Vandaag ging ik, veel te laat, naar de Lindenberg voor de prijsuitreiking van de Nijmeegse voorronde van WriteNow. Ergens had ik onraad moeten ruiken toen ze me in Berlijn belde of ik kwam. Het samenzweerderige toontje van het gesprek was me wel opgevallen, maar ik had het weer verdrongen, want ik kon het best verzonnen hebben.
Toen ze me echter begonnen te bellen terwijl ik op de fiets zat, begon ik wel iets te vermoeden. Eenmaal in de zaal bleek ik niet de derde prijs te hebben gewonnen, zoals eerder in Gouda. Ook nummer twee ging naar [iemand anders](http://roosvlogman.tumblr.com/). Bij nummer één ging het opeens over een vriendengroep en een Volvo 850: dat was mijn verhaal.
Het verhaal **Fitness** is inmiddels [hier](/verhaal/fitness) te lezen. Het lovende juryrapport ("... vond de jury unaniem een topverhaal") kan je [hier](http://www.writenow.nu/voorronden/nijmegen/juryrapport/) lezen.
Als je dit leest wil dat zeggen dat ik in de bus zit naar Berlijn. Dat heb ik zo afgesproken met mijn weblog. Ik heb hem gisteravond al verteld wat hij moest doen, om 10:00 uur een stukje online zetten met deze tekst enzo. Het gekke is: misschien ben ik nu wel dood. Je weet nooit, met die bussen.
Dit keer ga ik niet alleen op pad. Het betreft een studiereis. Ik heb me laten vertellen dat Berlijn de grootste studie Nederlands ter wereld heeft, en ik hoop dat dat waar is, want ik heb het al aan veel mensen verteld. Maar naast al mijn studiematti's neem ik ook de Duitse broer van [IJsbrand](/2011/11/ijsbrand-de-vrijwel-onzichtbare-ijsbeer/) mee: Einar!
Dankzij [Dennis Gaens](http://denieuws.com/)' vertaling kan ik nu in Berlijn vrolijk doorgaan met zines achterlaten. Er gaan er 50 mee en die moeten allemaal daar blijven. Verder zit er in de tas nog een stapel plattegronden van Berlijn. Die plattegronden zijn verwerkt in het [zine](http://dewinkel.waait.nl/berlijnzine/) dat Dennis, Hanneke en Vincent maakten over de week dat ze alledrie in Berlijn waren. Maar ja, er waren er nog over, dus die ga ik nu terugbrengen.
Mocht ik tijd en wifi hebben dan hoor je nog van mij. Zo niet: ajuus.
Na meer dan een jaar met een variatie op het thema 'K2' te hebben rondgelopen is Seblog dan eindelijk in een nieuw, zelfgemaakt jasje gestoken. Nu ook met een agenda, een pagina met verhalen en een zinepagina!
_Zojuist pluk ik de nieuwe Uitvreter uit mijn postbus. En ook dit keer staat er in het vakblad van de Nijmeegse neerlandici een column van mij._
Hoe selexyz zichzelf kan redden
Even voor de duidelijkheid: aan ons ligt het niet. Dat selexyz in zwaar weer verkeert hebben ze puur en alleen aan zichzelf te danken. Deze column heet niet 'hoe we selexyz kunnen redden', maar 'hoe selexyz zichzelf kan redden'.
Selexyz heeft zelf ooit stom gedaan. In 2002 hadden ze de kans om Bol.com over te nemen voor het luttele bedrag van 200.000. Waarschijnlijk dachten ze dat het zo'n vaart niet zou lopen met de online boekverkoop. Ze hadden het mis. Oud-directeur Matthijs van der Lely noemt het de stomste fout uit zijn leven. 'Ik denk er nog iedere dag aan.' Tja.
Inmiddels heeft Bol.com selexyz redelijk leeggevreten. De meeste mensen bestellen hun boeken direct online. De mensen die naar selexyz komen, grasduinen wat in de boeken die er liggen. Maar als het boek dat ze willen hebben er niet is, gaan ze naar huis en bestellen ze het op internet. Bij Bol.com, niet bij selexyz.nl.
Als je de zaken zo bekijkt, is selexyz ten dode opgeschreven. Maar volgens mij hoeft selexyz nog niet te sterven. Met de volgende twee punten in het achterhoofd moet het goed kunnen komen.
1
Selexyz heeft ook een webwinkel. Het probleem is alleen: volgens mij weet niemand dat die bestaat. Ligt het boek niet in de selexyz? Dan ga je naar huis, naar Bol.com, en de volgende dag heb je het in huis. Om dat te voorkomen zou selexyz hun webwinkel beter bekend moeten maken.
Nog mooier zou zijn: een pilaar in de winkel, waar je op een makkelijke wijze (dus geen metalen toetsenbordjes met een vage bolmuis graag) een boek kan bestellen bij de webwinkel. Eentje waar je gelijk kan pinnen. Want dan heeft het bestellen bij seleyxz gelijk een voordeel: ik hoef niet meer te onthouden dat ik thuis naar Bol.com moet gaan, ik regel het direct in de winkel.
Door verzendkosten en levertijden gunstiger dan Bol.com te maken kan je zelfs de mensen die niet naar de winkel komen paaien. Mijn moeder koopt nu bij Cosmox, want daar verzenden ze gratis. Ik bedoel maar.
2
Haal de klanten terug naar je winkel. Als seleyxz heb je iets wat Bol.com niet heeft: hele mooie winkels. De Verwijs in Den Haag en de Dominicanen in Maastricht zijn winkels waar je wil zijn. Selexyz moet wat dat betreft Apple achterna: Apple Stores zijn toeristische attracties. Ik weet niet of het je lukt om een boek weer even hip te maken als een iPad, maar er zit wel degelijk potentieel in. Een Apple Store voelt als een kerk: je hebt het gevoel dat je erbij hoort. De selexyz in Maastricht ís een kerk, wat mist is de verbondenheid.
