Log in
Seblog.nl

Blog

Mitchell: tweede druk

Ja ja, het gaat hard. Dit weekend werd het laatste exemplaar van de eerste druk van Mitchell verkocht, dus heb ik vandaag maar even een tweede druk gemaakt. Herkenbaar aan: nietjes (in plaats van gebonden), enkel omslag (in plaats van een omslag met een gat en een afbeelding op het schutblad), de woorden 'Tweede druk, 8 november 2011.' op de laatste pagina. Dat alles om de luxe editie de luxe editie te houden. De tweede druk gaat de deur uit voor twee euro. Het bevat nog steeds hetzelfde binnenwerk, met verhaal en tekeningen. Zie verder ook mijn [kraam](/kraam/).

24 uur is best lang: Mitchell

Een tijdje geleden maakte Dennis een [zine](http://denieuwes.com/2011/07/28/24-hour-zine-amina/) in 24 uur. Het resultaat was een supergaaf 'zine about a girl', Amina. Dat geeft zo'n mooi beeld ook, een nobele kunstenaar die 24 uur van zijn toch al zo korte leven opoffert voor [etc.]. Met andere woorden, dat wilde ik ook wel. Dus dat deed ik en ik maakte _Mitchell_. Voor de 'wedstrijd' van de [Amerikanen](http://24hourzines.com/) was ik een beetje te laat, of te vroeg, dus daarom ben ik gewoon lekker Nederlands gegaan. Ook hebben zij de regel: 24 pagina's. Ik rekende eerst het titelblad, met daarop ook het colofon, niet mee in de pagina's, maar uiteindelijk heb ik op de lege delen ook weer plaatjes neergezet, waardoor ik toch echt aan 28 pagina's kom. Dan maar geen button. Waar Dennis' zine over een meisje gaat, gaat mijn zine over een jongen. Als je ze naast elkaar houdt lijken ze misschien wel een beetje op elkaar, maar ik kan je verzekeren: ik loop al met dit verhaal rond nog voor ik Dennis kende. Ik kreeg het alleen maar steeds niet opgeschreven. Maar het is uiteindelijk dus wel gelukt, dit is een goede vorm ervoor. Ik ben op 2 november om 10:00 uur begonnen en heb vanaf toen aan een stuk doorgewerkt met schrijven en tekenen tot een uur of twaalf. Na een powernap van een half uurtje waarbij ik niet kon slapen ben ik weer verder gegaan met tekenen. '2:01 Op naar de laatste tekening: IKEA.' staat er in mijn logboekje. En daarna: '3:04 Het printen is begonnen!' Uiteindelijk heb ik om een uur of half vijf een cover ontworpen, en heb ik tot 7:51 boekjes zitten vouwen en naaien. Toen ben ik naar bed gegaan. Het zijn er 20 geworden en de eerste exemplaren zijn al weg. Wees er snel bij, op is op, 5 euro, via mijn nieuw geopende [kraam](/kraam/).

Bestand opslaan

'Alles is anders,' roepen Windows- of Mac-gebruikers als ze eens achter een computer van de andere kant zitten. Alles vind ik veel, maar er zit inderdaad wel veel verschil tussen Mac en Windows, hoewel de basis hetzelfde is. Maar mensen zien die basis niet. 'Ja, maar dat is gewoon hoe een computer werkt.'

Maar er zit meer verschil tussen Windows en Mac in het Nederlands dan in het Engels. In het Engels staan er in beide menubalken ongeveer dezelfde teksten. Neem bijvoorbeeld de menubalken van de programma's Notepad en TextEdit. Zoek de verschillen:

Het verschil zit alleen in 'view' en 'window'. Waarschijnlijk heeft het ermee te maken dat Mac de menubalk altijd bovenin het scherm heeft staan, terwijl de menubalk op Windows in het venster zelf zit. Wie in het venster zelf zit heeft het eerder over een 'view' van dat venster. Wie bovenin het scherm zit, moet juist verwijzen naar het venster dat eronder staat.

Tot zo ver logisch, maar wat gebeurde er toen beide systemen naar Nederland kwamen? De vertaalteams hebben de Engelse termen allebei totaal anders vertaald. Was toen de vermeende rivaliteit al in opkomst?

