Ilyas

Voor het schrijversgenootschap 'De Voorheen Lege Bladzijde' schreef ik als gastschrijver een verhaal bij het thema 'heilige'.

Het was de tweede keer dat ik bij Ilyas op bezoek ging, dat ik zijn vader zag spelen. Hij zat met drie andere mannen aan de tafel om een soort koffer.

Ilyas hield me er vandaan. ‘Laten we naar boven gaan,’ zei hij. Ik knikte en keek naar de mannen. Ilyas’ vader zat tegenover een een man met een snor. De man had net met twee dobbelstenen in de koffer gegooid, Ilyas’ vader keek moeilijk. Ilyas deed een stap richting de deur. Ik bleef staan.

Een van de mannen die toekeek riep iets wat ik niet verstond. Ilyas’ vader zuchtte, gebaarde dat hij het wist. De man lachte. De man met de snor schoof wat in de koffer, terwijl de anderen knikten.

Ik deed een stap naar voren om beter te zien wat er op tafel gebeurde. De koffer lag vol met rode en gele schijven die in groepjes op rode en gele punten lagen. Verder leek er niet echt een systeem in te zitten. Ilyas’ vader gooide de dobbelstenen in de koffer. Een twee en een zes. De mannen keken bedenkelijk. Ilyas’ vader verschoof twee rode stenen, legde een gele in het midden op de rand van de koffer en pakte de dobbelstenen weer. Hij had zijn handen nog niet uit de koffer of de andere man gooide twee andere dobbelstenen de koffer in.

Ilyas kwam naast me staan, keek ook naar de koffer. Een van de mannen keek op en keek naar ons. ‘Ah, jongen,’ zei hij tegen mij, ‘speel je ook?’ Ik schudde mijn hoofd terwijl de andere man de gele steen op de rand omruilde voor een rode. Ilyas’ vader gooide weer. Twee vieren. ‘Dit spelen ze altijd op zondag,’ zegt Ilyas zacht achter me. ‘Het heet backgammon.’ Ik geloof dat ik er wel al eens van gehoord had.

‘Dat is wel even wat anders dan die spelletjes van tegenwoordig, hè?’ zei de man. ‘Dit is al eeuwen oud.’ Ik knikte maar. ‘Sommige mensen vergelijken het met schaken,’ zei Ilyas’ vader. ‘Maar schaken is zo stijf. Dit is een racespel, dit gaat om geluk en tactiek.’ Hij glom erbij. ‘Dit gaat over je vertrouwen in God en het vertrouwen dat God in jou heeft.’ Met kracht gooide hij zijn dobbelstenen de koffer in. Een drie en een twee.

Terwijl zijn vader stenen verschoof trok Ilyas me mee naar de gang. Boven speelden we een kaartspel met monsters. De volgende ochtend op school vertelde Ilyas dat zijn vader had verloren die avond. God had er toch niet genoeg vertrouwen in gehad.