Seblog.nl
De maand in review
Tikkeltje laat, want donderdag 12 maart was mijn laatste dag ‘buiten’, maar ik dacht dat eens tijd was om terug te kijken naar de eerste maand zo-veel-mogelijk binnenzitten. Bij dezen.
Allereerst: wat gaat dat eigenlijk toch ook wel weer snel – voor mijn gevoel dan in elk geval – dat het nu alweer een maand aan de gang is. Ik weet nog dat ik in week 1 een Italiaanse jongen sprak, waar ze er natuurlijk al veel langer in zitten, en dat ik me niet kon voorstellen dat hij dus al een maand binnen zit. Toegegeven: hij zit erger binnen dan wij. Maar dus, zo’n eeuwigheid als het duurt, zo snel als het tegelijk ook gaat.
Ik had twee dagen terug heel erg het idee dat ik helemaal niets gedaan heb gekregen in die periode, maar dat is ook absoluut niet waar. Goed, de eerste thuiswerkweek was niet heel productief (ze weten ervan op werk), maar daarna kwam ik al snel op stoom en ben ik eigenlijk prima zo productief als anders. En daarbovenop heb ik een website én een web-app uit de grond gestampt. Eigenlijk best wel heel productief.
De website van de Nijmeegse Crisisraad
Vriend en stadsdichter Wout Waanders verbaasde zich over alle postkaart-initiatieven. We willen allemaal wel een kaart schrijven naar ouderen, maar niemand verwacht antwoord. En dat terwijl juist zij raad kunnen hebben over hoe om te gaan met een crisis. Daarom zijn we samen met Jelko (als tekenaar) en Willem (namens de Bieb), de Nijmeegse crisisraad begonnen.
Op moment van schrijven zijn we nog druk bezig met het verwerven van raad, maar het digitaal insturen is reeds geopend (voor alle leeftijden, maar meer levenservaring is meer beter). Ook kan je op de site al wat inzendingen lezen en hertjes geven aan de leukste, nuttigste of mooiste raad.
Hopelijk binnenkort filterbaar op Nijmeegse wijk, maar er zitten maar zoveel uren in een dag.
De Spellendoos
Ik postte er een paar dagen geleden al een filmpje van, maar ik ben dus bezig geweest met een server om spellen op te spelen met vrienden naast Skype. Het heet Spellendoos en staat op spellendoos.5eb.nl.
Op zich was ik er inmiddels wel achter dat veel mensen al servers voor dit soort dingen gevonden hadden. Maar wat deze server volgens mij uniek maakt is dat hij 1) vrij snel is en 2) eigenlijk geen drol geeft om de spelregels. Het houdt voornamelijk bij welke kaart er op welke stapel ligt, maar de regels over wanneer een kaart verplaatst mag worden en door wie laat de server volledig koud: je doet maar. Het heeft wat dat betreft meer verwantschap met een Google Doc dan een spellenserver, maar hé, het werkt. In een spel met vrienden hoeft de server geen politie te spelen.
Het geheel is geschreven in Elixir met behulp van Phoenix LiveView. Best wel hip en fancy dus. Het was een leuk project en ik denk dat ik af en toe nog features bijbouw de komende tijd.
Boodschappen doen
Dan wil ik nog weer even terug naar het dagelijks leven van de afgelopen maand: ik ben een weekboodschappenmens geworden. Ondanks de oproep van de Albert Heijn om toch vooral je oude boodschappenpatroon aan te houden, leek het mij verstandig me minder vaak in de winkel te vertonen.
In de vergane tijden ging ik elke dag wel en kwam ik dus elke dag thuis met naast een maaltijd ook nog chips en koekjes. Nog steeds, overigens, en nog steeds eet ik ze bij thuiskomst allemaal op. Maar het verschil is dat ik nu voor de rest van de week alleen maar gezonde maaltijden in huis heb. Zaterdag en zondag zondigen, maar de rest van de week eet ik beter dan ooit.
