Log in
Seblog.nl

#corona

De tweede week

Vandaag weer een werkdag, begin van de tweede week. Gek hoe snel de dingen tegelijk ook weer gaan. In mijn persoonlijke situatie merk ik dat er rust bij is gekomen: ik heb een beetje een vorm gevonden om mijn leven op afstand in te delen en weet minder te hypochonderen over hoestjes en zweetjes. Ik hou er nog steeds rekening mee dat ik het zou kunnen hebben, maar ik geloof dat dat inmiddels de juiste wijze van handelen is, als je hoort hoe subtiel de symptomen soms zijn.

Voor mezelf maak ik me het meest zorgen om de boodschappen: ga ik een beetje afstand kunnen houden tot mensen in dat muffe hok van de supermarkt? Ik zal straks wel weer moeten, helaas, het lot van de niet-hamsteren-maar-weekboodschappen-doener. In mijn hoofd loop ik langs de schappen en snauw ik mensen toe dat ik besmet ben en dat ze aan de kant moeten, en in mijn hoofd bekvecht ik de ruzies uit die dat veroorzaakt.

Verder hou ik mijn hart vast voor wat er nog gaat komen na afgelopen weekend. Ik weet dat het beste wat ik kan doen thuisblijven is, maar ook dat voelt zo machteloos. Ik ben bezig met een thuisblijf-projectje om mezelf toch nuttig te maken, waarover misschien later meer. Hou je haaks, mensen.

Interpretaties

Ik heb het nu even moeilijk. Het is nu meer dan een week dat ik me afsluit voor de wereld en los van een paar wandelingen kom ik ergens. Maar ik woon aan een weg, en de grote hoeveelheid auto’s die daar overheen gaan stelt me zwaar te moede.

Ik chatte vanochtend met wat mensen via een niet nader te noemen dating-app voor homoseksuelen (Grindr), en daar waar mijn directe sociale omgeving zich ook heeft afgezonderd, lijken veel mensen op die app gewoon nog vrolijk rond te springen. ‘Ik zie gwn mn vrienden eigk / Kheb weinig zin in geen contact met ze’, aldus eentje.

Het voelde opeens heel erg als een ‘iedereen kiest zelf maar wat hij het beste vindt’. Ik zie die situatie toch een stuk minder vrijblijvend. Ja, we zijn niet in total lockdown, maar wat is social distancing als je nog steeds met jan en alleman op de thee gaat? (Of erger.) Waar ik probeer zo min mogelijk mensen te zien, blijven anderen hooguit uit de buurt van vreemden.

In zoverre is de situatie vergelijkbaar met vegetariër zijn. Ik heb soms ook wel eens zin in een plak chorizo op brood, maar ik kies er voor dat niet te doen om de wereld een stukje beter te maken. Ik zou soms ook wel een auto willen hebben, maar ik kies voor de trein. Ik ben het gewend mezelf dingen te ontzeggen, en ik vind het soms gek als andere mensen dat niet doen.

Misschien dat ik daarom ook redelijk kan hardlopen: dat is soms helemaal niet zo leuk, maar als je eenmaal begonnen bent moet je doorgaan. En dat is denk ik exact wat ik nu ga doen: hardlopen. De mazzel.

Sociaal videobellen

Ik geloof dat ik niemand meer hoef te vertellen dat het toch anders is. De afgelopen dagen heb ik video gebeld met vrienden, collega’s en familie. De dagelijkse standup met collega’s is wel vaker digitaal, dus de onwennigheid viel daar wel mee. De ontwikkeling is dat we er nu een sociaal blokje voor plakken, omdat we weten dat er geen spreekwoordelijk koffieautomaat meer op ons wacht. Maar vrienden en familie, dat is toch een beetje gek.

Met vrienden merkten we dat Skype wel 6 personen aan kan, maar er dan standaard één van de vijf anderen verborgen wordt om het scherm mooi in vieren te delen. In de familie zitten we allemaal in het Apple-ecosysteem, en FaceTime blijkt onze hoofden continu te zoomen en te husselen als we praten of stil zijn. Google Meet is prima saai voor een beetje overleg en schermdelen tussen collega’s.

Maar allemaal hebben ze het. Door de fractie van een seconde vertraging op de lijn ga je anders praten. Je kan niet goed onderbreken, men moet om de beurt praten. Dat is minder opvallend in een vergader-opzet, maar vooral bij sociaal videobellen voelt het gek. Het maakt dat je structuur in de call wil aanbrengen, dat je in je hoofd een lijstje bijhoudt van de onderwerpen die je nog moet aantikken. En het gekste misschien nog wel: het voelt alsof je binnen anderhalf uur klaar moet zijn.