Laatst droeg ik teksten voor in de selexyz dekker vd vegt. Het was boekenweek en via Wintertuin hadden ze Nijmeegse jonge schrijvers gevonden. Er kwam geen hond, de mensen bleven een beetje langs de kasten met boeken staan, een drietal kwam op de gratis hapjes en wijn af. Selexyz heeft nu nog geen naam als podium, maar dat kan komen. Wie wil er via Bol.com een gesigneerd boek bestellen? De lol is er dan wel een beetje af. Selexyz heeft die fysieke ruimte al: benut die.
De bal is aan selexyz: zet een winkel neer waar we willen zijn, waar we ons boek vinden of de volgende dag in huis hebben. Zoals ik al zei: aan ons ligt het niet. Wij komen wel.
Waaiweek 2011, zondag, de Plu is weer leeg en iedereen gesloopt.
IEMAND
Ik ga zo op de bank zitten.
EEN ANDER
Ja. Op de bank, met chips.
WEER EEN ANDER
Ja. Op de bank met chips. En daar dan allemaal een foto van maken en op facebook zetten.
EEN ANDER
Joeri, ga eens chips halen.
JOERI
Oké.
Seb gaat naar huis en denkt: ik heb geen bank.
3
4
Eigenlijk hoef ik nooit te zoeken in een IKEA: ik weet gewoon waar de MÅNSTAD staat. De eerste keer dat ik hem zag, keek ik ernaar terwijl ik doorliep. Als je in je eentje bent is het vreemd om erg lang naar meubels te staren. Toen ik vaker in de IKEA kwam overwon ik die angst. Eerst durfde ik het prijskaartje om te keren, de keer daarna om er op te gaan zitten. Op een gegeven moment klapte ik hem zelf in en uit en vond ik uit waar je de kussens kon opbergen. Een paar keer later merkten voorbijgangers op dat ik dat wel heel soepel deed, dat tot bed omtoveren, en of ik er niet zelf ook een had. Vandaag durfte ik ongegeneerd te gaan zitten en met een maatrolletje alle maten op te meten. Toen ik die had opgeschreven, had ik nog maar één vraag.
'Uhm, mag ik wat vragen?'
'Tuurlijk?'
'Die MÅNSTAD, zijn daar twee types van, eentje met het lange deel links en eentje met het lange deel rechts, of is dat één pakket?'
'Nee, het is inderdaad één pakket. Je kan hem in elkaar zetten zoals je wil.'
We hadden het over vijf jaar, en hoe lang dat is. Ik vond het lang, maar hij vond het kort: een bank kan langer mee. Uiteindelijk draaide hij een pagina voor me uit, met daarop alle maten van de pakketten. Het waren er vier. In de trein rekende ik uit welke delen van de bank in welke pakketten pasten.
5
6
Met een broodtrommel onder mijn arm loop ik de IKEA uit. Bij de loopbrug naar beneden struikel ik half. Achter me hoor ik iemand iets zeggen over MÅNSTAD. Het is de verkoper, hij gaat ook naar huis.
'Toch iets gekocht?'
'Ja, ik vind het moeilijk om met lege handen naar huis te gaan.'
'Snap ik, als je helemaal uit Nijmegen komt.'
Dat had ik hem al verteld. Hij vertelt dat hij journalistiek studeert, hier in Utrecht.
'Ook een soort Nederlands,' zeg ik, en ik vraag me direct af waarom.
'Ja, dat moet je er wel voor kunnen.'
Daarna gaat het over taalfouten. Hij weet een afsnijweggetje naar de tram en hoe laat die gaat. We lopen wat harder en halen hem net. Op het station nemen we afscheid. 'Misschien tot snel,' zegt hij, 'voor de Manstad.' Ik verbeter hem niet en schud zijn hand.
Er stond al bij het inzenden dat ik zaterdag 10 maart vrij moest houden in mijn agenda, voor de opname van de uitslag van de Opium Verhalenwedstrijd. Ik zette er twee dingen in: 'Vrijhouden voor Opium' en '24-uur zine'. Helaas, afgelopen donderdag werd ik gebeld dat ik bij de 10 genomineerden zat, dus de nieuwe Mitchell moet nog even op zich wachten.
Ik ging naar Amsterdam voor de opnames van Opium. Daar werden de beste drie verhalen voorgelezen door niemand minder dan Aart Staartjes. 'Het verhaal leest als een road movie,' zei Nelleke Noordervliet, en toen wist ik het al. Meneer Aart begon daarna inderdaad met mijn verhaal. Enfin, je kan 't zelf op Uitzendinggemist zien:
Uiteindelijk won Eli de Smet, maar Arthur Japin verzekerde me na de uitzending dat ik ook een goed verhaal had geschreven. En ik ben het ook met hem eens dat homoseksualiteit in de sport breder besproken moet worden. Lees zelf ook het winnende verhaal. Mijn broer Michiel nam met 'beste 3' geen genoegen en ging navragen bij de productie. 'Wie is 2 en wie is 3?' Ik bleek tweede te zijn.
Al in de planning stond om met het verhaal te gaan touren deze boekenweek. Zo sta ik op 15 maart om 19:00 in de Selexyz dekker vd vegt in Nijmegen, en op 17 maart op het Nijmeegs Boekenfeest. Verder is daar nog het Deventer Boekenfeest, op 24 maart, aan het eind van de boekenweek. Wie liever een ander verhaal van mij hoort kan op 20 maart naar Lux Live komen, waar ik live een tekst schrijf over de discussie van de avond.
