IJsbrand, de vrijwel onzichtbare ijsbeer

Gister was het mijn beurt om te Nico Dijkshoornen. Eerder schreven o.a. Wout, Johan en Dennis een tekst als 'poëtisch commentaar' bij de discussie van LUX Live. Het Nico Dijkshoorn-aspect ervan is dat ik live schreef en dat is best wel lastig. Mocht ik dit ooit nog eens doen, neem ik mijn oordopjes mee om af en toe zangloze jazz te kunnen luisteren. De discussie ging over het Waalfront en nieuwbouw en stedenplanning.
Het verhaal vind je hier.
Opeens heb ik een voordrachtencombo. Krijg je dan dubbele punten?
11 november 2011, 20:30 Eureka, Zwolle
De eerste hebben jullie al gemist. Ik werd namelijk redelijk last-minute gevraagd voor Woordzolder in Zwolle. Gerhard te Winkel was ziek en ik ging hem vervangen. De organisatie van het poëziefestival vond het geen probleem dat ik niet veel gedichten heb en dus ook wat verhalen heb voorgedragen. Ik heb mijn best gedaan. Zoals een echt poëziefestival betaamt was het dichtersaantal hoger dan het bezoekersaantal. Het was dan ook erg gezellig.
15 november 2011, 20:00 LUX, Nijmegen [info]
Morgen ga ik Nico Dijkshoornen bij LUX Live. Tijdens die discussie schrijf ik een tekst die erop reageert en na afloop draag ik hem voor. Het onderwerp deze keer is het Nijmeegse Waalfront. Dat stadsuitbreidingsproject aan het water werd in 2007 uitgewerkt, maar door de crisis worden allerlei vragen opgeworpen over of het wel door moet gaan. Een interessante discussie, dus komt allen.
26 november 2011, 20:30 (ik om 23:00) Lindenberg, Nijmegen [Info]
Tot slot sta ik eind deze maand op het Wintertuinfestival. Kom luisteren naar het verhaal dat ik al eerder voordroeg tijdens het UITfestival. Wil je het mij horen vragen en ben je benieuwd bent naar de andere verhalen? Je weet waar je moet zijn. Ook is die avond de presentatie van het nieuwe nummer van m'n tijdschrift. En veel meer leuks!
_Gister lag De Uitvreter bij alle Nijmeegse neerlandici op de deurmat. En dit studiejaar heb ik een column in het opleidingsblaadje. Zonder overleg met de redactie is hij ook hier te lezen. (En ze vonden me al zo lastig.) Nummer 1 van 4, als ik het niet te bont maak._
Het zijn woelige tijden. Als student worden we geacht om keihard te studeren. Met zo'n boek enzo. Naast boeken lezen mogen we best wat plezier maken, als dat maar gebeurt in De Vereeniging of op een andere culturele plaats. Er zijn er die zelfs vinden dat we ook voor ons plezier boeken moeten lezen.
We doen ons best. We lezen net genoeg om onze tentamens te halen en leren net die paar moeilijke woorden uit ons hoofd om onze ouders thuis een plezier te doen. Zo komen we er wel door.
De enige plek waar we echt onszelf kunnen zijn is Facebook. Of wie wil, Twitter met een slotje. Daar kunnen we gewoon volmondig toegeven dat we gisteravond in de Twee Keer Bellen waren, hoewel we ons daar niet veel meer van herinneren. Daar kunnen we vragen of iemand onze jas heeft gezien en van wie dat oranje ding aan de kapstok is. Op het internet kunnen we onze ware aard tonen. Tenminste, tot voor kort.
Want uit het niets melden ouders, ooms en tantes, misschien wel omas en opas zich aan op Facebook. Vooral aan die ouders ontkom je eigenlijk niet. Je ouders accepteren is iets wat je sinds het einde van je puberteit weer doet, dus prompt staan ze in je vriendenlijst. Wat nu?
Het is tijd voor een codetaal die ons imago hoog houdt. Vanaf nu moeten we het niet meer hebben over een avondje stappen, maar over 'een diepe discussie over literatuur'. Hoe dieper de discussie, hoe groter de kater, je snapt de beeldspraak.
