Ik durf niet zo veel over racisme te zeggen omdat ik niet goed weet wat ik erover kan en mag zeggen. Dingen die ik vroeger dacht of zei bleken later niet juist. Niet wereldschokkend onjuist, maar toch net ernaast. Afgelopen dagen gaan veel stemmen op dat niets zeggen ook onjuist is, dus bij dezen waag ik een poging.
Het lastig om als witte man hier iets over te zeggen. Ik val op mannen, dat scheelt iets, maar het blijft inleven. Deze post is een poging om samen te vatten wat ik momenteel denk dat juist is, maar ik ben open voor correctie.
Dat laatste ligt ook gevoelig: het mijn eigen taak mezelf te informeren en ik moet niet gaan zitten wachten tot anderen me verbeteren. Ik moet zelf actief op zoek naar wat ik fout doe. Dat voelt als nogal veel werk.
Wat gewoon zo is
Als lid van de meerderheid zie je om je heel vooral hoe de wereld ‘gewoon’ is. Omdat de wereld uit eindeloos veel informatie bestaat, filteren we, en zien we vooral de dingen waarvan we al wisten dat ze er waren. We zien meer van onszelf en gaan er daardoor vanuit dat de wereld uit meer van onszelf bestaat.
Het heeft ook een functie: als we niet zouden filteren, zouden we continu zo overspoeld worden door informatie dat we gek worden. We beschermen onszelf met de bubbel die we om ons heen creëren. Door die bubbel heen kijken kost inspanning en is onprettig. Een wereld die niet alleen uit onszelf bestaat is onbekend en dus eng.
En omdat wij als meerderheid, nou ja, in de meerderheid zijn, kunnen we het ons permitteren bepaalde zaken voor onszelf in te richten. En ook onze voorouders konden dat doen, waardoor er nu structuren bestaan die ‘gewoon zo zijn’ en ook ‘altijd zo zijn geweest’. Wij als meerderheid kunnen dan zeggen dat het al zo was, dat het er niet toe doet, of dat het wel handig is zo.
Naar onszelf kijken
Het is makkelijk om de oceaan over te toeteren dat je tegen racisme bent, zonder ook naar Nederland te kijken. Het is in Amerika momenteel heel tastbaar en actueel, maar we hebben hier thuis genoeg liggen, subtiel en onsubtiel. Bovendien ben ik geen Amerikaan, dus is het beter kritisch te zijn op onszelf.
We worden hier grootgebracht met het idee dat racisme slecht is en dat racisten slechte mensen zijn. We denken dan aan geweld tegen mensen met een zwarte huidskleur. Maar zoals ieder mens, weten we ook dat we een goed mens zijn. De logische conclusie daaruit moet echter niet zijn dat we dan dus geen racist zijn.
Het is oké om fouten te maken. Diep van binnen vind ik het woord ‘neger’ heel grappig. Maar dat betekent niet dat ik me mag laten gaan en er grappen mee mag maken. Als homo weet ik dat grappen met ‘flikker’ nooit leuk zijn, hoe grappig ze ook zijn.
We leven in een context die ons continu twijfelachtige constructies aanreikt: opgroeien met zwarte piet, het bestaan van ‘slechte buurten’, films waarin de schurk zwart is of een gek accent heeft. Daardoor borrelen er racistische denkbeelden in ons hoofd. Maar daar moeten we het niet bij laten: probeer deze gedachtes te herkennen, aan te stippen en te bevragen.
Als parafrase van een zen-meester: je bent niet je rascistische gedachten. Bekijk ze, benoem ze en laat ze voorbijdrijven.
En het is ook oké om bij te leren. Het is fijn dat je plezier hebt gehad toen je zwarte piet speelde voor kinderen. Je bent geen slecht mens nu. Maar probeer eens met roetvegen. Of kan het ook nóg anders? Een kinderhand is snel gevuld.
De norm om ons heen
Zoals gezegd: ik ben wit en man en weet van niets. Maar ik val op mannen en dat geeft me iets van referentiekader. Zo nu en dan worden er assumpties over me gemaakt, waarna ik met een paar leden van de meerderheid in een ongemakkelijke situatie zit zonder dat zij het doorhebben. Mogelijk stap ik ook per ongeluk eens op iemands afwijking: de norm heeft zo veel kanten dat er weinig mensen zijn die overal binnen vallen.
Sommige afwijkingen van de norm zijn echter minder makkelijk te verhullen. Ik kan die ongemakkelijke autorit uitzitten, dan maar even niet hand in hand over straat lopen, ergens beschutter zoenen. Los van dat dit eigenlijk niet verhuld zou moeten hoeven worden: je kan niet even je uiterlijk uitzetten.
De ‘norm’ is een soort cirkel om je heen, waar iedereen wel op een bepaald punt uitsteekt. Het liefst verbergen we die plekken, omdat we erbij willen horen en zo goed mogelijk willen meevloeien met de groep. Maar daardoor is het makkelijk te vergeten dat als we van de meerderheid een mal maken, niemand erin zou passen.
Door allemaal te accepteren dat anderen anders zijn, hebben we allemaal de ruimte onszelf te zijn. Dat is eng, omdat anderen eng zijn, maar bedenk dat anderen jou ook eng vinden omdat jij een ander bent. Samen dragen we allemaal een stukje ongemak van het anders zijn.
Terug naar nu
Het politiegeweld waar nu tegen gedemonstreerd wordt staat ver af van het vergevingsgezind zijn over elkaars cirkel. Het zijn excessen van mensen die lang niet om zich heen en naar zichzelf hebben gekeken. Maar doe het daarom niet af als ‘ver weg’ en ‘boe geweld’. Ook jij moet naar jezelf en je omgeving blijven kijken.
Ik hoop dat ik hier niet op een te hoog paard zit. Ik weet van mezelf dat ik in mijn hoofd anders reageer als ik ’s nachts een witte jongen tegenkom, dan als hij een andere huidskleur of afkomst had gehad. Ik probeer mijn gedachten in de gaten te blijven houden, omdat ik ook schuldig ben. Schuldig, maar geen slecht mens, zo lang ik op blijf letten en aan blijf stippen.
Er is ook eigenlijk geen goede conclusie voor een stuk als dit, omdat het altijd een work-in-progress blijft. Accepteer je tekortkomingen, accepteer anderen. Je bent niet je rascistische gedachten.