Je kunt El Camino [hier]() bekijken, samen met een filmpje waarin ik het voorlees en iets over mijn zines stamel. Maar ik kan die tekst natuurlijk niet zomaar elders kunnen voordragen zonder nog weer een paar woorden te veranderen. De nieuwste versie staat hieronder. Een zine is about to become.
El Camino
We rijden. Voor ons ligt asfalt, achter ons ligt asfalt en daartussen zitten Owen en ik in een oude auto met lege bierblikjes en ander afval. We halen een vrachtwagen in. Owen neuriet mee met de muziek en haalt soms uit met zijn stem. Ik kijk naar de paaltjes langs de weg, naar de bomen en naar de dingen die mensen hebben achtergelaten. Het zuiden is nog ver weg.
Ik heb Owen een paar weken geleden ontmoet op een feestje van een collega. Het was zo'n feestje waarbij halverwege de avond ouzo geschonken werd. Niet voor de smaak, maar omdat het het sterkste in huis is, overgebleven van een vakantie van een bekende die ook niet wist wat hij ermee aan moest. Owen stond half op het balkon, half in de woonkamer, te roken. We raakten aan de praat over de dingen die ertoe deden, zoals het leven buiten deze verdomde stad. Ik geloof dat we toen het plan al hadden.
Langs de weg ligt een dood konijn. Shell-stations markeren onze weg naar het zuiden. Ik kan de brandstofmeter niet zien vanaf hier, maar Owen blijft nog steeds doorrijden. Op de snelheidsmeter hoef ik niet te kijken. Ik voel dat we net iets te hard gaan.
Na die avond heb ik Owen een tijd niet gezien, tot ik hem tegenkwam in de supermarkt. We raakten weer aan de praat, maar serieuzer nu. Hij zei dat hij vlakbij woonde. We namen blikjes bier mee en liepen naar zijn huis. Bij hem thuis ging het alleen nog maar over het zuiden. Ik werd de volgende ochtend wakker op zijn bank. Weer thuis bleken de meeste van mijn boodschappen bedorven te zijn.
De volgende dag belde Owen. Ik moet hem mijn nummer hebben gegeven. We spraken af om vandaag in de auto te stappen en naar het zuiden te rijden. We zouden wel zien hoe ver we komen. Toen ik ophing keek ik de kamer rond, naar wat ik achter zou laten. Ik sloot het af en ging bier halen.
'Tot nooit meer, kutstad,' zei Owen vanochtend toen we wegreden. Hij meende het misschien meer dan ik. Hij schold erop los toen we langs mijn straat kwamen. Daarna zweeg hij. Op de snelweg zei hij dat hij via zijn connecties het een en ander geregeld had. Vanavond zouden we een kapitaal binnenhalen. Het zuiden wacht, had hij gezegd. Welke connecties? Wat voor kapitaal? Hij meent het meer dan ik.
Bij elk tankstation dat we tegenkomen hoop ik dat hij moet stoppen om te tanken, maar dat doet hij niet. Ik heb geen idee hoe vol de tank zat toen we vertrokken. Ik heb geen idee hoe lang deze auto met een tank doet. Ik kan het benzinewijzertje niet zien. Het enige dat ik weet is dat we al ruim vier uur aan het rijden zijn.
Even een aankondiging. Zaterdag 17 maart is het Nijmeegs Boekenfeest. Daar heb ik het een en ander mee te maken, en wel deze drie punten:
1) ## Op Ruwe Planken
Het literaire tijdschrift Op Ruwe Planken, waar ik redacteur ben, heeft een poëziewedstrijd uitgeschreven. We hebben speciaal voor jullie drie dichters uitgekozen waarvan wij denken dat ze jullie kunnen beledigen. Kom luisteren en boe roepen, want jullie zijn de jury.
2) ## Literaire stoelendans
Verder doe ik die avond mee aan een literaire stoelendans. Samen met andere leden van de Literaturjugend dans ik rond een stel stoelen op het nummer Vriendschap van Het Goede Doel. Als die uit gaat gaan we allemaal zitten en wie niet zit moet een tekst voordragen. Dat wordt wat.
3) ## Presentatie van De Uitvreters
Tot slot sta ik met andere schrijvers van de Literaturjugend in de nieuwe uitgave De Uitvreters, die die zaterdag wordt gepresenteerd. Het is een soort krant geworden, met verhalen van jonge schrijvers. De moeite waard, als zeg ik het zelf.
Maar kom anders gewoon voor Tom Lanoye, Peter Buwalda, Maartje Wortel en Willem Claassen. Tot dan!
[Johan](http://hopjesvlatoe.wordpress.com) en ik hebben een tweede zine over Hofman gemaakt. In de vorige stonden de deeltjes I en II, dus in deze staat deel III. We hebben hem 'gepresenteerd' tijdens de livezine van Waai op de [Schrijversdag](/2012/02/dat-was-weer-waaien-geblazen/). Alleen. Door alle consternatie was het er niet van gekomen om hem ook nog even hier aan te kondigen.
Dus hierbij, dames en heren: [Hofman III](/kraam/hofman-iii/)! Vanaf heden in de kraam te vinden voor het zachte prijsje van 1 euro.
Sommige mensen willen eigenlijk gewoon alles wat Apple maakt kopen. Zo was ik ook. Toch ben ik daar dan de laatste tijd niet louter lyrisch over, wat maakt dat ik de nieuwe dingen van Apple dan weer minder graag wil. En wat als je kritischer gaat zijn? Dan ga je recensies schrijven. Vandaag een recensie over iTunes Match.
Wat is het nu eigenlijk?