En daardoor is het dus nog goedkoper ook. Ik durf het niet zo goed na te rekenen, maar het zou best kunnen dat ik de helft minder aan boodschappen heb uitgegeven hierdoor. En dan heb ik het nog niet gehad over het stiekeme genot van een karretje en dat je best veel meekrijgt, lopend in twee tassen, voor een eenpersoonshuishouden. Ik denk dat de weekboodschappen blijven.
De maand, dus
Er is genoeg te missen en ik heb het soms wel even zwaar met het geheel, maar al met al zie ik dus ook positieve dingen aan deze periode. Laten we op die dingen focussen en er het beste van maken. Zoals ik al eerder schreef: maken helpt.
Ik verbaasde me net dat het nog steeds zo werkt dat als er iets op de keukentafel ligt, je ernaar toe moet lopen om het te pakken. Dat is gewoon nog hetzelfde.
Goed stuk van Maxim Februari in NRC: Gruwelijk misverstand: ‘privacy’ is het punt niet.
Als je het land gaat besturen met data, en dat zal in deze nieuwe coronasituatie versneld gaan gebeuren, moet je goed bedenken wat dat betekent voor de fundamentele beginselen van de rechtsstaat. Voor het legaliteitsbeginsel, de toegang tot de rechter, de betrouwbaarheid van de overheid en het recht op gelijke behandeling. ‘Privacy’, met zijn associatie van een luxe privéleventje, beschrijft dat terrein in de verste verte niet.
Met name dat punt dat 'privacy' eigenlijk niet de juiste term is omdat het verkeerde associaties oproept. Met lekker naakt in een tuin in Zuid Frankrijk kunnen zitten, zonder dat iemand het ziet, inderdaad. Enfin, lees het stuk zelf.
On Private Commenting Systems
Jan-Lukas wrote about an article by Matt from Write.as called Towards a Commenting System. The article describes a commenting system with two flavour: private and public. For private comments, an e-mail to the author is used; for public comments, one is prompted to publish the comment on their own space first and then notify the original post. It feels very IndieWeb friendly.
Then, Jan-Lukas points out his own site already does this with webmention (as does mine), and that he also has a contact form, which people could use to reply private (at the time of writing I have no contact form).
I like the idea of private comments taking another route than public comments. Just having a contact page is not the same though: to complete the idea you can link it with a call-to-action underneath your posts. Let’s not have illusions here: most people will probably not read my posts on my site but in their reader or some other syndicated copy. But, it would give a nice UX for those on my site.
It also reminds me of how stories on Instagram work. There is a text box underneath it, which the user can tab to type a message. This message is then sent as a direct message to the creator of the story, and not visible to anyone but the creator and the commenter. It seems to work in that context: I do reply to friends in that way sometimes, because it feels very personal.
Another point is that this keeps private comments easier to implement for some and actually possible for those with static generated sites. My site has a way for visitors to log in, and I can build some form of private comments in that way. It is, however, way more work to build and maintain a site that does this, and not everyone is willing to do so. Doing private comments via a different channel makes it easier to have them.
The flip-side is that private comments cannot be shared among a group in this way. If you open a post to a certain circle of friends on, say, Facebook, all those friends can comment and also comment on each other’s comments. This kind of interaction is very hard to do, though, if you don’t have the luxury of a central service that guards access to all the posts — like Facebook does.
The conversation is also more likely to be ephemeral, for there are only two readers, both responsible for keeping their copies, with no help of, say, the Internet Archive.
I remember a moment at IndieWebCamp Brighton when a session about private posts was about to start. Jeremy Keith walked out of the room while making a comment that he didn’t see private pages as something the Web needed. This does not mean I can’t have them, but it did make me think about why I want them and what they would mean to the Web and the world.
By putting the private comments on a separate channel, you are also removing them from the Web. This makes the Web a place for open and public conversations again. (Again: one could argue that thing on the ‘Private Web’ are not on the Web either.) The last few months I’ve been reading more blogs and I must say I really enjoy that open Web.
