Nu op Seblog: 1984, of: monoloog bij de antiquariaat na een zoektocht door Nijmegen seblog.nl/2011/08/1984-of-monoloog-bij-de-antiquariaat-na-een-zoektocht-door-nijmegen
Seblog.nl
Iets met perspectief
Gister ontplofte er een bom bij een overheidsgebouw in Oslo. Een paar uur later vond er op een eiland daar niet ver vandaan een anderhalf uur durende schietpartij plaats, waarbij één man tenminste 84 jongeren doodschoot. Op twitter kwamen verontwaardigde berichten, onbegrip, medeleven, zoals dat hoort, en in Nederland trendde het even.
Vandaag werden de aantallen pas echt bekend, zond de NOS de hele ochtend extra journaals uit en kwamen er internationale reacties van staatshoofden. Maar op twitter bleef het nog tamelijk rustig. Een wereldwijd trending topic bleef uit. Tot een uur of zeven. Toen werd bekend dat zangeres Amy Winehouse zichzelf eindelijk de dood in heeft gezopen. En jahoor, overal ter wereld stond twitter roodgloeiend. Wat een drama.
Ik heb me daar de afgelopen uren best druk over gemaakt. Veel liever maak ik Noorwegen ongedaan dan Amy's dood. Helaas zijn er ook mensen die daarop antwoorden dat ze het liever andersom doen. Ze zullen haar muziek missen. Alsof ze met haar dood opeens uit de platenzaken is verdwenen.
Volgens mij is de dood van een zangeres die toch al jaren bezig was met die kant op te gaan, vele malen minder erg dan de dood van 84 onschuldige jongeren door een malloot met een geweer. Ik ben er al de hele dag mee bezig en elk nieuwsuur werden de berichten erger. Een schietpartij in Noorwegen. Op een eiland. 84 doden. Dat de dader als agent was verkleed, de jongeren vroeg om bij elkaar te komen, zodat hij kon vertellen over de bomaanslag in Oslo. Dat hij daarna het vuur opent. De beelden van een jongen die op de rotsen nog smeekt om zijn leven. Ik vind het meer dan gruwelijk.
Kortom. Hou eens op met Amy Winehouse. Dit deed ze zelf. En geef eens wat meer aandacht aan de echt verschrikkelijke gebeurtenissen in de wereld.
Nu op Seblog: Iets met perspectief seblog.nl/2011/07/iets-met-perspectief
Weer thuis
Daar zit ik dan, achter mijn computer met het gevoel dat het zaterdag, 21 uur is, terwijl het maandag, 14:30 is. Gisteravond vloog ik om 18:45 (plaatselijke tijd, dus hier 17:45) vanuit Turku naar Gdansk. Toen ik om 19:00 (plaatselijke tijd, dus hier ook 19:00) uit het vliegtuig stapte om even een uiltje te knappen in het hostel, voelde het eigenlijk al bijna als thuiskomen. Zo gek is dat, dat een stad die je drie dagen lang nogal afstandelijk vond, opeens als thuis gaat beschouwen als je even in een andere stad bent.
In het hostel stond ik om 2 uur op om om 2:40 de nachtbus te nemen naar het vliegveld, omdat de andere nachtbus van 4:00 misschien te krap was om de vlucht van 6:10 te halen. Wat was de grap? De nachtbus van 2:40 ging helemaal niet tot de luchthaven. Ik heb maar gewoon een taxi genomen, wat me 50 z?otty kostte, ongeveer 12,59. Dat had je in Nederland niet gekund, denk ik zo.
Bij alle drie de steden, Turku, Gdansk en Eindhoven, heb ik de plaatselijke IKEA vanuit de lucht gezien. Misschien is het een teken. Toen ik thuis kwam lag er een stapel post, waaronder een geadresseerde folder van IKEA Family, dat de nieuwe PAX-collectie er is. Dat vermoeden had ik al, want zowel in Utrecht als in Duiven waren ze bezig de kledingkastshowroom te verbouwen.
Op Eindhoven Centraal bleken er werkzaamheden tussen Eindhoven en Utrecht, met als gevolg dat de trein omreed via Nijmegen, waar ik geen enkel bezwaar tegen had. Op Nijmegen Centraal bleek dat de fietscontroleurs mijn fiets hadden gespot als eentje die er alweer een tijdje stond. Tap tap, zadelklopje, fiets van slot, wegrijden met de medaille er nog op. En niet vergeten hem eraf te halen als ik hem weer op het station zet.