'File' is zowel te vertalen als 'bestand' en als 'archief'. 'Edit' kan 'wijzig' en 'bewerken' worden. 'Format' is in beide versies wel 'opmaak' geworden. 'Window' wordt 'Venster' en 'View' wordt 'Beeld', maar dat was al zo. 'Help' is in beide talen hetzelfde. Als je in Windows op 'Bestand' drukt, kan je kiezen voor 'Opslaan' (vertaling van 'Save'). Op Mac heet dat 'Bewaar' (ook een vertaling van 'Save').

Maar er is nog iets anders waarin de vertalers hebben kunnen variëren. Een Engels commando als 'Slab Dog' kan je in het Nederlands vertalen als 'Sla hond' of 'Hond slaan'. In het eerste geval spreek je de computer recht aan, in het andere geval benoem je de actie. In het Engels is 'Slab Dog' ambigu en zijn beide lezingen mogelijk.

En daar hebben de vertalers dus weer gebruik van gemaakt. Op Windows heeft men gekozen voor het benoemen van de actie, terwijl je in Mac meer je computer zelf lijkt aan te spreken. Het Engelse 'Show Menu Bar' is op Windows vertaald als 'Menubalk weergeven' en op Mac vertaald als 'Toon menubalk'.

Zo staan Mac en Windows dus in het Nederlands verder van elkaar dan in het Engels. Komt dat omdat de Nederlandse vertaalteams graag andere termen gebruikten dan die van het andere OS? Of hebben de vertalers van Windows net iets minder goed begrepen dat de grafische interface voor gebruikersgemak zorgt, zodat je de computer directer aanspreekt? We zullen het nooit weten.

Nagekomen stukken: Onderweg

Zaterdag besloot ik mijn verhaal van afgelopen dinsdag om te zetten in een klein strip-achtig boekje. Ik greeg het toen echter niet helemaal af, dus heb ik gister nog flink zitten knutselen. Toen lagen hier 10 boekjes, maar die zijn alweer op. Gelukkig doet de printer het nog prima. Nieuwe boekjes worden ongenummerd geleverd.

Omdat ik toch echt een titel nodig had, heb ik het ding 'Onderweg' genoemd. Een beetje rijmen op mijn achternaam, een beetje zinspelen op een incrowd-grapje bij Waai, een beetje verwijzen naar Kerouac (die ik nog steeds niet gelezen heb) en verder dekt hij de inhoud wel. Dat ik me hier zit te verantwoorden wil zeggen dat ik het er nog steeds niet écht mee eens ben (ik heb eigenlijk een beetje een hekel aan titels), maar nu staat het erop en zal het verhaal het ermee moeten doen. Voor 50 cent stuur ik hem naar je op. Mail adresgegevens naar kraam apenstaartje seblog punt nl. Hij ziet er ongeveer zo uit:

Dat was Waai

Het is alweer voorbij, de Waaiweek. Als je langs had willen komen moet je nu een voorlopig onbepaalde tijd wachten, op de volgende Waaiweek, die altijd uit het niets en erg onregelmatig op vreemde plaatsen verschijnen.

Wel is het misschien mogelijk om de zines van de afgelopen dagen nog te bemachtigen. Precieze info daarover ontbreekt, maar het is zeker de moeite waard om er even achteraan te gaan. Ik zou het bij [Dennis](http://denieuwes.com/zines/) proberen. Zelf heb ik inmiddels dit überkekke mapje geritseld. Of die nog te krijgen zijn weet alleen [Joeri](http://www.smoovebusiness.nl/). Twee van mijn mijn bijdragen aan het zine staan hier online, namelijk mijn verhaal met de [auto](http://seblog.nl/2011/10/waai-dag-2/) en mijn verhaal met het leenpersonage [Stella](http://seblog.nl/2011/10/waai-dag-4/). Het verhaal van de auto gaat nog terugkomen in een boekje dat nog even in elkaar gedraaid moet worden. Als dat klaar is komt daar hier ook nog iets over. Voor alle andere dingen, zoals het [Sebschrift](http://waarhetwaait.files.wordpress.com/2011/10/waaid.jpg), zul je toch echt even op jacht moeten gaan naar die zines. Dan sluiten we af met de groepsfoto.

Waai, dag 2

'You can't see it with your eyes, hold it in your hands, but like the wind it covers our land,' zingt de radio. Ik kijk over de velden of ik het zie, maar ik zie voornamelijk graan, wolken en hier en daar een boom. Owen trapt het gas wat harder in. Ik kijk weer naar de weg.