Apple heeft een duidelijk idee voor de toekomst: alle telefoons worden iPhones en alle computers worden iPads. Voor wie echt nog wil blijven hangen in het pc-tijdperk zijn er dan nog de MacBook en de iMac, maar het moet wel allemaal Apple zijn. Het schijnt een gezonde gedachte te zijn voor een bedrijf om zoiets te denken: dat heel de wereld hun producten gebruikt.
Het nare van heel veel verschillende apparaten hebben is dat je nooit weet welke je nou eigenlijk moet pakken. Maar ook daar heeft Apple een antwoord op: iCloud. Met iCloud staan al je instellingen en bestanden op alle apparaten die je hebt. Maar het doet meer: doordat je bestanden op internet staan, kan je ze ook van de apparaten met minder opslagruimte (je telefoon, bijvoorbeeld) af halen en pas downloaden wanneer je ze nodig hebt.
iTunes in the Cloud is datzelfde verhaal, meer specifiek gericht op je muziekverzameling. Op je computer heb je honderden nummers staan die je allemaal hebt gedownload via de iTunes Store en dankzij iTunes in the Cloud kan je ze allemaal downloaden op je mobiel als je onderweg bent. Zo hoef je niet meer die honderden nummers standaard op je telefoon te hebben staan, wat erg veel ruimte scheelt.
Maar wat als je nou alleen maar cd's hebt? Daar is iTunes Match dus voor. iTunes Match kijkt naar de cd's die je op je computer hebt gezet en zoekt daar de nummers in hun database bij. Alles wat ze niet kennen uploaden ze naar hun servers. Daardoor heb je ook al je cd's _in the cloud_, zelfs als je dus niets in de iTunes Store hebt gekocht. iCloud is gratis, maar iTunes Match kost 25 euro per jaar.
## Wat Apple er niet bij vertelt...
... maar wat je natuurlijk wel had kunnen weten, is dat je in Nederland natuurlijk niet op iedere straathoek internet hebt. Zolang je geen internet hebt, heb je ook die mooie muziekcollectie van je niet bij je. Dan kan je alleen maar luisteren naar de nummers die al op je iPhone staan, maar dat kon je ook al vóór iTunes Match.
'Geen internet' is vooral hinderlijk in de trein: daar heb je nooit een stabiele verbinding, maar het is wel hét moment om muziek te luisteren. Naast 'geen internet' heb je ook 'sloom internet', dat zo mogelijk nog vaker voorkomt. Met sloom internet is een nummer downloaden ook geen pretje: dat duurt ongeveer even lang als het nummer zelf, en dan heb je al wat anders opgezet. Zelfs bij het 'snelle internet' duurt het een hele poos, maar dat kan ook aan mijn abonnement liggen. Eigenlijk is de enige plaats waar ik goed snel nummers kan downloaden thuis, op de WiFi, maar dat is nu juist de plaats waar ik ze ook even van mijn computer kan plukken.
Wat Apple er ook niet bij vertelt is dat de Genius-functie niet meer werkt als je iTunes Match hebt aanstaan. Genius kijkt naar je muziekverzameling en geeft je met één druk op de knop een lijst met nummers die bij het nummer dat je afspeelt passen. Het geeft vaak een geinig lijstje, maar waar ik echt fan van ben zijn de Genius-mixen. Dat is een soort eindeloos radioprogramma, zonder dj's natuurlijk, maar met jouw muziek, gesorteerd op een stel door iTunes gegenereerde genres. Thuis zet ik die altijd op als ik gasten krijg. Is het meer een jazz-mens of meer iets voor indie? Dan klik je zo'n mix aan en heb je voor de rest van de avond goede muziek. Enfin, dit alles kan je iPhone ook, maar niet als je muziek _in the cloud_ staat.
Wat Apple er tot slot ook niet bij vertelt is dat iTunes Match je hele muziekbibliotheek van je iPhone dondert. Alle muziekbestanden zijn verwijderd, maar ze staan nog keurig in de lijst met een wolkje erachter. Dat wolkje betekent: 'ik sta _in the cloud_ en je moet mij eerst downloaden voor je mij kan beluisteren.' Dat deed ik bij een stuk of tien albums, maar tot op heden staan de overige 250 albums nog steeds _in the cloud_ te wachten. Die moet je namelijk allemaal downloaden als je thuis bent en daar vergeet ik het weer.
Al met al heeft iTunes Match ervoor gezorgd dat ik nooit meer muziek luister onderweg. Op dit moment ligt mijn iPhone via de WiFi allemaal muziek binnen te slurpen. Alleen de niet-leuke albums die ik toch nooit luister staan straks nog _in the cloud_. Fijn dat je daar dan 25 euro voor betaald.
Op 2 november 2011 plande ik 24 uur in mijn agenda om een zine te maken. Binnen die 24 uur schreef ik een verhaal, tekende ik er plaatjes bij en maakte ik 20 boekjes. Al die boekjes waren in no-time uitverkocht. Daarna maakte ik een minder luxe versie, waarvan er ook een paar verkocht zijn. Maar: mensen wilden liever de luxe versie.
Daarom nu: hernieuwde luxe. De derde druk van Mitchell is opnieuw gebonden, heeft weer kaft en schutblad en vooral het doorkijkje is terug. Hij is te vinden in de [nieuwe kraam](/kraam/), en dan wel [hier](/kraam/mitchell-3e-druk). Maar ook kan je nu de [eBookversie](/kraam/mitchell-ebook/) van Mitchell gratis downloaden uit de shop! (En als je toch het echte boekje bestelt, trakteer jezelf dan op een gratis [IJsbrand](/kraam/ijsbrand/), in Engels of Nederlands.)
Gister was er in Breda de Schrijf&Schrap! Schrijversdag van het [BKKC](http://www.bkkc.nl/). Dat was leuk, want we waren uitgenodigd om met Waai een zine te gaan maken. Dat laten we ons geen twee keer zeggen, dus zaten we 's ochtends vroeg in een veel te kleine auto op weg naar Breda.