Er is bonusmateriaal. Met zout graag.
Nu op Seblog: Weer thuis seblog.nl/2011/07/weer-thuis
Wat je zoal kan doen in Turku
Finland bevalt me veel meer dan Polen. Van beide talen versta ik geen drol, maar de Finnen spreken tenminste allemaal Engels. Bovendien kan je hier met de euro betalen en is het hier veel beter weer.
Tips voor wie naar Turku komt: huur een fiets en ga over het eiland Ruissalo rondjes fietsen. Op dit moment is het Ruisrock, hét popevenement van het jaar, een beetje het Lowlands van Finland, waardoor ik niet overal kon komen. Maar toch: er is meer dan genoeg eiland over waar je wel op mocht fietsen. Soms niet helemaal, want het leukste is om gewoon de wandelpaden te nemen. Die gaan op en neer en in bochtjes, en aangezien ik toch een mountainbike-achtige fiets had meegekregen van de verhuur, ging ik maar gelijk met Nightwish op door de bossen racen. Dat is echt Finland.
Voor vandaag heb ik wat musea bezocht, te voet, zonder Finse hardrock. Voor 10 euro kan je een hele dag een fiets huren, maar nog geen twee musea in, zelfs niet met studentenkorting. Bij de ene mocht ik voor 4 in plaats van 5 naar binnen, bij de ander voor 7 in plaats van 8. Het moeten wel goede musea zijn geweest, denk je dan. Welnu.
Allereerst ben ik naar het Luostarinmäen käsityöläismuseo geweest. Het is een verzameling houten huisjes die elk een eigen ambacht vertegenwoordigen. Turku is de oude hoofdstad van Finland, tot het rond 1800 voorbijgestreefd is door Helsinki. Sinds 1812 is Helsinki officieel de hoofdstad, maar het laatste duwtje voor Turku was in 1827, toen de stad door brand verwoest werd en de universiteit ook werd overgeplaatst naar Helsinki. (De huidige universiteit van Turku stamt uit 1920.)
Zoals alle grote steden in die tijd is ook Turku dus rond 1800 door brand verwoest. Het is waarschijnlijk het antwoord op de vraag die ik me al de hele tijd stelde: als dit een Middeleeuwse stad is geweest, waarom zijn alle straten in het centrum dan zo recht? En: waar zijn alle oude huizen dan? Nou, die waren dus van hout en zijn allemaal afgebrand, op die in het ambachtsmuseum na. Buiten dat is er niet zo heel veel te zien, niet genoeg dat ik denk: dat waren 4 goed besteedde euro's. Maar, dat kan aan mijn gebrek aan historiehysterie liggen.
Wat wel weer heel indrukwekkend was, was het Aboa Vetus & Ars Nova museum. In de kelder was een doorlopende tentoonstelling van de resten van het oude Turku ze hebben het museum gewoon bovenop de opgravingen gezet. Het was allemaal lekker interactief opgezet, echt zo'n museum waar je als een klein kind uit Turku mee naartoe wordt gesleept door je school. Een beetje vreemd was het wel om de resten van een oude kapel te betreden en daar iemand compleet devoot te zien worden, met buiginkjes en al.
Boven hadden ze een tentoonstelling van moderne kunst, in het thema 'Mielen kuvioita', 'Patronen van de geest'. Het zag er allemaal heel gaaf uit. Helaas hielt het museum daarna opeens op: buiten deze twee tentoonstellingen had geen enkele eigen collectie of iets dergelijks, wat ik wel had verwacht na 7 euro (incl. studentenkorting). Helaas, maar de beide tentoonstellingen waren het al wel al bijna waard.
Daarna was echter het geld op dat ik maximaal aan een dagje musea bezoeken had willen besteden. De tip voor een dagje museaal Turku is dus: kies een ruim budget. Tot zo ver de tips weer voor vandaag.
Nu op Seblog: Wat je zoal kan doen in Turku seblog.nl/2011/07/wat-je-zoal-kan-doen-in-turku
Nu op Seblog: Turku: warm seblog.nl/2011/07/turku-warm
Turku: warm
Herinner je je het superhete weer van vorige week nog, die door de storm het land uit werd geblazen? Dat weer hangt nu in Finland. Hier in Turku is het zeker 10 graden warmer dan in Polen, wat je misschien niet zou verwachten voor zo'n noordelijk land. Dat het hier noordelijk ligt merk je ook aan het feit dat het nu 23:30 is, maar de zon nog niet onder.