Mijn leven in New York had nooit echt goed gelopen. Afgelopen maand kon ik de huur niet meer betalen. Gelukkig was daar Owen om me uit de brand te helpen. Hij had zijn baan opgezegd en daarna zijn we in zijn auto gestapt. Sindsdien rijden we.

Owen neuriet mee met de muziek.

Eerst sliepen we in goedkope motels, nu vaak gewoon in de auto. Owen heeft een baardje laten groeien, dat staat hem. Mijn baard laat het een beetje afweten. Fastfood staat Owen minder. Ik heb mezelf al dagen niet anders gezien dan in de zijspiegel.[Lees verder »](/verhaal/onderweg/)

Nu Steve toch dood is...

Het probleem is als volgt. Ik wil graag "I walk the line" en "Ring of fire" van Johnny Cash luisteren, maar niet gelijk doorstromen in de rest van het verzamelalbum. iTunes heeft alleen geen mogelijkheid van een wachtrij voor nummers die je nog wil luisteren na de huidige. Je kan alleen hele albums afspelen, eventueel op shuffle. Je moet zelf maar even op 't juiste moment op stop drukken, maar aangezien ik dat nooit wil middenin een nummer ben ik altijd te laat. Mijn huidige oplossing is het zoekvak. Eerst selecteer ik de cd waar de nummers op staan. Vervolgens zet ik het zoekveld op 'Titel' en zoek ik op letters en lettercombinaties die in beide nummers voorkomen, net zo lang tot ik alleen die twee over heb. Maar dat werkt niet altijd. Bij Johnny Cash kom je met de letters 'in' een heel eind: dan is een derde van de cd's uitgeschakeld. Doe vervolgens nog een losse 'e' en je houdt over:
  • Ring of fire
  • I walk the line
  • A thing called love
  • Guess things will happen this way
  • San Quentin
  • Highwayman [feat. Kris Kristofferson, Waylon Jennings & Willie Nelson]
Dat vind ik een prima lijstje, maar voor nu heb ik eigenlijk helemaal geen zin in _San Quentin_. De rest mag mee, maar _San Quentin_ moet eruit. Nou, dat krijg je dus niet voor elkaar! Er is geen enkele lettercombinatie die _Ring of fire_ en _Walk the line_ gemeen hebben die ze niet ook gemeen hebben met _San Quentin_. Helemaal niet? Nee, er is wel één punt waarop _San Quentin_ verschilt in alle andere nummers die erboven staan: er komt geen liquidae in voor. De liquidae zijn een verzameling klanken waarvan alleen de /l/ en /r/ in het Nederlands (en Engels) voorkomen. Als ik in mijn zoekopdracht kan filteren op liquidae mogen _Ring of fire_ en _I walk the line_ allebei meedoen, maar _San Quentin_ niet. Conclusie. Steve, bouw fonologische zoekopdrachten in. Plz.

Ik ben waaien

De komende week waait het weer waar het waait. Misschien weer met portemonnees in de Waal gooien, maar Dennis kennende zeer zeker met zines. Verder is er geen planning, alleen een lijst met benodigdheden. Het collectief dat geen collectief wil zijn strikes back.

geluidsinstallatie / webcam / computers / printer / langarmnietmachine / buttonmachine / koffiezetapparaat / koelkast / beamer / overheadprojector / gitaren / versterkers / loopstation / microfoons / straf fototoestel / waterkoker / tekenspullen / leenjassen / spuitbussen / snorren / vouwbenen / snijmachine / papier / snorren.

Dus mijn schrijfmachine en ik verhuizen deze week naar de Plufabriek om de boel daar op te vrolijken met slechte verhalen en geratel.

Kutgitaar

U kent de Kutgitaar niet, maar ik sta er in. Het is goed dat u de Kutgitaar niet kent, want ze zijn nu al zo snel uitverkocht. Dit keer zijn het er 60. Voor uzelf is het ook goed dat u de Kutgitaar niet kent. Mocht u hem onverhoopt toch willen leren kennen: hij wordt gepresenteerd op 20 oktober, om 20:00, bij de Etalage Derde Walstraat op de Derde Walstraat in Nijmegen. Met die groene luifels. Als u wel de Kutgitaar wil leren kennen maar niet naar de presentatie kan komen, kunt u het op [deze](http://kutgitaar.wordpress.com) site proberen, maar ik beloof niets. Dat is extra. De keuze is gewoon: ja of nee. Indien ja: tot donderdag.