Wat volgde was een hectische dag vol teksten, impositieschema's en printers. Uiteindelijk lukte het ons een uur te laat een boekje af te leveren (waarvoor sorry, maar die Bredase printer hè). Het is wel gewoon een heel mooi boekje. Dat maakt goed.
Het boekje staat vol met dingen over schrijvers en is te krijgen voor 2 euro (inclusief verzendkosten). Meldt u zich daarvoor bij de [kraam](/kraam/). Traditiegetrouw staan er geen namen bij de teksten in het boekje. [Deze tekst](/verhaal/buwalda/) uit het boekje eis ik op.
Volgens de Mayas gaat dit jaar alles ophouden. Seb blikt vooruit hoe de dingen eindigen.
Het IJsjournaal is een nieuwigheidje op de Nederlandse tv. De EO houdt sinds maandag 6 februari een journaaluitzending, speciaal over de winter, over ijs en meer specifiek over de Elfstedentocht. Voor het IJsjournaal moeten de kinderen hun favoriete KRO Kindertijd inleveren, maar och, daar krijgen we wel zo'n heerlijk verbindend nationaal programma voor terug.
Maar het IJsjournaal wordt EO echter al snel een blok aan het been. In de laatste minuut van de eerste aflevering vraagt presentator Jeroen Snel aan presentator Tijs van den Brink hoe lang ze nog door gaan. 'Tot ie er komt, de tocht,' is het antwoord. Tot ie er komt. Ja, daar zitten we dan.
Inmiddels is bekend dat ie er niet komt, de tocht. De dooi zet te snel in, nog voor het ijs de optimale diktes bereikt heeft. Geen Elfstedentocht in 2012 dus, en dat betekent dat we voorlopig nog wel even vast zitten aan het IJsjournaal. Het moet de zomer van 2012 gaan overbruggen, op naar de volgende winter.
Tijdens het zomer hebben ze het maar lastig met dat programma. Om toch wat juiste sfeerbeelden te krijgen importeren ze filmpjes van Antarctica (waar het ook lastig filmen is in onze zomer, omdat het dan daar vrijwel altijd donker is). Er komen excursies naar vrieskelders en elke aflevering wordt er een nieuw 'ijsje van de dag' uitgeroepen.
Alle zendtijd die de EO heeft gaat verder naar het IJsjournaal, zodat ze niets meer over hebben om iets anders uit te zenden. Het wordt hun enige programma, dat ook nog eens slecht bekeken blijft, ondanks het feit dat 'ook vandaag is er geen ijs' de gevleugelde opmerking van komende zomer wordt.
Zo loopt het ledenaantal van de EO terug en zal uiteindelijk ook het IJsjournaal worden geschrapt. De EO gaat als een nachtkaars uit.
Afgelopen week heb ik niet op Facebook gezeten. Wie dat analyseert, kan denken dat ik dat doe omdat ik vorige week dinsdag naar LUX Live ging. Het onderwerp van de avond was namelijk 'Wat Facebook allemaal van je weet': een avondje over privacy en vooral het schenden daarvan. Het is waarschijnlijk wel de aanleiding geweest voor mijn tijdelijke afwezigheid, maar toch voelt het voor mij niet als de reden ervan.
De reden is de 'vind ik leuk'-knop. Misschien ken je dat, dat je iets neerzet en dat binnen een paar minuten een paar mensen op 'vind ik leuk' hebben geklikt. Dat voelt fijn. Je gaat dan je statusberichten zó schrijven dat er zo veel mogelijk mensen op 'vind ik leuk' knikken. Wat ik merkte: voor 3 mensen doe ik het niet, dan ben ik gewoon teleurgesteld. Vanaf 10 mensen ben ik een beetje tevreden. Vaak kijk ik niet eens wie het dan leuk vinden, het gaat gewoon om dat getalletje. En zodra ik merk dat ik blij word van hoge getalletjes, word ik daar vanzelf weer depri van.
Een goed plan dus om dat te verbreken: een week zonder Facebook. Wat mij op viel is dat ik het eigenlijk helemaal niet gemist heb. Wat kan je missen aan Facebook? Volgens mij vier dingen:
1) ## facebookhangen
Ken je dat verschijnsel, dat je ergens mee bezig bent, maar dat je elke minuut wel een keer kijkt of er al iets op Facebook is verschenen? Je bent op zoek naar leuke verhalen van vrienden, maar meestal komen die niet, alleen maar somme dingen. En als er eens iets leuks is klik je op 'vind ik leuk' en val je weer in hetzelfde gat. Dit eerste punt heb ik niet gemist.
2) ## leuke verhalen van anderen lezen
De leuke verhalen mis je wel, want: de leuke verhalen zijn fijn. Maar het is ook weer gelijk zo: als je ze niet leest, weet je ook niet dat je ze mist. Ik zou niet weten wat mensen de afgelopen tijd op Facebook hebben gezet, maar daardoor kan ik er ook moeilijk bedroeft over zijn. 'Ik heb ook gewoon mijn eigen leven,' kan ik dan nu zeggen.
3) ## vertellen wat je meemaakt
Natuurlijk wil ik altijd vertellen wat me overkomt, maar ik had twitter nog, dus kon ik daar van alles opzetten. Volgens mij heb ik er niet eens veel méér door getweet, want van mezelf mag ik ook maar één keer per dag iets op Facebook zetten. Dat om te voorkomen dat ik teveel vertel. Ik merk dat het beter is voor de creativiteit als je af en toe dingen voor je houdt. Dan kan je er nog net iets verder over nadenken.