The separation of private comments creates a clearer boundary between the open and the private, and maybe that’s a good thing. It makes an easier question: it’s harder to answer “which people should be able to read this post?”, than it is to answer “does this concern only me and the author, or could there possibly be someone out there who’s interested?”.
No real plans for removal yet, but I keep being torn about private posts.
Ik dacht dus: wat een onzin, een boek kan een prima zomervakantie zijn.
Mijn bijdrage aan de crisisverzachting: een spelletjes-site die niet sloom is. Van de week zelf al getest met vrienden via Skype, en het werkt! Sinds vandaag nog weer wat beter. Ik heb Boonanza en De Grote Dalmuti, open voor suggesties.
Zie spellendoos.5eb.nl, veel plezier.
Omdat we de rustgevende stemmen missen in onze stad, zette ik met wat vrienden een actie op: Nijmeegse Crisisraad. Omdat we juist van ouderen kunnen leren in deze tijd. Op http://www.nijmeegsecrisisraad.nl kun jevanaf vandaag de reacties lezen!
Hebben jullie ook dat je voor elke sociale groep een ander videobel-app gebruiken? Ik heb er al zeven.
Japanners en mondmaskers
Geen idee hoeveel hier van waar is, maar er wordt gezegd dat de Japanse cultuur meer let op de ogen, in tegenstelling tot de Westerse cultuur, die meer let op de mond. Dat zie je onder andere terug in de grote ogen van anime-karakters, maar ook in smilies.[^smilies]
In Westerse stijl smilies gebruiken we de dubbelepunt om de ogen aan te geven, en variëren we de tekens voor de mond om emotie aan te geven. In Japanse stijl smilies is de mond slechts een punt of liggend streepje en zit alle emotie in de ogen. Een paar voorbeelden:
:) :( :D :S :9 >:O
^_^ ._. ^.- @_@ o.O ^^
We zitten nu dus middenin een pandemie, en de discussie over mondkapjes waait op. Steeds meer landen om ons heen stellen ze verplicht of raden ze aan. Op moment van schrijven is het RIVM er nog steeds niet happig op, maar ik kan me voorstellen dat er een draai komt. Toch gaat dat er even gek uit zien, mensen met mondkapjes in de Nederlandse straten.
In Japan is het veel normaler om die dingen te dragen: toen ik er vorig jaar februari was zag ik er vrij veel in het straatbeeld, en dat terwijl er op dat moment geen duidelijke dreiging was. Ik kocht er ook een paar en ging mee met de lokale mode omdat ik begreep dat het beleefd was om er een te dragen als je verkouden was – en dat was ik.
Je voelt ‘m nu vast al aankomen: ik vroeg me af of mondkapjes in Japan misschien sneller geaccepteerd zijn omdat ze al meer gewend zijn de ogen te lezen? Misschien helpt het als we er hier een glimlachende mond op tekenen. Dat is iets wat ik serieus overweeg.
Op straat glimlach ik nu sowieso extra naar mensen: ik loop wel met een boog om u heen, maar ik bedoel het goed. En: we zitten hier allemaal in, weet u wel. Zonder die glimlach wordt het allemaal zo veel grimmiger. Mocht het tot mondkapjes komen, laten we dan die glimlach houden.
[^smilies]: Ik zet dat expres cursief, want zo vaak hoor je de term niet meer. Waar we nu emoji hebben, hadden we vroeger emoticons en smilies. In mijn hoofd is het verschil als volgt: emoticons zijn kleine afbeeldingen die door je chatprogramma aan de tekst worden toegevoegd, vaak als vervanging van smilies. Emoticons zijn dus afhankelijk van je chatprogramma. Smilies zijn de tekstuele varianten daarvan. Emoji hebben een duidelijkere definitie: het zijn vanuit de computer gezien letters, net als Chinese tekens, die afbeeldingen worden door het font waarin ze worden weergegeven. Emoji zijn dus afhankelijk van je systeemfonts. Emoji is trouwens Japans voor tekening (絵 e) teken (文字 moji) en heeft niets met emotie van doen (al is het ze vast opgevallen).