Dag Ivo

Wat mij opvalt is dat Ivo Niehe onder vuur ligt. Opeens vindt iedereen hem een zak. Wat heeft de beste man misdaan? Hij heeft live in een uitzending van Pauw en Witteman vertelt hoe goed hij die avond was in het theater. Het ging ongeveer zo:

Tja Ivo, als je iets niet moet doen, is het jezelf de hemel in prijzen, want daar kunnen we hier in Nederland niet zo goed tegen. Dat was de arme man even vergeten. Hij zat waarschijnlijk al dagen in Frankrijk en op het moment dat hij gefilmd werd kwam hij zo van het podium gelopen. ('Ik heb de bloemen nog, dan weet je dat het gebeurd is.') Wie in zo'n toestand een interview afgeeft is al snel overenthousiast over zichzelf.

Maar bij Ivo komt daar nog iets bij. Ivo is namelijk gewend om alles de hemel in te prijzen. Bij het aankondigen van een interview moet hij altijd eerst haarfijn uitleggen hoe geweldig de geïnterviewde is en hoe groot de eer is dat de Tros TV Show (dat wil zeggen: Ivo Niehe) diegene heeft mogen interviewen.

Bij Marco Borsato vraagt hij: 'Het lijkt wel of alles wat jij professioneel aanraakt meteen goud wordt, hè?' (Waarna Marco het afzwakt.) 'Maar goed, het is een grootse carrière.' (Waarna Marco het weer nuanceert.) Hij kondigt de mannen van Basta aan als 'het ronduit opzienbarende programma' dat 'misstanden aan de kaak stelt op een genadeloos spectaculaire humoristische manier'. 'Het zijn absoluut geniale programmamakers,' zegt hij even later.

Zo prijst hij dus zijn gasten de hemel in. Het enige verschil met zijn optreden in Pauw en Witteman is dat hij al zijn lof nu direct op zichzelf kan afvuren, omdat hij nu zelf de geïnterviewde acteur is. Volgens mij is in zijn ogen iedereen die eens op tv is geweest zonder zijn programma al geweldig genoeg om in zijn programma te komen. En dit was zijn moment van faam zonder de TV Show. Geef hem eens ongelijk.

Maar zijn interviewkwaliteiten laten wensen over. De werkwijze van Niehe: eerst een compilatiefilmpje maken over het leven van de geïnterviewde, met veel persoonlijke details die zó persoonlijk zijn dat je ze eigenlijk niet echt hoeft te weten, om dan vervolgens de persoon zelf te confronteren met de persoonlijke details en voortdurend naar de bekende weg vragen. Zie zelf:

Nu Ivo is ontmaskerd, kunnen we hem eindelijk van de buis gooien. Hij interviewt op deze teenkrommende ook diverse buitenlandse gasten. Wat moeten die wel niet van Nederlanders denken? De plaatsvervangende schaamte verlamt me altijd zodanig dat ik gewoon niet meer kán zappen. De TV Show is een fuik. Ik denk dat dat de enige reden is waarom ze nog kijkers hebben.

Dat Ivo zelf totaal niet denkt aan stoppen blijkt uit het slot van de aflevering met Basta. De mannen geven aan dat ze een tweede seizoen van hun programma eigenlijk helemaal niet zien zitten. Ze worden bekender, dus ze kunnen niet alles meer doen zonder herkend te worden. Maar stoppen? Daar wil Ivo niets van horen. 'Ik zou zeggen, doe nog een poging, nog één seizoen moet kunnen.' Ja Ivo, nog één seizoen moet kunnen.

Even de Bijbel herinterpreteren

De Nieuwe Bijbelvertaling begint, zoals bekend, met de volgende woorden:

In het begin schiep God de hemel en de aarde. De aarde was nog woest en doods, en duisternis lag over de oervloed, maar Gods geest zweefde over het water. God zei: 'Er moet licht komen,' en er was licht.

Sommige mensen zien dit als het begin van de wereld. Hier schept God de substantie, alles wat er is in de wereld en vanaf hier begint de tijd. Tegenwoordig gaan ook veel mensen daar tegenin: er was een oerknal die de wereld maakte. In dit stuk wil ik laten zien dat deze tekst en die oerknal elkaar niet uitsluiten.

In principe is de tekst in tegenspraak met datgene waarvan de wereld van gemaakt is: substantie. Substantie bestaat per definitie op zichzelf en is nooit voortgebracht door iets anders. Als substantie geschapen zou zijn door God, zou de substantie niet meer op zichzelf staan en dus geen substantie meer zijn. De enige manier waarop substantie dus echt zijn kan, is door zijn eigen oorzaak te zijn. God is zijn eigen oorzaak, God is alle substantie.

