Dåmbo's
Op Tweede Paasdag had ik opeens enorme drang om naar de IKEA te gaan. Voor het eerst vierde ik Pasen niet bij mijn ouders, dus daarmee viel een deel van mijn paasbeleving weg. Geen paasontbijt, geen gele dingen overal door het huis, geen bezoek aan weet ik veel wat we dan altijd bezoeken met Pasen. Om dit alles te compenseren wilde ik dus naar de grote gele meubelwinkel, waar heel Nederland altijd naar toe gaat op Tweede Paasdag, maar waar mijn moeder op die dag nooit naartoe wil: ze gaat wel als het rustig is.
Nu wil het geval dat Pasen tot de officiële feestdagen behoort, waardoor ik niet gratis mocht reizen met mijn week-ov. De weg naar de IKEA is met de bus altijd vrij ingewikkeld, omdat de meeste IKEA-gangers altijd gewoon met de auto komen. Mijn principe is: ingewikkelde reizen maak je alleen als ze gratis zijn. Stel nou dat ik in een verkeerde bus stap? Met mijn ov stap ik dan gewoon in een andere bus terug, maar als ik ervoor moet betalen stress ik me helemaal wezenloos of ik wel goed zit. Niet met de bus dus.
Aangezien ik geen auto heb en geen mensen ken die dat wel hebben, die in de buurt woonden en waarvan ik vermoedde dat ze mijn spontane IKEA-drang deelden, ben ik maar gewoon met de fiets gegaan. Dat heeft ook te maken met mijn vakantieplannen: ik wil deze zomer graag naar Amsterdam fietsen via de Afsluitdijk. Dat is leuk om te plannen via Google Maps, maar je moet dan nog wel even testen of je wel in staat bent om 50 kilometer op een dag af te leggen. Vorige week fietste ik al naar Arnhem met datzelfde doel, en toen deden mijn longen best wel pijn. Naar de IKEA gaan was dus een poging om conditie op te bouwen.
Eenmaal in de IKEA aangekomen voelde ik me daar eigenlijk een beetje ontheemd. Wat moet ik daar, tussen al die meubels die ik toch niet kan betalen, die ik toch niet kan meenemen, die ik toch niet in mijn kamer kwijt kan? Na 15 Zweedse balletjes en de gedachte dat het er beter 10 hadden kunnen zijn ben ik weer naar huis gefietst. En het ging beter: geen pijnlijke longetjes.
Tot zo ver de anticlimax van mijn IKEA-bezoek.
De volgende dag zat ik in college en werd ik gebeld door een onbekend nummer, wat ik wegdrukte, omdat ik in college zat. Zoals ik hoopte kwam er een voicemailbericht. Het voicemailbericht zei dat ik een kamer aangeboden kreeg, waarop ik twee weken geleden heb gereageerd. Ik werd toen tweede op de op inschrijfdatum gesorteerde lijst. Aangezien nummer 1 de kamer toch niet wilde hebben (daarmee dus minstens 2,5 jaar wachttijd weggooiend), werd ik gebeld. En omdat ik nu toch ook al mijn wachttijd kwijt ben door de aanbieding, zou ik zot zijn om er niet op in te gaan. Ik ga dus verhuizen.
En zodoende stond ik vandaag, twee dagen na mijn vorige bezoek, weer in de IKEA. Met de bus, nu, want heb je het weer gezien? Opeens was alles anders. Opeens stonden er heel veel leuke meubels, die ik nog steeds niet kon betalen, maar waarvan ik er nu een aantal wel kon gebruiken en meenemen. Ik heb me hevig ingehouden en kocht alleen een 24-delig bestekset met vorken, lepels, messen en kleine lepels, voor een tientje.
Verder werkte ik een lijst af met mogelijke meubels. Zo heb ik op dit moment een ingebouwde kledingkast, maar straks niet meer. De Zweedse kledingkasten drijven me tot waanzin: ze zijn enorm. Een kledingkast moet minstens 60 cm diep zijn, anders kan je er geen hangers in kwijt. Aangezien ik was jasjes heb zal ik toch echt zo'n kast moeten hebben, maar waar ga ik die kast in godsnaam neerzetten? Nu zit ik dus alweer hevig te schuiven op Floorplanner.com.
De kledingkast waarover ik me het meest verbaasde was DOMBÅS. Allereerst was hij in de aanbieding, voor maar 50 euro heb je er een. En omdat het best een grote kast is, is dat geen geld. Maar wat zegt die naam? Zoals jullie weten spreek je de å uit als een doffe o, als in pot. Draai je dan de klinkers om, dan klinkt deze Noorse skiplaats opeens als een belediging. Of is het een waarschuwing?