Een eindeloze avond in een café eindigt toch uiteindelijk, omdat je bewust of onderbewust signalen van het barpersoneel krijgt dat ze ook eens naar huis willen. In het sociaal videobellen tikt er vaak gewoon een klokje mee. Afscheid nemen is daarom ook het gekste moment: als er één iemand gaat, moet iedereen. Er is geen moment waarop anderen dag-roepend het donker in verdwijnen. Er is alleen die rode knop, en je weet dat als je ‘m indrukt alles voorbij is.

Dat is wat ik mis aan dat afscheid: even naar huis fietsen, nadenken over wat gezegd is, en dan voldaan thuiskomen. Na afloop van een videobel-sessie ben je eerst opeens weer even eenzaam, en daarna pas blij dat je iedereen toch weer even gesproken hebt. Maar het helpt wel. Ik hoop jullie snel weer in het echt te zien.

Dingen maken helpt

Hoewel ik nog steeds bij vlagen niet weet wat ik met de situatie aan moet, merk ik dat ik er ook meer gewend aan raak. Ik begon vanaf vrijdag met een weekend volledig binnen zijn, volledig in mijn computer gedoken en heftig het nieuws verversend. Die modus hou je niet lang vol.

Het is gek om aan de ene kant zeeën van tijd te hebben, maar aan de andere kant tot de conclusie te komen dat je die eigenlijk normaal ook hebt, alleen dat je je zeeën dan wat meer op routine indeelt.

Wat me sowieso geholpen heeft is het verwijderen van de NOS-app. Ik waardeer hun inspanning, maar een live-blog van meer dan een week houdt niemand vol. En wat me helpt is weer af en toe een stukje schrijven. Deze tijd vraagt om bloggen, hoorde ik elders. Het helpt voor jezelf om je gedachten te orderen en het helpt voor anderen om meerdere perspectieven op de situatie te hebben. Eenmaaldaags het NOS journaal geeft de feiten, maar je hebt ook reflectie en verstrooiing nodig.

Daarom: maak ook niet alleen blogs. Maak ook vlogs, tekeningen en gedichten, t-shirts (zoals mijn moeder), bureauverhogingen (ikzelf gister). Maak dingen en vertel erover, of vertel dingen door maaksels, en als je dingen vertelt, deel ze dan. Wij, de andere mensen, hebben ze nodig.

Fietsen naar werk

Het afgelopen weekend ben ik braaf binnen gebleven, in mijn eentje thuis. Maandag had ik nog een vrije dag, dus gister ging ik voor het eerst weer aan het werk, thuis. Normaal lopen we tussen de middag een rondje door de stad, en toen de tijd daar was dacht ik: ik ga gewoon naar buiten. Als ik voldoende afstand houdt tot mensen moet dat toch kunnen. Ik bleek niet de enige te zijn.

Jeremy schrijft vanuit Rome over de parken, en vraagt zich af waarom die gesloten zijn. Buiten zijn is juist gezond, en er is genoeg ruimte om afstand tot elkaar te houden. Hij schrijft over een formulier dat hij bij zich moet dragen om over straat te mogen. Normaal werkt hij ook al thuis, maar hij heeft zijn dagelijkse wandelingen wel echt nodig om dat vol te houden.

Omdat we hier in Nederland nog niet met papieren werken heb ik dus besloten mijn middagwandeling vol te houden. En wat meer is: ik ga nu op mijn fiets stappen naar werk. Halverwege keer ik om. En dan vanavond het omgekeerde rondje weer terug. Ik denk dat dat een goed middel is om de geest te laten waaien, zolang als 't mag, zonder papieren.

Dubbel hamstergevoel

Frank schrijft over het hamstergevoel, met een kleine fotoreportage van een paar hele lege schappen. Dat is wel even schrikken. Ik ben voor het laatst in de supermarkt (en mijn huis uit) geweest afgelopen donderdag na werk. Sindsdien is het thuiswerken.

Het dilemma is dat ik aan de ene kant genoeg over wil laten voor andere mensen, dat ik geen hamster wil zijn, dat ik het systeem niet wil ontregelen met excessief koopgedag. Maar aan de andere kant: ik wil ook echt niet elke dag in de supermarkt staan, dat geeft ook risico.

Voor iemand die normaal per dag eten koopt, is eten voor een week in huis halen hamsteren? Waarschijnlijk wel. Sorry daarvoor, ik probeer sociale afstand te houden. Hopelijk is er nog wat als ik over twee dagen weer moet gaan.