Als God alle substantie is, zit God in alles. Dat moet een geruststellende gedachte zijn voor gelovigen: God zit overal in. In de tafel, je computer, maar ook jijzelf bent onderdeel van God. God is immers de wereld. God is ook de oorzaak van alles, maar daarmee ook het gevolg van alles. God is het ene moment dat op het andere volgt. God is de oneindige kettingreactie van de dingen die gebeuren.

In zoverre 'weet' God dus ook wat er gaat gebeuren. Elke volgende gebeurtenis is immers de uitkomst van een rekensom van alle natuurwetten bij elkaar. Daarmee is het, hoewel voor ons onmogelijk, volkomen voorspelbaar wat er gaat gebeuren, zelfs eeuwen van te voren. Door de wetmatigheid van de wereld is God dus gedetermineerd.

Als God zijn eigen oorsprong is en oneindig bestaat, dan kan hij de aarde niet hebben geschapen zoals in Genesis 1 wordt beschreven. God is immers zelf de aarde, het universum en alles eromheen. Als God oneindig is, moet ook de wereld oneindig hebben bestaan en zullen bestaan.

Om deze contradictie op te lossen pak ik er graag een vertaling bij van prof. Ellen van Wolde, die bij haar oratie deze vertaling van Genesis 1 verdedigde:

In het begin waarop God de hemel en de aarde scheidde, en de aarde ongegrond was en zonder fundament, en duisternis over de diepte lag, en Gods adem zwevende was over de wateren, sprak God: 'Er zij licht'.

Deze tekst spreekt over 'Het begin waarop God sprak', met enkele bijzinnen. In deze tekst is er dus geen sprake van een absoluut beginpunt waarop God ging scheppen. God was er al, en toen hij voor het eerst sprak zei hij: 'Er zij licht'. En vanaf daar benoemt hij de rest van de wereld.

Voor 'Er zij licht' was de kettingreactie van de wereld al bezig. Dat laat ruimte open voor theorieën als die van de oerknal. De oerknal zelf zal ook een oorzaak hebben, gezien de oneindigheid van de tijd en de oneindigheid van God. Dat de tijd nog oneindig door zal lopen is makkelijker in te denken dan dat de tijd zonder begin altijd al heeft bestaan, maar als het ene denkbaar is is het ander het ook.

Maar wat is dan de scheppingsdaad? Van Wolde vertaalt het woord bara niet met 'scheppen' maar met 'scheiden'. Het onderscheid is de basis van taal: door dingen te onderscheiden van elkaar krijgt het betekenis. Het meest basale onderscheid is die tussen licht en duisternis. God begon dus met het onderscheiden van zichzelf.

Het onderscheiden gebeurt niet in de fysieke wereld van de kettingreactie. Het onderscheid bestaat in het denken van de mensen. Als God alles is, zit de mens daarbij. Dankzij de mens, die dingen is gaan onderscheiden en benoemen, heeft God de wereld gescheiden en betekenis gegeven. Genesis 1 gaat dus niet over het begin van de wereld, maar over het begin van de betekenis en het begin van de taal.

Koffiedrinken

De Dikke Van Dale maakt geen melding van het woord koffiedrinken en dat is eigenlijk heel zonde. Als er iets bij onze cultuur schijnt te horen, is het wel het koffiedrinken. Want dat is de situatie waarbij de befaamde koektrommel op tafel komt, die open gaat, waar één koekje uit wordt gepakt, en die dan weer snel dicht gaat. Dat, roept elke Nederlander die ooit iets over onze cultuur heeft gehoord, dat is Nederlands.

Maar koffiedrinken als zodanig staat niet in de Van Dale. Natuurlijk, we kunnen het wel vormen aan de hand van de woorden koffie en drinken, maar koffie drinken levert eigenlijk een heel andere betekenis op. In eerste instantie zou je zeggen dat het woord koffiedrinken ook daadwerkelijk betekent dat je de drank koffie gaat drinken. Maar het mooie van het koffiedrinken is dat dat helemaal niet zo hoeft te zijn.

