Hardlopen naar het centrum

Vandaag, 1 juni, blijkt internationale hardloopdag te zijn. Tenminste, dat zei Strava. Goed excuus om eindelijk eens een stukje over hardlopen te schrijven.

Beginnen met hardlopen

Een paar jaar geleden stelde ik mezelf een sportief doel: wat zou het vet zijn om non-stop naar het centrum te kunnen rennen. Ik woon in de Bijlmer, dus het is een tocht van ongeveer zeven kilometer die ik een aantal keer per week heen en terug fiets.

Vandaag, 1 juni, internationale hardloopdag, ging ik dan eindelijk op weg. De afgelopen maanden heb ik getraind met een app die me beloofde dat ik na 8 weken 5 kilometer kon rennen. Dat begon heel simpel, met zes keer 1 minuut rennen en daarna steeds anderhalve minuut lopen. De volgende rendag werd dat acht keer, en zo steeds meer, drie dagen per week. Ik weet nog hoe ik aan het vechten was voor tweeënhalve minuut rennen, alsof het nooit eindigde.

Maar als je eenmaal 8 minuten kan rennen slaat het om, dan ga je niet meer de renminuten tellen, maar de loopminuten. Bovendien denk ik dat ik die eerste paar keer ook veel te hard liep. Ik weet dat niet zeker, want destijds nam ik mezelf niet op.

Voor mijn verjaardag (3 juni, maar ik had ze eerder nodig) kreeg ik van mijn ouders nieuwe hardloopschoenen. Dat was nodig, want hoewel de app 8 weken zei, had ik al tweemaal een vrijdag strategisch geskipt vanwege (verkeerd) pijnlijke benen en dus daarna de week over gedaan. Vanaf toen, 20 april, ben ik mijn hardloopsessies ook met Strava gaan opnemen, waarmee ik erachter kwam dat ik idioot hard liep. Met nieuwe schoenen en een rustigere pace heb ik verder geen dagen meer hoeven skippen.

Op naar de 5k

Precies in week 10 was er op zaterdag de 5km-race van de Leidse marathon, ’s avonds door het centrum van Leiden. Omdat ik opgegroeid ben in Leiden, omdat het precies was toen mijn 5k-app klaar was, en omdat ik van dit soort symbolische toevalligheden hou, heb ik me ingeschreven.

Een week voor de wedstrijd had ik 40 graden koorts, maar dat weerhield me er niet van om twee dagen later de voorgeschreven 25 minuten met de app te rennen. En: ik haalde de 5km al, in 24:18. De rendag daarop moest ik 28 minuten rennen, waarvan de eerste 23:22 al 5km waren en bij de voorlaatste sessie van 30 minuten had ik 5km na 22:53. De 35 minuten op vrijdag skipte ik zodat ik zaterdag de race kon lopen. Daar liep ik 22:19, wat best wel idioot is voor iemand die 10 weken rent.

Inmiddels probeer ik nu rust te nemen met het hardlopen. Minderhardlopen. Dat wil zeggen. Ik heb geprobeerd 10km te lopen, voor mezelf, en met twee wandelingetjes tussendoor kwam ik toch nog onder het uur uit, vier dagen na mijn 5k-race. Het gematigd hardlopen is iets wat ik dus nog moet oefenen. In een poging tot ‘het rustig aan doen’ heb ik van dezelfde makers als de 5k-app hun 10k-app gekocht. Ook hier zal ik wel veel eerder de 10km vinden, maar het gaat ook om aan een stuk door kunnen lopen. Ik gedij goed bij een strak ritme van driemaal per week een programma hebben.

Maar eerst het centrum

Toch onderbrak ik vandaag het maandag begonnen regime van de 10k-app. Het punt is: ik ga verhuizen. En mijn eerder genoemde doel van naar het centrum rennen is natuurlijk minder leuk als ik niet meer in Amsterdam woon. Het moest nu gewoon even gebeuren. Bovendien is het vandaag dus internationale hardloopdag, dan moeten dat soort dingen.

De tocht zelf ging goed. Een dikke vrouw met dito kinderwagen versperde ergens het pad zó erg dat ik half door de bosjes moest. Vervolgens was zij boos dat ik haar liet schrikken, maar ik ben gewoon doorgerend. Ze kon me toch niet inhalen, of ik nu versnelde of niet.

Bij Amstel is de Treublaan, waarvan ik al dacht dat het misschien lastig werd die rennend over te steken. En inderdaad: rood licht, veel auto’s, dus ik stopte. Daarna heb ik dus even anderhalve minuut moeten lopen, want eenmaal stilstaand merkte ik dat ik, ja, toch best wel moe was van de eerste 4,1km in 19:16. Bij de Sarphatistraat had ik gelukt: de brug stond open, dus geen auto’s, ik kon zo doorrennen.

Het stuk langs de Amstel is altijd zo idyllisch, dáár wil ik rennen. Maar nu ik eraan terug denk was ik eigenlijk vooral bezig met het ene been voor het andere te zetten, en proberen niet in een fietser te knallen. Bij Waterlooplein is weer een drukke straat, maar omdat het verkeer vast stond kon ik er zo tussendoor floepen.

Op Waterlooplein hebben ze dus heel leuk een stukje atletiekbaan op de grond geschilderd. Het is maar een meter of 30, dus ik ging superenthousiast als een malle eroverheen. Het kostte me geloof ik 6 seconden, maar ik weet niet hoe accuraat de GPS is. Deze idiote inspanning zorgde ervoor dat ik alsnog met de ademhaling van een oude man over de Waterloopleinmarkt jogde.

Maar, ik hield vol, en haalde het: van Bijlmer naar Nieuwmarkt, 7,2km, in 35:42. Ik ben best trots op mezelf.

Die toevallige symboliek weer

Toen ik van Nijmegen naar Amsterdam verhuisde had ik twee kameropties gehad: eentje middenin het centrum, nabij Nieuwmarkt, in een huis voor ‘masterstudenten van ver’. Ik kwalificeerde en kwam zowaar op plek 3. Natuurlijk wilde nummer 1 de kamer al wel hebben. Het werd voor mij de tweede optie: een container in de Bijlmer.

Maar daarom ben ik Nieuwmarkt toch altijd een beetje als thuis in het centrum blijven beschouwen. Vooral omdat de Latijnse naam voor Nijmegen, ‘Novio Magus’ dus ook Nieuwe markt betekent. Ik heb tijdenlang twee fietsen gehad, waarvan er een standaard in de Bijlmer stond en een op de Nieuwmarkt, waartussen ik de metro nam.

Nu ik dus over een dag of 10 naar Nijmegen terugverhuis leek het me mooi symbolisch om vandaag naar het centrum te rennen. Bovendien is het dus de internationale rennersdag (wist ik veel). En deze 7,2 kilometer duwen de afstand die ik op Strava met mijn nieuwe schoenen heb gelopen naar de 100 kilometer. En aangezien ze dus een verjaarscadeau waren, ik vrijdag jarig ben, en ik morgen niet ren, heb ik daarmee precies 100 kilometer op de schoenen gerend voor ik de officieel cadeau krijg. En: als ik naar mijn nieuwe huis in Nijmegen was gerend was ik daar ook ongeveer 100 kilometer mee verder. (Niet dat ik was gefinisht, maar toch.)

Toevallige symboliek is overal.