(Overigens ook leuk: vorig jaar op 1 februari stopte ik met twitter omdat mijn hoofd er zo vol door raakte. Dat heb ik 9 maanden volgehouden, daarna heb ik heel veel mensen ontvolgd en ben ik weer begonnen.)
4) ## mensen die je leuk vinden
En dan het punt waar het eigenlijk om ging. Zoals gezegd is het heel fijn om digitale schouderklopjes te krijgen, maar gelukkig: zodra je Facebook een week gedag zegt ga je ze niet direct missen. Je weet dan namelijk dat er niets leuk te vinden valt, omdat je niets neergezet hebt. En als ik in de supermarkt loop, vraag ik me ook niet de hele tijd af of ik al leuk gevonden ben. Een week zonder Facebook is daarmee eigenlijk gewoon een week lang in de supermarkt lopen.
De conclusie van de week zonder Facebook is dat ik niets mis. (Het lijkt nu een beetje op een rookverslaving: je roept altijd dat je zó kan stoppen, maar dat je gewoon geen behoefte hebt om te stoppen. Zo is het met mij dus ook met Facebook, maar ik heb net bewezen dat ik in ieder geval een week zonder kan.)
Zo, dan ga ik nu op Facebook kijken.
Volgens de Mayas gaat dit jaar alles ophouden. Seb blikt vooruit hoe de dingen eindigen.
Zo tegen het eind van het jaar kopen alle kwajongens vuurwerk. Dan willen ze iets te doen hebben. Dan willen ze iets opblazen. 2012 wordt voor hen de laatste keer dat ze zoiets kunnen doen, dus ze zullen zich vol overgave op de brievenbussen storten.
Maar bij de post zijn ze natuurlijk niet gek. Ze zien dat al ruim in november aankomen, dus dan halen ze preventief alle postbussen weg. Post kan vanaf dan alleen nog maar via het postkantoor worden verzonden, wat de populariteit van de post niet ten goede komt.
De kwajongens laten zich echter ook niet kisten. Bij gebrek aan oranje postbussen beginnen ze persoonlijke postbussen van mensen op te blazen. Dankzij het journaal krijgt dit landelijke bekendheid en er wordt gesproken van een ware hype. Massaal halen mensen de postbussen uit de tuin.
Het ondenkbare gebeurt echter: de kwajongens willen zich deze laatste kans tot kwajongensstreken uithalen niet laten ontzeggen. Ze gaan gewoon vuurwerk bij mensen naar binnen gooien via de gleuf in de deur. Hier en daar brandt een gang uit, soms een heel huis. Als ook dit via de landelijke media bekendheid krijgt sluit iedereen de brievengleuf af. De minister stelt doe-het-zelf-kits ter beschikking.
De posterijen zijn hiervan uiteindelijk de dupe. Ze kunnen geen brieven meer bezorgen en dat betekent faillissement voor velen.
Vandaag merkte ik dat de nieuwe Uitvreter weer in mijn brievenbus lag. Ook dit keer bevat het blaadje van de Nijmeegse neerlandici een column van mijn hand. Het is iets minder een mening en iets meer een anekdote, maar dat mag ook in columns, geloof ik. En omdat ik het de vorige keer ook gedaan heb, zet ik hem nu hier online.
Weet je wat jij later moet doen?
Ook 9292ov.nl maakt fouten en dus loop ik door de ijskoude wind terug naar de vorige halte. Ik heb de gewoonte om ter plekke op mijn telefoon op te zoeken waar ik moet zijn. Het bleek dat ik had moeten uitstappen bij de halte waarvan ik dacht: 'je zal hier maar moeten uitstappen.'
Het is voor het eerst dat ik in Amsterdam IJburg ben. Dat mag slecht heten, want mijn broertje woont hier alweer een jaar. En ook vandaag ga ik niet op bezoek. Vandaag ga ik naar opnames voor een programma met Frank Evenblij. 'Met spoed gezocht,' stond er in het mailtje, en dat ik een maaltijd zou krijgen. Eten, daar doe ik het voor.
Het programma wordt opgenomen in Blijburg. Het blijkt een soort gecommercialiseerde krakersenclave te zijn, een strandhut met tapbier. Ik loop er eerst een rondje om. Aan de achterkant vraagt een vrouw of ik iets zoek. Ik noem de naam van het castingbureau. 'Ja, kom maar mee,' zegt ze en ze gaat een deur binnen. Ik schud wat handen en neem plaats in een hoek met banken en een haardvuur onder een omgekeerde trechter. Ik pak een boek. Figurantenwerk is wachtwerk.
Na een tijdje spreekt de jongen naast me me aan. Hij doet dit vaker. We hebben het over zijn filmcarrière. Daarbij noemt hij namen waar ik nooit van gehoord heb. 'Die ken ik persoonlijk,' zegt hij dan.
Als hij vraagt wat ik doe, zeg ik dat ik Nederlands studeer. Ik verwacht dat hij begint over lesgeven, zoals altijd, maar dat blijft uit. 'Wat kan je daarmee dan?'
'Nou, veel mensen denken dat je dan leraar Nederlands wordt,' begin ik, 'maar dat hoeft dus helemaal niet.' Ik zie aan zijn gezicht dat hij geen flauw idee heeft. 'Ik schrijf veel,' zeg ik dan maar.
'Dat is superlastig!' weet hij. Hij begint een verhaal over zijn oom, die ook schrijver is. Iedereen weet wat er in de Tweede Wereldoorlog gebeurd is, maar niemand weet wat er toen gebeurd is in Suriname. Ik beaam dat. Hij vertelt over een gezonken schip een Surinaamse baai.
'Maar schrijven is superlastig,' zegt hij weer. 'Als schrijver moet je precies uitzoeken hoe iets is gebeurd, voordat je het op kan schrijven.' Als ik dat nuanceer walst hij vrolijk door op andere dingen.