De vlucht ging goed. Omdat ik na drie dagen Gdansk toch al best wel de hele stad had gezien en omdat het er vanochtend regenachtig en grimmig was, heb ik al om 12 uur de bus naar het station genomen, terwijl ik pas om 15:50 zou vliegen. Onderweg overwoog ik nog uit te stappen bij de plaatselijke IKEA, maar ik heb het niet gedaan.
In de bus vroeg de vrouw die naast me zat, drie haltes na de IKEA, of de bus wel langs het vliegveld kwam. Vreemd om opeens een Pool de weg te kunnen wijzen, maar ik herkende de weg van de heenreis en kon het dus bevestigen. Een ander meisje meende de naam Turku te horen en vroeg of ik daarheen vloog. Later bleek dat ze overal het woord Turku in verstond: bij alle omroepberichten wachtten we gespannen de Engelse versie af, want ze hoorde iets over Turku.
Ik ging dus naar Turku en zij ging naar Turku dus zijn we verder samengebleven tot we in Turku waren. Ze vertelde dat ze wel een Fin was, maar geen Fins sprak. Nauwelijks, haar Engels was veel beter. In Finland woont een Zweedse minderheid, die vooral in het westen van het land woont. In Helsinki spreekt bijna niemand Zweeds, maar in Oulo vrij veel mensen. In Turku, of Åbo zoals de Zweden zeggen, is Zweeds officieel op elke straathoek aanwezig. Vrijwel alle openbare aanduidingen, van straatnamen tot de wegwijsborden, zijn tweetalig. Ik vind het best handig, want van het Finse woord snap ik geen drol, maar het Zweedse woord is vaak wel herkenbaar.
Maar dit alles is dus alleen op de officiële kant: mijn reisgenote sprak eigenlijk alleen maar Engels met haar vriendinnen in het openbaar. Wanneer ze samen Zweeds praatten, kunnen ze op minachtende blikken rekenen, zei ze. In winkels bestelde ze ook liever in het Engels dan in het Zweeds en in café's was ze liever toerist dan thuis. Fins vond ze maar een vreemde taal.
Het is vreemd om te horen dat Zweeds hier als een inferieure taal wordt gezien. Naar ik heb begrepen zijn in Zweden zelf de Saami (met een taal verwant aan het Fins) altijd door de Zweden gezien als een vreemd volkje. Taal is zoals overal ook hier heel duidelijk een manier om te laten zien tot welke groep je behoort.
Zoals altijd geen WiFi in het hostel (het zal eens wel zo zijn). Morgen ga ik een fiets huren want ik ben totaal kapot van het hobbelen door Gdansk. Voordeel van vliegen: je wordt er moe van dus kan ik nu, ondanks het tijdsverschil van een uurtje, toch lekker slapen.
De man
De stopzichten in Gdansk doen een dudeltje als ze op groen staan. Als ze bijna op rood gaan doen ze het dudeltje even kort en snel, met stiltes ertussen. Als ze op rood staan houden ze gelukkig hun mond. Het stoplicht stond op rood.
Naast me staat een man met een hond. Hij lacht vrolijk en roept Poolse zinnen naar me. Ik snap er niets van, want door de onuitspreekbaarheid van de woorden ben ik nog niet begonnen Pools proberen te leren.
'I'm sorry, I'm not from here,' is mijn veelgebruikte zin, waarna de meeste Polen doorlopen. De oude man blijft Poolse frasen werpen. Of toch niet? Ik merk dat het Duits is, maar met een zwaar accent. Met zijn handen begeleidt hij zijn woorden: dat ik zo lang ben.
Dat is het gesprek dat ik zo onderhand in alle talen kan voeren, hoe lang ik ben. Het is heel simpel, want je hebt er maar drie woorden voor nodig: twee, meter en drie. Twee meter drie. Sinds ik in Schotland ben geweest weet ik dat ik ook zes voet zes-en-zestig ben, maar dat hoeft gelukkig alleen in het Engels. 'Ja, ich bin zwei meter drei.'