Een discussie over Barthes, wijst op bier. De dood van de auteur en de dood van het bier, wat maakt het uit. Wie het over Bourdieu heeft gehad, zat flink aan de wijn, waarschijnlijk bordeaux ofzo, maar van mij mag je dat best wat ruimer opvatten.
Jakobson lijkt me uitstekend om Johnny Walker aan te duiden. Jakobson had het over de verschillende functies van taal, die allemaal verwezen naar een bepaald aspect van de communicatie. De discussie kan gaan over de gerichtheid op de boodschap zelf (pure whiskey), over gerichtheid op de context (whiskey-cola) of juist op het medium (on the rocks, want glas en ijs zijn allebei doorzichtig).
Voor de rest van het assortiment van de Tio Pepe zijn nog auteurs te bedenken. Met een beetje creativiteit komen we er wel uit met z'n allen. Ik zou een statusupdate als deze rustig op Facebook durven zetten:
Sebastiaan Andeweg Gisteravond een geweldige discussie gehad over Barthes, maar uiteindelijk kwamen we toch weer uit bij de dood van de auteur. Toen zijn we maar overgestapt op Jakobson, maar we hebben ons teveel op de boodschap gericht. Er had meer context bij gemoeten! Heb er nog hoofdpijn van.
Vind ik leuk · Reageren · 15 minuten geleden
Zo heb je een weblog waarop je over jezelf schrijft en zo heb je een weblog waarop je neerzet wat je elders hebt gemaakt.
Afgelopen vrijdag was ik bij MawMaw!'s avond in de Extrapool waarbij ze een live zine gingen maken. Dat houdt in dat de bezoekers van de avond allemaal blaadjes volkliederen, die vervolgens worden gestencild tot een boekje, ofwel zine. Er waren redelijk wat bezoekers, maar toch is het me gelukt om een aantal keer in het boekje terug te komen. (Het geheim? Gewoon vroeg komen, dan zitten ze nog enorm om inzendingen verlegen.)
Hier een paar van mijn creaties. De plaatjes in twee kleuren komen uit het zine, de plaatjes in zwart-wit hebben het ondanks mijn inspanningen niet gehaald. Daarom maar hier.
Willem schreef de tekst, ik tekende de jongen.
'Alles is anders,' roepen Windows- of Mac-gebruikers als ze eens achter een computer van de andere kant zitten. Alles vind ik veel, maar er zit inderdaad wel veel verschil tussen Mac en Windows, hoewel de basis hetzelfde is. Maar mensen zien die basis niet. 'Ja, maar dat is gewoon hoe een computer werkt.'
Maar er zit meer verschil tussen Windows en Mac in het Nederlands dan in het Engels. In het Engels staan er in beide menubalken ongeveer dezelfde teksten. Neem bijvoorbeeld de menubalken van de programma's Notepad en TextEdit. Zoek de verschillen:
Het verschil zit alleen in 'view' en 'window'. Waarschijnlijk heeft het ermee te maken dat Mac de menubalk altijd bovenin het scherm heeft staan, terwijl de menubalk op Windows in het venster zelf zit. Wie in het venster zelf zit heeft het eerder over een 'view' van dat venster. Wie bovenin het scherm zit, moet juist verwijzen naar het venster dat eronder staat.
Tot zo ver logisch, maar wat gebeurde er toen beide systemen naar Nederland kwamen? De vertaalteams hebben de Engelse termen allebei totaal anders vertaald. Was toen de vermeende rivaliteit al in opkomst?
'File' is zowel te vertalen als 'bestand' en als 'archief'. 'Edit' kan 'wijzig' en 'bewerken' worden. 'Format' is in beide versies wel 'opmaak' geworden. 'Window' wordt 'Venster' en 'View' wordt 'Beeld', maar dat was al zo. 'Help' is in beide talen hetzelfde. Als je in Windows op 'Bestand' drukt, kan je kiezen voor 'Opslaan' (vertaling van 'Save'). Op Mac heet dat 'Bewaar' (ook een vertaling van 'Save').
Maar er is nog iets anders waarin de vertalers hebben kunnen variëren. Een Engels commando als 'Slab Dog' kan je in het Nederlands vertalen als 'Sla hond' of 'Hond slaan'. In het eerste geval spreek je de computer recht aan, in het andere geval benoem je de actie. In het Engels is 'Slab Dog' ambigu en zijn beide lezingen mogelijk.