Op een gegeven moment gaat het over taal. 'Eén wereldtaal, dat zou handig zijn,' stelt hij. Ik bega de fout om daarop in te gaan en uit te leggen waarom dat eigenlijk nooit gaat gebeuren. Het is onbegonnen werk.
Als ik een paar onderwerpen later uiteindelijk een punt maak roept hij dat hij het zó heeft geleerd op school, op een manier alsof ik hem persoonlijk heb aangevallen. Daarna probeer ik het gesprek maar een beetje dood te laten bloeden.
'Maar jij studeert Nederlands hè?'
'Ja.'
'Weet je wat je dan moet doen? Dat is ook wel heel belangrijk. Van die kaarten, hoe heten die? Wenskaarten! Wat daar op staat, van "Beterschap" enzo. Daar moet je best goed over nadenken hoor.'
Afgelopen woensdag presenteerden [Johan](http://hopjesvlatoe.wordpress.com) en ik het eerste zine over Hofman, toen we allebei voordroegen op het Nijmeegse festival Dichtersnachten. Johan schreef de teksten en ik tekende daarbij. Het geheel hebben we in een boekje gedraaid en dat ligt nu in de [kraam](/kraam/) voor 'n euro.
Dit zine heet Hofman I & II en bevat dus twee teksten over Hofman. Het lijkt er dan ook een beetje op dat er nog een Hofman III aankomt en misschien nog wel meer. Wij weten het ook niet. Tijd zal het leren. Bestel eerst deze maar.
Vorige week dinsdag werd ik aangekondigd als iemand die poëzie ging schrijven naar aanleiding van de avond. Aanstaande woensdag sta ik op het festival Dichtersnachten. Maar de organisatie vond het goed als ik gewoon verhalen voordroeg, dus dat ga ik dan ook doen.
Verder is er op de avond namelijk genoeg poëzie om het op te vullen: van ons aller Johan Roos, tot aan campusdichter Joep aan den Boom. Johan en ik willen daar een zine lanceren, dus ik stel voor dat jullie allemaal komen kijken. Café Otis, woensdag 25 januari, vanaf een uur of 21:30. Voor het luttele bedrag van 7,50, dat wel.
Gister speelde ik weer de huisdichter van LUX Live. Ditmaal ging het over Brazilië en hadden we een internationale gast. Hier de tekst die ik tijdens de avond schreef, inclusief vage Engelse intro. Het heeft een hoog 'je had erbij moeten zijn'-gehalte.
With literature you always get something you didn't asked for. So, first of all this isn't poetry and maybe not even a story prose. Secondly, it's in Dutch, with just a few English words in it, but I can translate, if you want, afterwards. And thirth: it's not all about Brazil, but also about my holiday. It just is that way, I'm afraid.
Goed, daar gaan we dan.
Gister stond ik op in Stockholm. Ik weet niet of u ooit in Stockholm geweest bent. Dat geeft niet, ik ben ook nooit in Brazilië geweest. Wat u moet weten is: Stockholm is eigenlijk gewoon één grote IKEA.
Ik ben nooit in Brazilië geweest, maar in het hostel in Stockholm ontmoette ik een man met een groen vest met de Braziliaanse vlag erop. 'Are you from Brazil?' vroeg ik hem. 'No no no,' zei hij, 'I'm from the US, California.' Hij vertelde dat alle Europeanen naar Florida gaan voor het weer, maar dat er eigenlijk niets aan was. 'Go see New York and San Francisco,' drukte hij me op het hart. Als derde raadde hij het zuiden van Californië aan. 'LA could be very big and busy. San Diego is much more relaxed.'
Stockholm is eigenlijk gewoon een grote IKEA. Het is niet dat je overal Zweedse balletjes kan kopen, het is dat alles nieuw is. Het is het ideale plaatje. De mensen die over straat lopen zijn rijk en goed opgeleid. De gebouwen zijn nieuw, de winkels duur, maar iedereen koopt er vanalles.
Een geleerde zei: we hoeven ons niet zo'n zorgen te maken over het Amazoneregenwoud, het is de Braziliaanse savanne. De biodiversiteit in de savanne is veel hoger dan die van de Amazone. Er wonen dus vrij veel dezelfde beesten in de Amazone. Daar kunnen we dan best wat van missen.
Een tijdje terug ben ik verhuisd. Eerst had ik een studentenkamertje. Nu heb ik een studentenkamertje met een eigen keuken en douche. Dit is mijn eerste echte huis. Ik ging naar de IKEA en kocht pannen. Ik kocht een eettafeltje met twee stoelen. Ik kocht een nachtkastje, een tandenborstelhouder, een BILLY en een bestekset. Alles om een eigen huis te hebben.
'Jullie moeten niet zo blijven zitten,' roept een samba-kenner. Jullie moeten dansen. Dansen. Zoals Brazilianen dansen. Niet kijken naar de ander. Kom dansen, dansen!'
Maar het blijft stil. De Nederlanders blijven kijken. So You Think You Can Dance is niet voor niets een tv-programma, geen feest op het Museumplein.
IKEA is een grote verzameling meubels in een blauw-geel gebouw. Maar bovenal is IKEA een manier van leven. Niet er mensen zijn die dat leven ook daadwerkelijk leven. De IKEA way of life bestaat eigenlijk vooral in de catalogus, in de showroom en in de spreuk 'Design voor iedereen'.
Niet iedereen in Brazilië houdt van voetbal. De biodiversiteit is veel groter. Het is gewoon dat Brazilië pas bekend werd toen ze voelbalbekers begonnen te winnen. In Zweden, van Zweden, nota bene. Inmiddels is Brazilië goed in het bouwen van grote stadions. -tungding- 'Nästä, Stadion.' Alles mooi, alles nieuw.