Telefoon in de Waal gooien.
Amsterdamse koffiezaakjes
Mijn agenda zegt dat dit vierde week van zelfisolatie is. Donderdagavond zit ik vier volle weken in quarantine. En zoals altijd: ergens gaat het ook wel weer snel.
Ik neem veel nieuws en andere verhalen in me op, vooral over de Nederlandse situatie, maar ik merk dat postcasts van twee weken geleden me een beetje gaan tegenstaan. Er heerste toen nog heel erg een ‘de wereld is blijvend veranderd’-sfeer. Ik snap het, want aan het begin is de shock het grootst. Maar inmiddels begin ik zelf een beetje te wennen aan de situatie, en zo anders is hij ook weer niet. Voor mezelf dan.
Als er zoiets bestaat ben ik een introvert. Ik woon ook nog eens alleen. Ik kwam zeker buiten, maar ik ben ook weer niet zo heel goed in mensen treffen in een café. Als we het hebben over ‘de wereld is blijvend veranderd’, heb ik steeds het idee dat het Amsterdammers zijn die praten over hun Amsterdamse levensstijl en sociale leven, en die is mogelijk blijvend veranderd voor de komende jaren, inderdaad.
Maar het voelt zo arrogant. Ja, het is jammer dat je nu niet met mensen koffie kan drinken, maar voorheen ging ik dat soms ook wekenlang niet, gewoon omdat ik druk was met werk en even niet de energie had om uit te vogelen hoe dat werkt. Hun afkeer voor mijn levensstijl voelt naar. Is mijn leven minder omdat ik geen idee heb hoe ik met iemand moet afspreken voor koffie?
Toegegeven, dit is een beetje zwart-wit. Thuiswerken is voor veel mensen erg impactvol, zeker met huisgenoten of kinderen. Ik denk dat er veel projectie van mezelf in zit, dat ik eigenlijk graag elke dag in een Amsterdams koffiezaakje zou zitten (Nijmeegs mag ook). Maar dus, dat is een gevoel.
Stiekem dus hè
Ik las net bij de NOS dat steeds meer thuiswerkers er helemaal doorheen zitten. En dat herken ik dus stiekem helemaal niet. De afstand tussen de stukjes hier op mijn weblog begint weer toe te nemen en dat is eigenlijk een goed teken: ik ben weer heel druk aan het werk.
De eerste week had ik het wel echt heel moeilijk. Ik ging elke zoveel minuten een rondje langs alle apps die me nieuws konden verschaffen, voelde me heel alleen en nutteloos en ik kwam over het algemeen helemaal nergens toe. Maar het aanbrengen van structuur heeft me geholpen: afgelopen week zat ik in een flow, zo erg dat ik me nu verbaas dat het alweer mijn tweewekelijkse vrije vrijdag is.
Dit is natuurlijk allemaal enorm afhankelijk van je persoonlijke situatie. Ik heb bijvoorbeeld de boel voor mezelf, geen kinderen en geen huisgenoten. Mijn voornaamste vijand van productiviteit ben ik zelf, en mijn telefoon. De belangrijkste stijlregel dus? Mijn telefoon ligt aan de andere kant van het huis als ik aan het werk ben, en de deur van ‘het kantoor’ gaat dicht.
En over het overcompenseren: ik hou braaf mijn uren bij in een schriftje, maar ik mik daarbij op een getal tussen de 6 en 8 uur, zodat ik meestal rond de 7 uitkom. Op kantoor ga je ook vaak koffie halen. Het gaat om het gevoel van 8 uur werken, niet om de harde 8 uur zelf.
Zoals alles gaat dit waarschijnlijk in golven, maar vooralsnog surf ik best lekker op deze. Sure, ik wil heel graag weer in een kroeg zitten, maar dit thuiswerken vind ik momenteel stiekem heel erg fijn.