Alles
Ik wilde meer schrijven over Vilnius, maar het is koud en we schuifelen vooral van koffiezaak naar lunchzaak naar afhaalrestaurant naar huis. Thuis zijn er dan bordspelletjes, waarvan ik er te veel win. Het is fijn en rustig en we slapen uit. Winter in Litouwen, alsof het kerst is.
Doen zoals de chique Litouwers doen.
L. en ik zijn veilig aangekomen in Litouwen. Het was heel gek om na twee/drie jaar vriend D. weer tegen te komen, nadat om 8 uur de wekker ging, we om 9:38 in de trein zaten, met koffie in de Bijenkorf van Eindhoven, de bus, de vertraging van twee uur, de oliebollen, de berg gebakken uitjes met een hotdog eronder, de koffie, de misgelopen voucher ('nee, mijn collega met de snackvouchers is net weg'), de zonsondergang door het raampje, het veel te volle en hete vliegtuig, de snijdende kou bij aankomst, de haperende 4G, de Uber die niet kon komen waar we stonden en dan uiteindelijk de random straat met sneeuw en ijs, waar D. naar buiten kwam toen we 'we zijn er' hadden geappt. Ergens verwachtte ik tot op het laatste moment dat het een grapje was, dat hij nog in Londen woonde en dat we daar dan zouden staan. Maar nu zijn we er.
We mogen dan eindelijk.
We hebben twee uur vertraging, gelijk in Nederland al, en ik had honger. De 6-voor-5-aanbieding bij de oliebollenkraam voor het vliegveld was de beste prijs-calorie-verhouding voorhanden. De vraag is nu: zou je zoiets Litouwen in krijgen?
Net een dode wesp in mijn vensterbank gevonden.
HE IK BEN NAAR VILNIUS JONGENS
Memo aan mezelf: na Vilnius de boekenkast weer op alfabet zetten, of kleur, of formaat. Gewoon iets waardoor ik kan zien dat ik het boek dat ik zoek nog heb.
(Ik ga dus morgen naar Vilnius. Er komen posts. Als het even mee zit.)
Deze post is een check-in bij Credible!
Privéstukjes
Ik heb zojuist twee privéstukjes op dit weblog gepost. Het is een beetje onzinnig misschien, privéstukjes op een weblog, maar ik vind het idee leuk. Er is momenteel een soort hang naar meer privacy met dingen die je deelt. Twee mensen die ik ken zijn (net als anderen) nieuwsbrieven begonnen in plaats van of in aanvulling op hun blog. Snapchat en Instagrams imitatie van Snapchat zijn ook mooie voorbeelden: mensen delen er foto’s, maar tijdelijker en minder openbaar. Het jammere ervan is dat alle bovengenoemde voorbeelden niet meer tot het web behoren. Privéstukjes op weblogs horen wel bij het web, met alle voordelen van dien.
De stukjes zijn privé omdat ik ze eigenlijk niet goed genoeg vond, maar ik ze wel wilde bewaren binnen mijn weblogarchief. Ik had het daar laatst met Wout over. Op een of andere manier schrijf ik graag voor de openbaarheid. Mijn tekst moet een plekje hebben, dat het af is en dat ik het ergens neerzet en dat mensen daar dan naar kunnen kijken of niet. Dat hoeft natuurlijk helemaal niet, maar ik voel me daar beter bij.
Het alternatief is voor mij een mapje met tekstbestandjes voor ‘drafts’, of een opschrijfboekje met aantekeningen. Maar in beide gevallen voelt dat zo fragiel, zo nietsig. Ik heb stapels opschrijfboekjes die half-vol zijn en waar ik me schuldig over voel als ik er naar kijk en veel te veel mapjes vol schrijfsels waarvan ik niet meer precies weet hoe of wat en wanneer en waarom. Ik vind het fijn om een stukje te kunnen posten op een datum, dan is het af. Met dit privé-systeem kan ik het later altijd weer kopiëren, redigeren en opnieuw publiceren op een nieuwe datum.
Terug naar de stukjes. Je kan er hier een zien. Dat wil zeggen, er is niet zo veel te zien, want de instelling staat gewoon op private: true, wat zoiets betekent als ‘alleen voor mezelf’. In de planning staat wel om een soort inlog-ding te maken zodat vrienden en bekenden bepaalde stukjes kunnen lezen, maar hoe ik dat precies ga vormgeven is nog in brainstormfase.
Ik ben voorlopig weer content.
De vierde wesp
Ik heb vannacht de hele nacht wakker gelegen van de vierde wesp op mijn kamer. Steeds tegen het raam tikkend, omhoog zoemend, dan weer stil. Ik weet dat het heel lastig is om zo'n beest het raam uit te bonjouren als het nacht is en rond het vriespunt buiten, en het raam is ver van mijn bed, dus ik hing mijn klamboe op en stopte mijn hoofd onder het kussen.
's Ochtends dat geluid weer, af en toe. Maar ook andere geluiden. Die wesp, denk je dan, o nee toch een auto. En toen ging ik twijfelen. Zit er wel een wesp? Veel geluiden waren eigenlijk iets anders, maar altijd als ik nét weer bijna in slaap dommelde was er een geluid dat onmiskenbaar een wesp was.
Uiteindelijk heb ik me vermand. Ik stapte uit het warme bed, onder de beschermende klamboe uit. Ik trok snel wat aan, liep langzaam naar het raam, trok met twee vingers het gordijn opzij. Geen wesp. Ook achter de tweede helft niet. Er was geen wesp. De wesp die me de hele nacht wakker heeft gehouden zat in mijn hoofd. Opgelucht ging ik naar beneden om te ontbijten.
‘Natuurlijk zit er een wesp,’ zei huisgenoot J. net. ‘Die beesten zijn zo goed in zich verstoppen, die vind je echt niet terug als ze dat niet willen.’ Ik denk dat ik vannacht ook weer goed slaap.
Hé ik vind het wel mooi zo met deze filterbubbel. Doe mij maar een andere, met vrolijk nepnieuws of zo.