Heel enthousiast roept hij zijn eigen lengte en begint hij over de jongeren die steeds groter worden. Ik knik en hum en glimlach me een weg door zijn betoog. Het melodietje begint, de stoplichten staan op groen. De man praat door en volgt mijn aanstalte om over te steken niet. In de verte klinkt een ambulance. Hij baant zich een weg door het verkeer en wil ook ons stoplicht kruisen. De man en ik blijven staan kijken. Het melodietje stopt en de auto's gaan weer rijden.
Nu we toch nog een stoplicht wachten besluit ik hem te vragen waar het dichtsbijzijntste station is. 'Darf ich Sie etwas fragen? Wo ist der Bahnhof?' Het mannetje is helemaal in zijn humeur en wijst alle kanten op, maar uiteindelijk naar de overkant van de straat. Hij begint over de 'Straßenbahn' die ze aan het verbouwen zijn in de straat waar de ambulance vandaan kwam. Ik knik, want ik had het gezien. 'Alles neu,' knikt de man en hij er is er maar wat blij mee.
Het stoplicht staat nog op rood en de oude man raakt nu echt op dreef. Met zijn handen gebaard hij wild dat alle auto's door moeten rijden. 'Geht, geht,' met een glimlach op zijn gezicht. Het is alsof hij met zijn hand een beekje tot een snelstromende rivier peddelt. Met zijn andere hand houdt hij steeds zijn hond in bedwang.
De lichten gaan op groen en de geluiden klinken weer. 'Komm, komm,' zegt de man, en gebaart naar de overkant. Hij weet de weg naar een andere halte van de tram, die wel naar het station gaat. 'Alles neu.'
'Das ist ein Teckel-hund,' zegt hij trots als hij op zijn hond wijst.
Ik knik met een glimlach en begin aan een zin die probeert uit te leggen dat wij thuis nu ook een hond krijgen, maar daarin niet op tijd slaagt.
'Sieben jaren alt ist sie!' roept hij uit terwijl hij me aankijkt. 'Und sie küst mich.' Met zijn handen maakt hij likkende bewegingen over zijn wangen. Ik verdrijf de beelden van het hondje en de man samen en probeer opnieuw de zin te lanceren.
'Nein nein,' trekt de man de hond verder, die net een poot optilt om te plassen. Ze mag niet plassen, zegt hij geloof ik. Ik vraag me af of vrouwelijke hondjes ook hun poot optillen.
We zeggen verder niet veel als we langs flatgebouwen lopen. Wel krijgt de hond veel commentaar, soms in het Duits en soms in het Pools. Ze wil een flat in, ze wil aan een vuilnisbak ruiken, ze wil tegen een auto plassen. Ik kijk om mij heen en zie een Gdansk dat ik de afgelopen dagen nog niet heb gezien: de straten waar ik niet zomaar in zou lopen, de wijken met flats en het dagelijks leven. De betonnen flats beantwoorden aan mijn beeld van hoe Oost Europa eruit ziet, maar lijken minder kil dan op tv. Hier wonen ook mensen.
Ik vraag me af waar de man me mee naartoe neemt. Ik probeer me te herinneren hoe vaak we links en rechts zijn gegaan, maar dat weet ik niet meer. Vooralsnog zijn hier wel mensen op straat. Zolang ik nergens naar binnen ga, komt het goed.
Als de hond een winkel in wil zie ik een eindje verderop een tram rijden. Trots wijst de man erop.
'Nach der Bahnhof!'
Ik knik en glimlach. Eigenlijk wilde ik helemaal niet met de tram naar het centraal station van Gdansk, maar gewoon naar het dichtsbijzijnde station. Vanaf daar rijden metro-achtige stoptreinen naar het centraal station, en voor die treinen heb ik al een kaartje.
Bij de oversteekplaats naar de tramhalte staan we even stil. De man biedt mij een hand aan die ik schud. 'Dank, vielen dank,' zeg ik zo vriendelijk en vrolijk mogelijk. Hij straalt en zegt dat het niets was. Ik maak de fout om 'bye' tegen de hond te zeggen, maar herstel door 'tschüs' tegen hem te zeggen. Voor de vorm stap ik in de tram.
