De vierde wesp
Ik heb vannacht de hele nacht wakker gelegen van de vierde wesp op mijn kamer. Steeds tegen het raam tikkend, omhoog zoemend, dan weer stil. Ik weet dat het heel lastig is om zo'n beest het raam uit te bonjouren als het nacht is en rond het vriespunt buiten, en het raam is ver van mijn bed, dus ik hing mijn klamboe op en stopte mijn hoofd onder het kussen.
's Ochtends dat geluid weer, af en toe. Maar ook andere geluiden. Die wesp, denk je dan, o nee toch een auto. En toen ging ik twijfelen. Zit er wel een wesp? Veel geluiden waren eigenlijk iets anders, maar altijd als ik nét weer bijna in slaap dommelde was er een geluid dat onmiskenbaar een wesp was.
Uiteindelijk heb ik me vermand. Ik stapte uit het warme bed, onder de beschermende klamboe uit. Ik trok snel wat aan, liep langzaam naar het raam, trok met twee vingers het gordijn opzij. Geen wesp. Ook achter de tweede helft niet. Er was geen wesp. De wesp die me de hele nacht wakker heeft gehouden zat in mijn hoofd. Opgelucht ging ik naar beneden om te ontbijten.
‘Natuurlijk zit er een wesp,’ zei huisgenoot J. net. ‘Die beesten zijn zo goed in zich verstoppen, die vind je echt niet terug als ze dat niet willen.’ Ik denk dat ik vannacht ook weer goed slaap.