De wesp
Gisteravond besloot ik iets voor half één dat de tijd van nachtbraken nu wel weer voorbij mocht zijn en dat ik naar bed ging. Ik draaide nog wat muziek bij de afwas en sloot goedgehumeurd de dag af. Tot ik iets zag vliegen, waarvan ik al direct zag dat het een hangend achterlijf had. En jahoor, er bleek een wesp in mijn kamer te zitten.
Gewapend met elektronische vliegenmepper ging ik hem te lijf. Voorzichtig, kijken, stapje, kijken, stapje, helemaal terug naar de hoek, kijken, kijken, stapje, terug. Ondertussen maakte de wesp zwierige bewegingen langs mijn plafond. Favoriete plekjes waren daar waar ik hem net niet kon zien. Hier en daar had ik toe kunnen slaan, vaak durfte ik net pas te laat.
Toen hij op de leidingen van de verwarming zat sloeg ik echt toe: met de mepper bracht ik hem een schok toe, tzzk, en hij viel. Dan moet je snel zijn, want elektrische meppers doden alles groter dan een mug niet meer, maar zorgen alleen voor een tijdelijke verlamming. Ik zocht tussen de schoenen onderaan de leidingen, maar kon hem niet vinden. Net toen ik een schoen verschoof, vloog hij alweer op. In één pas stond ik weer aan de andere kant van de kamer. Ik besloot de deur open te doen, zodat hij naar de gang kon, dan kon ik slapen.
Toen verhevigde de strijd, ik probeerde hem opnieuw te zappen en naar de deur te begeleiden. De wesp had echter andere plannen en begon nog sneller rondjes te maken langs het plafond. Toen hij op mijn lamp zat, sloeg ik nog eens toe. Met uitgestrekte arm de mepper naar voren, snel, maar de wesp was sneller: via een duikvlucht vloog hij tegen mijn arm aan, maar mijn reflex was snel genoeg om niet gestoken te worden. Toen stond ik zelf op de gang, met de wesp nog in de kamer.
Verandering van strategie. Met de deur open en alle lichten in de kamer uit (daarom zitten deurknopjes bij de deur), probeerde ik de wesp naar de gang toe te lokken. Toen het twee uur 's nachts was gaf ik echter ook dat plan op. Vanaf de gang viste ik mijn kamerjas en een handdoek uit de kamer, waarmee ik een schild maakte, zodat ik onder het bed vandaan mijn slaapmatje kon pakken. Ik stelde de strijd uit naar de volgende morgen.
Terwijl de wesp weer tot rust kwam, probeerde ik moeizaam een nachtrust op te bouwen. Dat ging extra lastig door de lampen in de gang, waarvan een paar de hele nacht aan blijven, en de dichtstbijzijnde alleen als er iets bewoog. Uiteindelijk sliep ik tot kwart voor zes. Ik heb nog nooit zo dicht bij mijn bed gekampeerd. Via mijn iPhone zocht ik op dat de zon dezer dagen pas om 6:09 op zou komen. Om tien voor zes zag ik in het washok al een waas van licht verschijnen. Ik besloot het erop te wagen: ik deed de kamerdeur open.
Hoewel ik het niet echt had verwacht, was ik opgelucht dat de wesp me niet meteen bij het openen van de deur al aanviel. Opnieuw had ik de kamerjas als harnas aangetrokken. Ik klikte het licht aan. Nergens een wesp te bekennen. Als er film muziek was geweest, was het een aanhoudend hoge toon. Voorzichtig stak ik mijn hoofd door de deur en keek omhoog: ook boven de deur zat geen wesp.
Op een stoel hing een lange broek, die ik liever aan had dan de korte broek die ik de vorige dag nog had gedragen. Missie 1 werd een snelle actie om, al om mij heen kijkend, de broek van de stoel te grissen. Op de gang deed ik hem aan, en vanaf de gang kon ik nog twee sokken vinden. Ik had nu in ieder geval geen blote huid meer.
Buiten begon het al echt licht te worden. Hij zat vast achter de gordijnen. Behoedzaam gaf ik een ruk aan de eerste. Geen reactie. Langzaam schoof ik hem opzij. Geen wesp, levend noch dood, geen wesp. Gordijn twee, een klap ertegen, geen reactie, en ook daarachter niet. Bij gordijn drie wist ik het zeker: hier zit hij achter. Maar ook dat bleek valse hoop. Ik opende de ramen, voor als ik hem zou vinden.
De lievelingsplek van gister was op de kast, boven de mappen. Net te hoog voor mij, ik kon er niet op kijken of de wesp daar misschien dood lag te zijn. Met mijn camera maakte ik een filmpje om te zien of hij er lag. Na drie keer filmen bleek de verdachte vlek gewoon een logo op een factuur in een van de mappen. Ook verder op de kast leek hij niet te liggen. Het bleef angstvallig stil, op het gepiep van de filmmuziek na.
Toen hoorde ik het: een knal uit de keuken, alsof iets ergens tegenaan vloog. En ja: de wesp was druk bezig met de tl-balk, daar wilde hij dolgraag heen. Van een ontspannen nacht was niets te merken: hij had er behoorlijk de stress in en wilde niets liever dan door de tl-balk naar buiten ontsnappen. Achter hem stond het raam wagenwijd open, maar de tl-balk gaf nu eenmaal meer licht.
Met een schoen om mijn hand en de kamerjas half voor mijn gezicht liep ik op het knopje op de tl-balk af. Een tik ertegen, en natuurlijk ging hij niet uit, nog eens, nee, nog eens, ja, de tl-balk was uit. En in minder dan een seconde besloot de wesp dan maar de andere lichtbron te volgen. Om 6:09 precies vloog de wesp de opgaande zon tegemoet.