Nu op Seblog: De man seblog.nl/2011/07/de-man
Shoppen in Gdansk
Als je ergens wil gaan shoppen in Gdansk, moet je dat zeker gaan doen in Galeria Ba?tycka. Dit is zeg maar het grote winkelcentrum van de omgeving, waar de rijke Polen winkelen. Tenminste, dat neem ik aan, want ik zag zelfs een Apple Premium Reseller zitten, terwijl ik al in geen drie dagen geen andere Apple-gadget heb gezien dan mijn eigen. Een bezoekje aan de Saturn maakt duidelijk waarom: alles is hier goedkoper dan in Nederland, behalve de Apple-gadgets.
Dat dit voor de meer welvarendere Polen is, blijkt ook uit het feit dat dit de enige plaats is waar ik bekende winkelketens heb gevonden. Waar vind je in Gdansk een H&M? Alleen hier. Wel zijn er talloze andere winkels waar ik nog nooit van gehoord heb in het kleine winkelcentrumpje bij het centraal station Gdansk G?owna, maar daarbuiten vind je alleen maar zelfstandige Polen en een enkele supermarkt.
Het is een beetje vreemd misschien, dat ik zo op zoek ben naar winkels die we in Nederland ook hebben. Immers: waarom ga je dan naar Polen, als je het in Nederland ook kan kopen? Dat klopt, maar ik ga graag op zoek naar aanknopingspunten. Gdansk is nogal een vervallen stad, of gewoon niet echt geweldig onderhouden. Dat maakt Gdansk nogal een enge stad om in je eentje rond te lopen. Je vraagt je af: waar is het leven? Nu ik hier in dit winkelcentrum zit, voel ik me prima op mij gemak: hier is het leven.
Eigenlijk stel ik 'leven' dus gelijk met welvaart, merk ik. Zolang er spullen te koop zijn ben ik tevreden. Geld moet rollen in mijn omgeving, en je moet zien dat het gerold heeft. Een vakantie als deze is goed om dit soort dingen van jezelf te ontdekken. Ik ben een luxemens, maar om met mijn broertje te spreken: liever een luxemens dan een kinderwens.
Morgen vlieg ik naar Turku, Finland, en ik ben benieuwd hoe het leven daar is.
Nu op Seblog: Shoppen in Gdansk seblog.nl/2011/07/shoppen-in-gdansk
Terug van Hel
De trein naar het toeristische badplaatsje Hel was heel heet, vond ik. De trein terug van het humoristische schiereiland was echter veel erger. Ik kwam tien minuten van te voren aan op het station, zodat ik wat speling had om hem te vinden. Aangezien ik nog steeds geen chocola kan maken van het Pools, neem ik voor alle zaken extra de tijd om het uit te zoeken. (Op dit moment ken ik één Pools woord, 'g?awny', wat je uitspreekt als 'gwavnie' en ook kan worden vervoegd naar 'g?awna'. Het betekend zoiets als 'belangrijkste', want het stond in het hostel op de meterkast en de grootste stations van alle plaatsen hier heten zo.)
Maar de trein stond dus tien minuten van te voren al helemaal vol met mensen. Echt vol. Twee dikke Duitsers hadden hun fietsen niet meer in de daarvoor bestemde rekken kunnen plaatsen, omdat er (waarschijnlijk geen Duits sprekende) Polen op de stoeltjes zaten. In Polen hangen ze hun fietsen met het voorwiel in de trein, zodat ze rechtop komen te staan. Superhandig, maar dan moeten mensen dus niet de klapstoeltjes bezet houden. Enfin, terwijl ik dacht van: och, ik pas er nog wel bij, dachten alle mensen die tien minuten lang dat ze er ook nog wel bij konden. Het resultaat was veel geprop en het vooruitzicht om minstens een uur niet te kunnen zitten. Mijn hoop op verlichting werd de grond in geboord toen er op de stationnetjes waar we stopten steeds twee mensen uitstapte en weer tien mensen naar binnen wilden. Waarschijnlijk gaat de trein maar één keer per uur, want iedereen verkoos de overvolle trein boven op de volgende wachten. Ik had de reis van te voren al helemaal uitgestippeld via internet, dus ik zou het niet weten. Dichter en dichter werd de mensenmassa, zoals ik in Nederland maar weinig ben tegengekomen. Verlichting kwam gelukkig op station Jastarnia, halverwege het schiereiland, waar een aardige hoop mensen de trein wilde verlaten. In het