En daar hebben de vertalers dus weer gebruik van gemaakt. Op Windows heeft men gekozen voor het benoemen van de actie, terwijl je in Mac meer je computer zelf lijkt aan te spreken. Het Engelse 'Show Menu Bar' is op Windows vertaald als 'Menubalk weergeven' en op Mac vertaald als 'Toon menubalk'.
Zo staan Mac en Windows dus in het Nederlands verder van elkaar dan in het Engels. Komt dat omdat de Nederlandse vertaalteams graag andere termen gebruikten dan die van het andere OS? Of hebben de vertalers van Windows net iets minder goed begrepen dat de grafische interface voor gebruikersgemak zorgt, zodat je de computer directer aanspreekt? We zullen het nooit weten.
Zaterdag besloot ik mijn verhaal van afgelopen dinsdag om te zetten in een klein strip-achtig boekje. Ik greeg het toen echter niet helemaal af, dus heb ik gister nog flink zitten knutselen. Toen lagen hier 10 boekjes, maar die zijn alweer op. Gelukkig doet de printer het nog prima. Nieuwe boekjes worden ongenummerd geleverd.
Het is alweer voorbij, de Waaiweek. Als je langs had willen komen moet je nu een voorlopig onbepaalde tijd wachten, op de volgende Waaiweek, die altijd uit het niets en erg onregelmatig op vreemde plaatsen verschijnen.
'You can't see it with your eyes, hold it in your hands, but like the wind it covers our land,' zingt de radio. Ik kijk over de velden of ik het zie, maar ik zie voornamelijk graan, wolken en hier en daar een boom. Owen trapt het gas wat harder in. Ik kijk weer naar de weg.
Mijn leven in New York had nooit echt goed gelopen. Afgelopen maand kon ik de huur niet meer betalen. Gelukkig was daar Owen om me uit de brand te helpen. Hij had zijn baan opgezegd en daarna zijn we in zijn auto gestapt. Sindsdien rijden we.
Owen neuriet mee met de muziek.
Eerst sliepen we in goedkope motels, nu vaak gewoon in de auto. Owen heeft een baardje laten groeien, dat staat hem. Mijn baard laat het een beetje afweten. Fastfood staat Owen minder. Ik heb mezelf al dagen niet anders gezien dan in de zijspiegel.[Lees verder »](/verhaal/onderweg/)
De komende week waait het weer waar het waait. Misschien weer met portemonnees in de Waal gooien, maar Dennis kennende zeer zeker met zines. Verder is er geen planning, alleen een lijst met benodigdheden. Het collectief dat geen collectief wil zijn strikes back.
geluidsinstallatie / webcam / computers / printer / langarmnietmachine / buttonmachine / koffiezetapparaat / koelkast / beamer / overheadprojector / gitaren / versterkers / loopstation / microfoons / straf fototoestel / waterkoker / tekenspullen / leenjassen / spuitbussen / snorren / vouwbenen / snijmachine / papier / snorren.
Dus mijn schrijfmachine en ik verhuizen deze week naar de Plufabriek om de boel daar op te vrolijken met slechte verhalen en geratel.
En aldus typte Sebastiaan:
Wat mij opvalt is dat Ivo Niehe onder vuur ligt. Opeens vindt iedereen hem een zak. Wat heeft de beste man misdaan? Hij heeft live in een uitzending van Pauw en Witteman vertelt hoe goed hij die avond was in het theater. Het ging ongeveer zo:
Tja Ivo, als je iets niet moet doen, is het jezelf de hemel in prijzen, want daar kunnen we hier in Nederland niet zo goed tegen. Dat was de arme man even vergeten. Hij zat waarschijnlijk al dagen in Frankrijk en op het moment dat hij gefilmd werd kwam hij zo van het podium gelopen. ('Ik heb de bloemen nog, dan weet je dat het gebeurd is.') Wie in zo'n toestand een interview afgeeft is al snel overenthousiast over zichzelf.
Maar bij Ivo komt daar nog iets bij. Ivo is namelijk gewend om alles de hemel in te prijzen. Bij het aankondigen van een interview moet hij altijd eerst haarfijn uitleggen hoe geweldig de geïnterviewde is en hoe groot de eer is dat de Tros TV Show (dat wil zeggen: Ivo Niehe) diegene heeft mogen interviewen.