Bij mijn vader thuis is het bijvoorbeeld mogelijk om te vragen: 'Zullen we koffiedrinken?' Daarop is het volgende antwoord denkbaar: 'Ja, wat wil je drinken?' Kennelijk zit het woord koffie dus niet meer vanzelfsprekend in de betekenis van het woord koffiedrinken. Koffiedrinken is daarmee meer een ritueel, waarbij je eventueel koffie kan drinken, maar ook thee, sap of iets anders. Als er maar koekjes bij zijn, dat is geloof ik wel noodzakelijk, maar wij eten gewoon direct het pak leeg.

Het keuzepad tot een boek

Vandaag had ik de onweerstaanbare drang om een boek te kopen. Een nieuw boek, eentje met een lekkere vormgeving en een goede auteursnaam en uitgeverij. Zo'n boek waarvan je van te voren denkt dat het een heel goed boek is, waar door het automatisch al een beter boek is. Maar daarbij mocht het boek niet duurder zijn dan 14 euro, want meer had ik niet bij me en de bankpas lag nog thuis. Dat was expres, want anders geef ik teveel geld uit. Je moet jezelf een beetje in bedwang houden als je weet dat je graag dingen koopt.

Uiteindelijk probeerde ik een keuze te maken tussen _Elementaire deeltjes_ en _De mogelijkheid van een eiland_ van Michel Houellebecq (spreek uit: _welbek_). Een tijdje terug stond er een vak aangekondigd over het werk van Houellebecq, maar die heb ik niet gekozen, omdat ik geen zin had in de zoveelste zeventiende-eeuwse vergeten Fransoos. Maar toen ik hoorde dat het om een verguisde hedendaagse schrijver ging die inmiddels geëmigreerd was naar Ierland, heb ik _De kaart en het gebied_ gekocht en gelezen. En dat was heel vermakelijk. Vandaar dat ik nu weer een boek van hem wilde kopen. Qua titel zou ik eerder _De mogelijk van een eiland_ kopen. _Elementaire deeltjes_ vind ik wat saaier, zeker naast de rijkheid van _De mogelijkheid van een eiland_, die ook beter rijmt met _De kaart en het gebied_ en _De wereld als markt en strijd_ (ik hou niet van economie, dus die viel af). Toch heb ik bij nader onderzoek voor _Elementaire deeltjes_ gekozen. Het zit zo. Zowel in het verhaal zelf als op de flaptekst van _De kaart en het gebied_ wordt verwezen naar _Elementaire deeltjes_. Voor de verwijzingen in het verhaal moet je zelf maar _De kaart en het gebied_ gaan lezen, maar de flaptekst is makkelijk te citeren:
De beste Houellebecq sinds _Elementaire deeltjes_. - Martin de Haan op _www.hofhaan.nl_
In eerste instantie zou je denken: dit is dus een goed boek. Het is niet zomaar goed, het is zelfs de beste. Maar eigenlijk zegt de flaptekst van _De kaart en het gebied_ dat je beter _Elementaire deeltjes_ kan kopen. Het is immers de beste sínds _Elementaire deeltjes_. Als een schrijver de boeken A B C D E en F schrijft, en iemand (in dit geval de vertaler: verdacht) zegt dat F de beste is sinds C, dan wil dat sowieso zeggen dat je D en E niet hoeft te gaan lezen. Het beste kan je C gaan lezen, want die is beter dan F. Maar eigenlijk zegt dit alles niets over A en B, misschien zijn die wel ook steengoed, zo niet beter. Het geval wil dat _De mogelijkheid van een eiland_ tussen _Elementaire deeltjes_ en _De kaart en het gebied_ in zit. _De wereld als markt en strijd_ komt daar nog voor, dus daarover is eigenlijk geen waardeoordeel bekend. Ik denk dat ik op grond van de flaptekst van _De kaart en het gebied_ kan opmaken dat ik een goede keuze heb gemaakt met _Elementaire deeltjes_.

De Uitvreters op het UITfestival Nijmegen

Op 10 september sta ik om 20:00 in Museum het Valkhof, om daar een verhaal voor te lezen, samen met zeven anderen. We hebben als het goed is allemaal een tekst geschreven die eindigt met de laatste zin van Nescio's De uitvreter: 'Zijn reis naar Friesland is altijd onopgehelderd gebleven.' Ik wel, in ieder geval, en wie het verhaal wil horen moet dus daar aanwezig zijn.

Dus: verhalen van Ilse Schaminee, Tom Bouwmeester, Aafke Romeijn, Tim Pardijs, Wout Waanders, Elske van Lonkhuyzen, Johan Roos en ikzelf, komt dat horen in Museum het Valkhof!

