk.

Als ik een paar onderwerpen later uiteindelijk een punt maak roept hij dat hij het zó heeft geleerd op school, op een manier alsof ik hem persoonlijk heb aangevallen. Daarna probeer ik het gesprek maar een beetje dood te laten bloeden.


'Maar jij studeert Nederlands hè?'

'Ja.'

'Weet je wat je dan moet doen? Dat is ook wel heel belangrijk. Van die kaarten, hoe heten die? Wenskaarten! Wat daar op staat, van "Beterschap" enzo. Daar moet je best goed over nadenken hoor.'

Het duurde nog lang voordat de opnames begonnen.

Meer laden