heen en weer geschuif zag ik kans om 'darf ich bitte, danke' even aan de andere kant van de Duitse fietsers terecht te komen. Daar kon ik de rest van de reis in ieder geval op de grond zitten. Uiteindelijk werd het helemaal geweldig toen iedereen er in W?adys?awowo uit wilde (daar begint het vasteland weer) en ik een zitplaats naast een stopcontact vond. Toen de trein op Gdynia G?owna stopte ben ik nog even Gdynia in geweest en heb daar een Engels boek gevonden, en dus ook gekocht. Het betreft Murakami, die ik toch eens wilde lezen, maar nu dus in het Engels ga proberen. Het is hard nodig, want ondanks mijn rantsoeneringen ben ik al bijna door _Echte slechte mensen_ heen. Zó veel is er nu ook weer niet te zien in Gdansk in je eentje, vooral met de avonden weet ik me niet goed raad. Vandaag wilde ik in Sopot kijken en op de terugreis even stoppen bij Gdansk Wrzeszcz, of hoe je dat ook mag uitspreken. Gdansk blijkt dus namelijk veel groter te zijn dan het oude centrum, en als ik het goed heb is er in Wrzeszcz ook het een en ander te beleven. Sopot is de badplaats tussen Gdansk en Gdynia in, die samen een soort driestad vormen. Ook dat zag er gister vanuit de trein wel goed uit.Nu op Seblog: Terug van Hel seblog.nl/2011/07/terug-van-hel
www.gohel.pl
U leest het goed: go Hel. Zo heet de hotspot waarop ik nu internet, en in het Nederlands rijmt het nog ook (aan de Poolse uitspraak ga ik me niet wagen). Het is een idioot eiland voor de kust van Gdansk, waar je gewoon met de trein naar toe kan. Ofja, 'gewoon met de trein'. Het is inderdaad stikheet in de trein naar Hel. En het zal u misschien verbazen, maar ik heb in de trein naar hel géén homo's gezien, geen hoeren en geen bandieten. Nee, de trein naar Hel zat vol met toeristen, en een zoenend heteropaartje. Ik bedoel maar.
Zeg nou zelf, dat is toch een idioot eiland. En als het dan ook zo heet, moet ik er wel even naartoe. Het was wel een dure grap: het koste me wel 34 z?otty's om heen en weer te gaan. Tenminste, ik neem aan dat ik nog terug kom. Wie omrekent komt op 8,61, en daar krijg je in Nederland lang geen tweeënhalf uur heen en terug voor. Veel treintijd voor weinig geld, dat is fijn.
Graag zou ik jullie allemaal een kaartje uit Hel sturen, maar dat gaat niet. Vandaar maar zo:
Nu op Seblog: www.gohel.pl seblog.nl/2011/07/www-gohel-pl
Gdansk: op het tweede gezicht
Zoals altijd in mijn reisverslagen op Seblog, schrijf ik de eerste op het hostel waar geen internet is, en de tweede in de McDonalds waar wel internet is. Zij het mondjesmaat, want snel is anders. Dat er op het internet zo veel Poolse porno circuleert is een godswonder.
Inmiddels heb ik even bijgeslapen in het hostel en heb ik een verhaal gelezen uit Echte slechte mensen van Lernert Engelberts. Dat is het enige boek dat ik heb meegenomen uit Nederland, naast wat taalgidsen, dus ik hoop dat Gdansk verder genoeg te bieden heeft. Een grasduinactie in enkele boekhandels leert dat er geen enkele Engelse of Duitse letter te koop is, anders dan toeristengidsjes. Gelukkig staat ook Finland nog op het programma, daar denk ik wel Engelse boeken te kunnen kopen.
Gdansk is op zich nog wel de moeite waard om door heen te wandelen. Meer dan ik na mijn vorige wandeling even dacht. Niet dat ik echt heel nieuwe stadsdelen heb ontdekt, maar het heeft schoonheid, al die bouwsels hier. En dat is fijn, want dat wil de stadswandelaar graag.
Voor morgen staat iets idioots op het programma, en donderdag vlieg ik dus naar Finland. Avonturen genoeg, hoop ik, want anders moet ik gaan vertellen over de heenreis en de bussen die maar niet kwamen, waardoor ik het vliegtuig nog bijna miste ook. En over de bussen in Polen, die eigenlijk allemaal niet naar het centrum van Gdansk gingen, behalve toen ik het binnen ging vragen: toen stond hij er opeens. Het SpongeBob-effect. Hopen op verhalen dus. Duimen.