Bij Marco Borsato vraagt hij: 'Het lijkt wel of alles wat jij professioneel aanraakt meteen goud wordt, hè?' (Waarna Marco het afzwakt.) 'Maar goed, het is een grootse carrière.' (Waarna Marco het weer nuanceert.) Hij kondigt de mannen van Basta aan als 'het ronduit opzienbarende programma' dat 'misstanden aan de kaak stelt op een genadeloos spectaculaire humoristische manier'. 'Het zijn absoluut geniale programmamakers,' zegt hij even later.
Zo prijst hij dus zijn gasten de hemel in. Het enige verschil met zijn optreden in Pauw en Witteman is dat hij al zijn lof nu direct op zichzelf kan afvuren, omdat hij nu zelf de geïnterviewde acteur is. Volgens mij is in zijn ogen iedereen die eens op tv is geweest zonder zijn programma al geweldig genoeg om in zijn programma te komen. En dit was zijn moment van faam zonder de TV Show. Geef hem eens ongelijk.
Maar zijn interviewkwaliteiten laten wensen over. De werkwijze van Niehe: eerst een compilatiefilmpje maken over het leven van de geïnterviewde, met veel persoonlijke details die zó persoonlijk zijn dat je ze eigenlijk niet echt hoeft te weten, om dan vervolgens de persoon zelf te confronteren met de persoonlijke details en voortdurend naar de bekende weg vragen. Zie zelf:
Nu Ivo is ontmaskerd, kunnen we hem eindelijk van de buis gooien. Hij interviewt op deze teenkrommende ook diverse buitenlandse gasten. Wat moeten die wel niet van Nederlanders denken? De plaatsvervangende schaamte verlamt me altijd zodanig dat ik gewoon niet meer kán zappen. De TV Show is een fuik. Ik denk dat dat de enige reden is waarom ze nog kijkers hebben.
Dat Ivo zelf totaal niet denkt aan stoppen blijkt uit het slot van de aflevering met Basta. De mannen geven aan dat ze een tweede seizoen van hun programma eigenlijk helemaal niet zien zitten. Ze worden bekender, dus ze kunnen niet alles meer doen zonder herkend te worden. Maar stoppen? Daar wil Ivo niets van horen. 'Ik zou zeggen, doe nog een poging, nog één seizoen moet kunnen.' Ja Ivo, nog één seizoen moet kunnen.
De Nieuwe Bijbelvertaling begint, zoals bekend, met de volgende woorden:
In het begin schiep God de hemel en de aarde. De aarde was nog woest en doods, en duisternis lag over de oervloed, maar Gods geest zweefde over het water. God zei: 'Er moet licht komen,' en er was licht.
Sommige mensen zien dit als het begin van de wereld. Hier schept God de substantie, alles wat er is in de wereld en vanaf hier begint de tijd. Tegenwoordig gaan ook veel mensen daar tegenin: er was een oerknal die de wereld maakte. In dit stuk wil ik laten zien dat deze tekst en die oerknal elkaar niet uitsluiten.
In principe is de tekst in tegenspraak met datgene waarvan de wereld van gemaakt is: substantie. Substantie bestaat per definitie op zichzelf en is nooit voortgebracht door iets anders. Als substantie geschapen zou zijn door God, zou de substantie niet meer op zichzelf staan en dus geen substantie meer zijn. De enige manier waarop substantie dus echt zijn kan, is door zijn eigen oorzaak te zijn. God is zijn eigen oorzaak, God is alle substantie.
Als God alle substantie is, zit God in alles. Dat moet een geruststellende gedachte zijn voor gelovigen: God zit overal in. In de tafel, je computer, maar ook jijzelf bent onderdeel van God. God is immers de wereld. God is ook de oorzaak van alles, maar daarmee ook het gevolg van alles. God is het ene moment dat op het andere volgt. God is de oneindige kettingreactie van de dingen die gebeuren.
In zoverre 'weet' God dus ook wat er gaat gebeuren. Elke volgende gebeurtenis is immers de uitkomst van een rekensom van alle natuurwetten bij elkaar. Daarmee is het, hoewel voor ons onmogelijk, volkomen voorspelbaar wat er gaat gebeuren, zelfs eeuwen van te voren. Door de wetmatigheid van de wereld is God dus gedetermineerd.
