Seb in Reus
Eigenlijk ben ik deze reis voornamelijk gaan maken vanwege de volslagen idiotie ervan. Wie gaat nu midden in het jaar opeens in een vliegtuig zitten, omdat het 11 euro heen en 11 euro terug kost. Welke idioot boekt op de bonnefooi een hostel van 23 euro per nacht voor een éénpersoonskamer? Zoiets kan toch eigenlijk helemaal niet bestaan?
Toen ik naar het vliegtuig liep had ik dan ook een heel vreemd gevoel bij de zaak. Het was zoiets als: kijk mij, ik vlucht, ik doe lekker wat ik zelf wil. Toen ik in het vliegtuig zat stond ik eerst de nodige doodsangsten uit normaal hebben mijn medepassagiers die, maar bij gebrek daaraan had ik ze zelf maar maar daarna overviel me een vreemd soort deprimerend gevoel dat ik dacht: och, als ik zo dood ga, dan is het ook wel goed. Zoals altijd landde het vliegtuig gewoon.
En nu ben ik hier in Reus, na een tocht met een bus waarbij de chauffeur me er op het juiste moment uitstapte en waarna ik me eigenlijk totaal verloren waande in deze stille Spaanse stad. Ik zag één politiewagen en één ondefinieerbare gestalte, verder niemand. Ik heb er maar 2 euro tegenaangegooid om met mijn iPhone een kaart op te halen, zodat ik het hostel kon vinden.
En waar ik eerst nog even een hard hoofd in had: het hostel bestond. De vrouw die het hier schijnt te leiden sprak geen woord Engels, maar dankzij mijn drie woorden Spaans kreeg ik een sleutel. Sèbastian? Si. En nu zit ik in een klein kamertje met één bed. Ik had alles al bij elkaar gepakt: sleutels, portemonnee, iPhone, om op de gang op zoek te gaan naar een badkamer, maar toen zag ik opeens nog een deur: mijn kamer heeft zelfs een toilet en douche, inclusief traditionele kontwasbak.
Morgen ga ik Reus in. Welterusten.