Stockholm is een grote IKEA. Alles is nieuw en iedereen is rijk, slim en mooi. Uiteindelijk is dat waar iedereen heen wil. Naar de IKEA. Maar die zitten nog niet in Brazilië. Dat is de laatst stap die Brazilië nog moet zetten. Beetje groen weg, laat maar komen.
_Zweden is een grote IKEA en alles draait om zelfservice_
- Linda's tiplijstje
1
In Denemarken riep ik steeds dat zij tenminste wisten wat ze met sneeuw aan moeten. Ze graven een pad en leggen alle sneeuw op een lange dijk naast dat pad. Over elke stoep loopt zo'n paadje. Alle wegen zijn sowieso ijsvrij. Ze weten dat het komt, dus ze zorgen gewoon dat ze er tegen kunnen.
Zo weten de Zweden ook wat ze moeten doen met de nacht. De dagen beginnen weer langer te worden, maar nog steeds begint het hier al om vier uur te schemeren. Maar geeft dat? Nee. De Zweden stoken de kachel op en buiten zijn de grote pleinen van Stockholm verlicht. In combinatie met de moderne architectuur met veel glas ziet dat er schitterend uit. En niet alleen omdat er zo groot SEB op die gebouwen staat.
2
Vandaag zag ik een Chinees bij een vuilnisbak stoppen. Hij haalde een papiertje uit zijn zak en rochelde daarop. Daarna gooide hij het papiertje in de vuilnisbak. Zweedse integratie, jawel.
3
Het hostel is deels boven de grond en deels onder de grond. Je moet er je schoenen uit, 'a Swedish custom!' en je kan je schoenen achterlaten in een [EXPEDIT](http://www.ikea.com/nl/nl/catalog/products/40047675/#/80071319). In het hart van het hostel, waar alle kamers omheen liggen, staan vier Macs op een tafel, met daaromheen houten banken aan de muur, met kussens erop. Een Duitser zit onafgebroken te bellen met thuis. Franse meisjes giebelen en kloppen af en toe op de deur van de wc.
## 4
Met ongeveer dezelfde verschijningsdichtheid van bij ons de letters ING staat er hier in Stockholm op alle gebouwen SEB. Een waar welkom.
In Nederland heb je best vaak dat de pinautomaten eigenlijk veel te laag hangen, waardoor ik niet goed kan zien wat voor pincode ik nou sta in te toetsen. Dan sta ik een beetje tegen het logo van de bank aan te kijken en moet ik bukken om dar onderdoor te komen.
De SEB heeft daar uiteraard aan gedacht. In Södermalm kwam ik een automaat tegen die op mijn hoogte hing. Ik wachtte even tot de mensen voorbij waren gelopen en nam snel een foto:
Het nare is echter dat de hoogte van het ding niet écht te zien is zolang er geen mensen naast staan. Daarom heb ik ook maar even op Google Streetview gekeken. En zie daar: een arme huisvrouw, op haar tenen voor de SEB.
## 5
Vandaag probeerde ik naar de universiteit te gaan. Helaas kwam ik niet verder dan de Technische Hogeschool, er was iets mis met _spår_ enzo. Even wilde ik nog met de bus verder, maar dan zou ik straks misschien aan de andere kant van de versperring vast komen te zitten. Toen ben ik maar weer teruggegaan, op weg naar het Nationaal Museum. Ook die reis was niet zonder slag of stoot. Voor zover ik het verstond liep er een hond op het spoor en even later moest ik omlopen door een Ethiopische demonstratie.
## 6
Eigenlijk snap je de slagzin van Wasa pas echt als je weet hoe de koninklijke familie van Zweden heet. _Je bent wat je eet_, zeggen ze, maar ik denk dan vooral aan wazig. Het kroontje zou je dan genoeg op weg moeten helpen, maar dat was mij nog niet gelukt.
## 7
Vandaag ben ik om uit te rusten naar het eindpunt van een metrolijn gegaan. Ik heb nu toch een 24-uurskaart. Ik doe dat wel vaker, zodat je ook iets van het echte leven te weten komt. Het stadscentrum geeft toch vaak meer een sprookje weer, dat van het oude, dat van het rijke, dat van de metropool.
Op het eindpunt vond ik flatjes. Schattig rood, maar allemaal hetzelfde. Er stond een supermarktje met goedkope maar exotische producten. De mensen die er liepen waren geen prototypische blonde Zweden. Er werd een meisje gevolgd. Op het metrostation sprong er iemand behendig over het hekje een.
Het is vandaag vrijdag de dertiende en gelukkig zijn er mensen die dan de deur niet uit komen. Dankzij die mensen zijn vliegtickets namelijk goedkoper op zo'n dag. Combineer dat met mijn algehele vluchtgedrag voor mijn studie en hoepla, Seb zit in Stockholm.
Het was nogal een reis om hier te komen (denkt u aan de trein naar Eindhoven, de bus naar het vliegveld, het vliegen en dan vooral de anderhalf uur in de Zweedse bus) en het is hier ook wel koud (-1°, stuifsneeuw, ach), toch vind ik de reis nu al geslaagd. Stockholm is namelijk, zoals Linda iedereen een half jaar heeft proberen te vertellen, een hele gave stad.
Waar ik Amsterdam altijd een afgeragd stukje Nederland vind, ziet Stockholm er super gelikt uit. Dat belooft wat voor de rest van Zweden, zou je zeggen. Alles is stijlvol ingericht en goed onderhouden.
Tenminste, bij nacht. Toen ik om 17:00 uur landde was het pikkedonker en zodoende heb ik nog geen idee van deze stad bij daglicht. Dat komt morgenochtend wel, al vraag ik me af hoe laat. U hoort van mij!