Als God zijn eigen oorsprong is en oneindig bestaat, dan kan hij de aarde niet hebben geschapen zoals in Genesis 1 wordt beschreven. God is immers zelf de aarde, het universum en alles eromheen. Als God oneindig is, moet ook de wereld oneindig hebben bestaan en zullen bestaan.
Om deze contradictie op te lossen pak ik er graag een vertaling bij van prof. Ellen van Wolde, die bij haar oratie deze vertaling van Genesis 1 verdedigde:
In het begin waarop God de hemel en de aarde scheidde, en de aarde ongegrond was en zonder fundament, en duisternis over de diepte lag, en Gods adem zwevende was over de wateren, sprak God: 'Er zij licht'.
Deze tekst spreekt over 'Het begin waarop God sprak', met enkele bijzinnen. In deze tekst is er dus geen sprake van een absoluut beginpunt waarop God ging scheppen. God was er al, en toen hij voor het eerst sprak zei hij: 'Er zij licht'. En vanaf daar benoemt hij de rest van de wereld.
Voor 'Er zij licht' was de kettingreactie van de wereld al bezig. Dat laat ruimte open voor theorieën als die van de oerknal. De oerknal zelf zal ook een oorzaak hebben, gezien de oneindigheid van de tijd en de oneindigheid van God. Dat de tijd nog oneindig door zal lopen is makkelijker in te denken dan dat de tijd zonder begin altijd al heeft bestaan, maar als het ene denkbaar is is het ander het ook.
Maar wat is dan de scheppingsdaad? Van Wolde vertaalt het woord bara niet met 'scheppen' maar met 'scheiden'. Het onderscheid is de basis van taal: door dingen te onderscheiden van elkaar krijgt het betekenis. Het meest basale onderscheid is die tussen licht en duisternis. God begon dus met het onderscheiden van zichzelf.
Het onderscheiden gebeurt niet in de fysieke wereld van de kettingreactie. Het onderscheid bestaat in het denken van de mensen. Als God alles is, zit de mens daarbij. Dankzij de mens, die dingen is gaan onderscheiden en benoemen, heeft God de wereld gescheiden en betekenis gegeven. Genesis 1 gaat dus niet over het begin van de wereld, maar over het begin van de betekenis en het begin van de taal.
De Dikke Van Dale maakt geen melding van het woord koffiedrinken en dat is eigenlijk heel zonde. Als er iets bij onze cultuur schijnt te horen, is het wel het koffiedrinken. Want dat is de situatie waarbij de befaamde koektrommel op tafel komt, die open gaat, waar één koekje uit wordt gepakt, en die dan weer snel dicht gaat. Dat, roept elke Nederlander die ooit iets over onze cultuur heeft gehoord, dat is Nederlands.
Maar koffiedrinken als zodanig staat niet in de Van Dale. Natuurlijk, we kunnen het wel vormen aan de hand van de woorden koffie en drinken, maar koffie drinken levert eigenlijk een heel andere betekenis op. In eerste instantie zou je zeggen dat het woord koffiedrinken ook daadwerkelijk betekent dat je de drank koffie gaat drinken. Maar het mooie van het koffiedrinken is dat dat helemaal niet zo hoeft te zijn.
Bij mijn vader thuis is het bijvoorbeeld mogelijk om te vragen: 'Zullen we koffiedrinken?' Daarop is het volgende antwoord denkbaar: 'Ja, wat wil je drinken?' Kennelijk zit het woord koffie dus niet meer vanzelfsprekend in de betekenis van het woord koffiedrinken. Koffiedrinken is daarmee meer een ritueel, waarbij je eventueel koffie kan drinken, maar ook thee, sap of iets anders. Als er maar koekjes bij zijn, dat is geloof ik wel noodzakelijk, maar wij eten gewoon direct het pak leeg.
Voor het Wintertuinprogramma De Uitvreters op het UITfestival in Nijmegen schreef ik een verhaal dat eindigt op de slotzin van Nescio's beroemde verhaal De uitvreter. Gisteravond droeg ik het voor en voor wie het gemist heeft of nog eens wil lezen: hier is het.