De wesp

Gisteravond besloot ik iets voor half één dat de tijd van nachtbraken nu wel weer voorbij mocht zijn en dat ik naar bed ging. Ik draaide nog wat muziek bij de afwas en sloot goedgehumeurd de dag af. Tot ik iets zag vliegen, waarvan ik al direct zag dat het een hangend achterlijf had. En jahoor, er bleek een wesp in mijn kamer te zitten.

Gewapend met elektronische vliegenmepper ging ik hem te lijf. Voorzichtig, kijken, stapje, kijken, stapje, helemaal terug naar de hoek, kijken, kijken, stapje, terug. Ondertussen maakte de wesp zwierige bewegingen langs mijn plafond. Favoriete plekjes waren daar waar ik hem net niet kon zien. Hier en daar had ik toe kunnen slaan, vaak durfte ik net pas te laat.

Toen hij op de leidingen van de verwarming zat sloeg ik echt toe: met de mepper bracht ik hem een schok toe, tzzk, en hij viel. Dan moet je snel zijn, want elektrische meppers doden alles groter dan een mug niet meer, maar zorgen alleen voor een tijdelijke verlamming. Ik zocht tussen de schoenen onderaan de leidingen, maar kon hem niet vinden. Net toen ik een schoen verschoof, vloog hij alweer op. In één pas stond ik weer aan de andere kant van de kamer. Ik besloot de deur open te doen, zodat hij naar de gang kon, dan kon ik slapen.

Toen verhevigde de strijd, ik probeerde hem opnieuw te zappen en naar de deur te begeleiden. De wesp had echter andere plannen en begon nog sneller rondjes te maken langs het plafond. Toen hij op mijn lamp zat, sloeg ik nog eens toe. Met uitgestrekte arm de mepper naar voren, snel, maar de wesp was sneller: via een duikvlucht vloog hij tegen mijn arm aan, maar mijn reflex was snel genoeg om niet gestoken te worden. Toen stond ik zelf op de gang, met de wesp nog in de kamer.

Verandering van strategie. Met de deur open en alle lichten in de kamer uit (daarom zitten deurknopjes bij de deur), probeerde ik de wesp naar de gang toe te lokken. Toen het twee uur 's nachts was gaf ik echter ook dat plan op. Vanaf de gang viste ik mijn kamerjas en een handdoek uit de kamer, waarmee ik een schild maakte, zodat ik onder het bed vandaan mijn slaapmatje kon pakken. Ik stelde de strijd uit naar de volgende morgen.

Terwijl de wesp weer tot rust kwam, probeerde ik moeizaam een nachtrust op te bouwen. Dat ging extra lastig door de lampen in de gang, waarvan een paar de hele nacht aan blijven, en de dichtstbijzijnde alleen als er iets bewoog. Uiteindelijk sliep ik tot kwart voor zes. Ik heb nog nooit zo dicht bij mijn bed gekampeerd. Via mijn iPhone zocht ik op dat de zon dezer dagen pas om 6:09 op zou komen. Om tien voor zes zag ik in het washok al een waas van licht verschijnen. Ik besloot het erop te wagen: ik deed de kamerdeur open.

Hoewel ik het niet echt had verwacht, was ik opgelucht dat de wesp me niet meteen bij het openen van de deur al aanviel. Opnieuw had ik de kamerjas als harnas aangetrokken. Ik klikte het licht aan. Nergens een wesp te bekennen. Als er film muziek was geweest, was het een aanhoudend hoge toon. Voorzichtig stak ik mijn hoofd door de deur en keek omhoog: ook boven de deur zat geen wesp.

Op een stoel hing een lange broek, die ik liever aan had dan de korte broek die ik de vorige dag nog had gedragen. Missie 1 werd een snelle actie om, al om mij heen kijkend, de broek van de stoel te grissen. Op de gang deed ik hem aan, en vanaf de gang kon ik nog twee sokken vinden. Ik had nu in ieder geval geen blote huid meer.

Buiten begon het al echt licht te worden. Hij zat vast achter de gordijnen. Behoedzaam gaf ik een ruk aan de eerste. Geen reactie. Langzaam schoof ik hem opzij. Geen wesp, levend noch dood, geen wesp. Gordijn twee, een klap ertegen, geen reactie, en ook daarachter niet. Bij gordijn drie wist ik het zeker: hier zit hij achter. Maar ook dat bleek valse hoop. Ik opende de ramen, voor als ik hem zou vinden.

