Log in
Seblog.nl

Seblog.nl

[də slɔtsɔm vɑn ɔns latstə bɛdkɔnsili ʋɑs dɑt də kasɔndərnemɪŋ mut dorgəzɛt wɔrdə zɔndər ɔntslɑχ tə nemən ɔp də wɛrf]

De dood van de webtekst

Er zijn boeken volgeschreven over hoe je precies een webtekst schrijft. Een webtekst is een tekst voor het web. Dat is een interessante gedachte: er is een nieuw soort tekst, dus moeten we op de oude wijze beschrijven hoe we zo'n nieuwe tekst maken. Boeken over webteksten, want dan mogen we er lekker over uitweiden.

De meeste boeken over webschrijven verschenen tussen 2000 en 2010. Dat komt simpelweg omdat we nog maar twee jaar verder zijn in dit nieuwe decenium en omdat vóór 2000 die hele 'webtekst' nog niet bestond. En dan wil ik daar gelijk een gewaagde stelling achteraan gooien: sinds 2010 bestaat de webtekst ook niet meer ook. Ze hebben ons gewoon beetgenomen met die dikke boeken van ze.

Het zit zo: de teksten op het web zijn zich aan het emanciperen. Vroeger moest alles op het internet kort-kort-kort. De surfer (zo heette dat) was een hopeloos lui persoon die zich niet langer dan 10 seconden met een tekst bezighield. Het was dus zaak om in die 10 seconden de volledige essentie van de tekst door zijn strot te duwen. Liefst in kleine blokjes, want anders begon de weblezer er al helemaal niet aan.

En alle webschrijfboekjes knikken. Ja, zo is de weblezer nu eenmaal. Een webtekst moet kort zijn. Maar het was niet het web dat de kortheid van de teksten afdwong, het waren de gebruikers van het web. De mensen die in die begintijd vooral op het web te vinden waren, waren de nerds, de ICT'ers en, iets later, de jongeren. Die groepen staan niet echt bekend om hun belezenheid en laten lange teksten over het algemeen liever links liggen.

Maar de gebruikers op het web worden diverser. Inmiddels heeft 95% van de Nederlandse gezinnen toegang tot het internet, waarbij het gebruik veel verder gaat dan alleen zoonlief op Spele.nl. Ook door de komst van smartphones, tablets en e-readers, die het beeldscherm niet altijd meer rechtop op een bureau presenteren, wordt het web toegankelijker voor mensen die liever op de bank lezen.

Door deze veranderingen in lezen verandert de webtekst. Of eigenlijk: door deze terugkeer naar de bank blijft tekst tekst. Op internet vinden we hele achtergrondartikelen terug en na het lezen daarvan klikken we er gerust nog eentje aan. Een webtekst is niet langer meer een apart genre met een aparte schrijfwijze, maar een gewone tekst die toevallig op een beeldscherm staat.

Er zijn wetenschappers die hebben gekeken naar het verschil tussen leesgedrag van een scherm en van papier. Er is een verschil, schermlezers zijn sneller afgeleid en lezen van elke alinea alleen maar de eerste regel. Ik vraag me af in hoeverre dat echt door het scherm komt en in hoeverre het gewoon de ongemakkelijke houding is. Als ik een leuk kort artikel in de krant zie staan, nét voor de halte waar ik eruit moet, lees ik ook iets sneller.

Hoepla, weg met die boeken over webschrijven. Met een doelgroep-analyse en een lekkere stoel komen we er ook wel.

En daar gaat Selexyz

Weten jullie nog dat ik een tijd geleden een column schreef waarin ik orakelde over hoe de Selexyz nu eigenlijk verder moest? (Nee? Hier.) Ik roep daar dingen als 'Haal de klanten terug naar je winkel.' en 'Selexyz moet wat dat betreft Apple achterna: Apple Stores zijn toeristische attracties.'

Ik weet niet of het komt omdat ik het riep, maar volgens mij zijn ze goed bezig. Deze week openden ze vier nieuwe gefuseerde boekhandels. Het is dat mijn ov vandaag niet geldig is, anders was ik meteen gaan kijken in Arnhem, Nijmegen, Leeuwarden of Groningen.

Het is even slikken: tweedehands boeken in de boekhandel, maar ze hebben er goede ideeën bij, zo blijkt uit het stuk in het NRC van vandaag. Ik ben wel heel benieuwd hoe de situatie er in Amsterdam uit gaat zien. Alles naar de Kalverstraat, alles naar het Koningsplein, of de boel een beetje verdelen en beide locaties aanhouden? Ik zou niet kunnen kiezen. Maar goed, ik kan het me bij de situatie in Nijmegen ook nog steeds niet helemaal voorstellen.

De naam valt me in ieder geval heel erg mee: Dekker + De Slegte en Scholtens + De Slegte zijn fijne namen. Die plus, dat ik daar zelf niet op gekomen was. In april komt er een zogenaamde 'flagshipstore' (een term die vooral naar Apple Stores verwijst) in Utrecht. En hoor wat ze daar over zeggen:

Wel heb ik mijn bedenkingen bij de Big Brother-achtige indeling van de nieuwe winkel. Bewegingssensoren die volgen waar klanten stilstaan? Met die informatie stellingen inrichten? Het genoemde sfeerlicht dat is afgestemd op het betreffende boek klinkt dan wel weer leuk, maar misschien wel lastig te operationaliseren. En hoe ze de hun kennis over boeken met hun klanten willen delen?

Maar al met al gaat het volgens mij wel de goede kant op. Ze proberen het: de boekhandel als plek waar je wil zijn. Ik ben blij. En nu hopen dat het gaat werken.

Meer laden