De lievelingsplek van gister was op de kast, boven de mappen. Net te hoog voor mij, ik kon er niet op kijken of de wesp daar misschien dood lag te zijn. Met mijn camera maakte ik een filmpje om te zien of hij er lag. Na drie keer filmen bleek de verdachte vlek gewoon een logo op een factuur in een van de mappen. Ook verder op de kast leek hij niet te liggen. Het bleef angstvallig stil, op het gepiep van de filmmuziek na.

Toen hoorde ik het: een knal uit de keuken, alsof iets ergens tegenaan vloog. En ja: de wesp was druk bezig met de tl-balk, daar wilde hij dolgraag heen. Van een ontspannen nacht was niets te merken: hij had er behoorlijk de stress in en wilde niets liever dan door de tl-balk naar buiten ontsnappen. Achter hem stond het raam wagenwijd open, maar de tl-balk gaf nu eenmaal meer licht.

Met een schoen om mijn hand en de kamerjas half voor mijn gezicht liep ik op het knopje op de tl-balk af. Een tik ertegen, en natuurlijk ging hij niet uit, nog eens, nee, nog eens, ja, de tl-balk was uit. En in minder dan een seconde besloot de wesp dan maar de andere lichtbron te volgen. Om 6:09 precies vloog de wesp de opgaande zon tegemoet.

1984, of: monoloog bij de antiquariaat na een zoektocht door Nijmegen

BOEKHANDELAAR
Ah, je hebt 1984 gevonden? Dat is ons bestverkochte boek. Mensen komen altijd dat boek kopen. Ik zorg steeds dat ik een exemplaar op voorraad heb. We ruilen ze met andere antiquariaten uit andere steden.
Dat is dan vijf euro.
Antiquairs zijn rare mensen, met allemaal hun eigen ideeën. Ze denken: wat eruit is, is eruit. Maar dat is niet zo, mensen willen 1984 nog steeds lezen. Dat boek blijft gewoon actueel. Eerst was het nieuw, toen kwam het jaar 1984 zelf in beeld, toen kwamen er series als Big Brother op tv en nu verwijzen massamoordenaars in hun manifesten ernaar. Het blijft verkopen.
Het komt natuurlijk ook omdat wij in een studentenstad zitten. Zonder studenten overleeft een antiquariaat niet. Op het HBO leest niemand buiten hun studie om. Die hoeven geen oude boeken.
Wilt u er een tasje bij of gaat het zo mee?

Iets met perspectief

Gister ontplofte er een bom bij een overheidsgebouw in Oslo. Een paar uur later vond er op een eiland daar niet ver vandaan een anderhalf uur durende schietpartij plaats, waarbij één man tenminste 84 jongeren doodschoot. Op twitter kwamen verontwaardigde berichten, onbegrip, medeleven, zoals dat hoort, en in Nederland trendde het even.

Vandaag werden de aantallen pas echt bekend, zond de NOS de hele ochtend extra journaals uit en kwamen er internationale reacties van staatshoofden. Maar op twitter bleef het nog tamelijk rustig. Een wereldwijd trending topic bleef uit. Tot een uur of zeven. Toen werd bekend dat zangeres Amy Winehouse zichzelf eindelijk de dood in heeft gezopen. En jahoor, overal ter wereld stond twitter roodgloeiend. Wat een drama.

Ik heb me daar de afgelopen uren best druk over gemaakt. Veel liever maak ik Noorwegen ongedaan dan Amy's dood. Helaas zijn er ook mensen die daarop antwoorden dat ze het liever andersom doen. Ze zullen haar muziek missen. Alsof ze met haar dood opeens uit de platenzaken is verdwenen.

Volgens mij is de dood van een zangeres die toch al jaren bezig was met die kant op te gaan, vele malen minder erg dan de dood van 84 onschuldige jongeren door een malloot met een geweer. Ik ben er al de hele dag mee bezig en elk nieuwsuur werden de berichten erger. Een schietpartij in Noorwegen. Op een eiland. 84 doden. Dat de dader als agent was verkleed, de jongeren vroeg om bij elkaar te komen, zodat hij kon vertellen over de bomaanslag in Oslo. Dat hij daarna het vuur opent. De beelden van een jongen die op de rotsen nog smeekt om zijn leven. Ik vind het meer dan gruwelijk.

Kortom. Hou eens op met Amy Winehouse. Dit deed ze zelf. En geef eens wat meer aandacht aan de echt verschrikkelijke gebeurtenissen in de wereld.

Meer laden